Het is de discussie die de mensheid nu al een aantal eeuwen bezighoudt. In vroeger dagen was iedereen religieus. De mensheid had geen verklaring voor natuurverschijnselen en schreef daarom alles wat men niet kon verklaren maar toe aan de 'goden'. Maar sinds de 'verlichting' is hier toch wel een verandering in gekomen. Toch is het gros van de wereldbevolking nog steeds religieus. Hoe kan dat?
Wetenschap In toenemende mate probeert de wetenschap op allerlei vraagstukken een passend antwoord te vinden. Dat gaat met vallen en opstaan. Van de reeds lang achterhaalde temperamentenleer tot en met de snaartheorie, die volgens sommige wetenschappers op losse schroeven is komen te staan. Toch blijven sommige vraagstukken nog steeds onbeantwoord. Ze zijn een contradictio in terminis. Een tegenstelling in zichzelf. Zo poogt men om een antwoord te vinden op ons ontstaan. Men gaat steeds verder terug, tot men bij quanta uitkomt. Ondeelbare eenheden die ons nog steeds vrij weinig vertellen over hun ontstaan. Zelfs de Higgs-boson beantwoordde die vraag niet. Nu denken steeds meer gerenommeerde wetenschappers dat we misschien wel hier gekomen zijn door 'aliens'. Ancient Aliens, of 'panspermia', zoals dat met een mooi woord heet, maken dat uitgangspunt compleet. Althans, zo denkt men. Want waar komen die 'aliens' dan weer vandaan? Alternatief Gek genoeg laat men het beste alternatief links liggen. Ik heb verhitte discussies meegemaakt waarin men van alles aanhaalt om maar tegen te kunnen spreken dat het geloof in een God nooit waar kan zijn. Van vliegende spaghettimonsters, naar kabouters, naar complete debunkwebsites. Over alles en iedereen is wel een tegengestelde mening te vinden. Een vermeend schandaal. Vermeende fraude. Twijfel aan een doctorstitel. Maar eigenlijk zijn dit allemaal excuses. Drogredenen zelfs. Want als we werkelijk op zoek zijn naar een eerlijk antwoord of er een God is, waarom horen we dan niet gewoon aan wat de andere partij te zeggen heeft? Waarom laten we onze logica dan niet spreken in plaats van onze vooroordelen? Er zijn weliswaar prachtige boeken geschreven die een keihard pleidooi voeren voor het bestaan van God. Sommige wetenschappers noemen dit zelfs bewijs en kunnen dat staven. Waarom geven we dan af op de slechtste argumenten die men heeft gehoord en laat men dientengevolge de betere argumenten maar op de bovenste plank liggen? Motieven Een ware atheïst zou onverschilligheid het best passen. Want waarom zou je je druk maken om anderen die wél in een God geloven? Je kunt ze meestal niet overtuigen, want het heet niet voor niets 'geloof' en bovendien staat voor jezelf al vast dat er geen God is. Waarom zou je je dan mengen in dergelijke discussies? Je hebt er niets bij te winnen. Toch valt me op dat er op christelijke websites ook veel 'debunkers', agnosten en atheïsten rondhangen, die niet zo'n houding hebben. Soms gaan die discussies heel ver. De toon is soms grimmig. Ook dragen christenen hier soms helaas aan bij. Maar waarom is men zo gepassioneerd aan het verdedigen? Atheïsme en agnosticisme heeft geen evangelisatiedrang nodig. Tenzij er natuurlijk een agenda achter zit. Maar dat terzijde. Ik vermoed dat er meer achter zit. Misschien is het wel een angst. Een angst dat het christelijk geloof toch waar is. Dat maakt het geen rationele discussie meer, maar een emotionele. Een irrationele. Dat zou ook verklaren waarom een oprechte agnost zich zelden laat verleiden om prachtige boeken te lezen over waarom het geloof wél waar is. Gek genoeg grijpt men vaak eerder, zo niet exclusief, naar de boeken die dat vooral bestrijden of op zijn minst betwijfelen. Verantwoordelijkheid Waarom die methode? Want stel dat het waar is. Dat er een God is. Dan heeft die God misschien wel een idee over hoe we zouden moeten leven en komt er een moment waarop we ons zullen moeten verantwoorden. Zou daar die angst vandaan komen? Willen agnosten ten diepste misschien liever niet hun veilige leventje opgeven en daarom liever in een leugen geloven? Laat me je verleiden tot een laatste pleidooi voor het christendom. Een pleidooi waarbij je de beste argumenten de revue laat passeren. Je niet kijkt naar titels. Naar vermeende schandalen. Je niet bij elk wissewasje op internet gaat zoeken naar tegenargumenten. Laat de argumenten zelf spreken. Ongeacht de schrijver. Want als je werkelijk nieuwsgierig bent, waarom dan die angst? Hier een aantal tips, met stip de beste boeken die ik persoonlijk tegengekomen ben: 'Ik heb te weinig geloof om een atheïst te zijn' (Dr. Turek & Dr. Geisler) 'Moderne wetenschap in de Bijbel' (Dr. Ben Hobrink) 'The Case for Christ' (Lee Strobel, Engels) 'Cosmic Codes' (Dr. Chuck Missler, Engels) Maar het beste devies is natuurlijk: oprecht bidden en het van God Zelf verwachten om Zich aan jou te openbaren. Hij is almachtig en zal dat zéker gaan doen! Als wij er werkelijk open voor staan. Want God is een 'Gentleman'. Hij zal Zich niet opdringen. Veel zegen! :)
0 Comments
Het valt me steeds meer op dat niet alleen seculieren, maar ook veel christenen niet meer goed snappen wat het verschil is tussen zwart en wit. Tussen recht en krom. Tussen zonde en deugd. Op internet kom je de meest wilde ideeën tegen over wat christendom allemaal inhoudt of zou moeten houden. Het moderne christendom gaat na bijna 2000 jaar geschiedenis, de laatste paar decennia opeens steeds meer lijken op een soort gezelligheidsclubje van bomenknuffelaars. Alles is mooi. Alles is prachtig. Je mag er zijn zoals je bent. Het klinkt allemaal fantastisch!
Een diepe haat Maar 1 Corinthiërs 13 staat in een context. Een hele grote context. Een context van 66 boeken. 66 boeken die allemaal heel duidelijk zijn over één ding. Zonde. En hoe verschrikkelijk God dat vindt. Hij koestert er een diepe haat tegen. En dat is niet zo gek. Want Hij houdt van ons. Zoveel dat Hij ons niet in onze zondige natuur wil laten ronddobberen. Hij wil ons helpen. We redden het niet alleen tegen die zonde die in ons leeft. Zelfs christenen niet. Ook ik niet. Elke dag is weer een strijd tegen mijn eigen vervallen staat. Zelfs Paulus schrijft hierover in Romeinen 7:14-26. Maar gelukkig helpt Gods Heilige Geest ons daarbij. "God is liefde en juist daarom móet Hij de zonde haten." We moeten leren de persoon van de kwestie te onderscheiden. Jezus haat overspel. Maar niet de overspelige vrouw uit Johannes 8. Jezus haat fraude. Maar niet de frauduleuze tollenaar. We lijken dat soms te vergeten. We zijn bang dat anderen roepen: "Jij mag niet oordelen!" en vegen daarom allerlei zonden maar onder het vloerkleed, want: Jezus is liefde, etc. Maar als het zo makkelijk was, waarom probeert God ons dan 66 boeken lang duidelijk te maken hoe erg Hij zonde vindt? Waarom moest Jezus dan komen, als alles toch wel oké is? Dan hadden we 1 Corinthiërs 13 wel uit de Bijbel kunnen halen, de rest weggooien en dat hoofdstuk de Bijbel noemen. Uitspreken Ik ben van mening dat wij christenen ons meer moeten gaan uitspreken tégen de zonde. Want hoe kunnen wij nog het zout van de aarde zijn als we onze smaak verliezen? Als we in niets verschillen van de wereld, behalve een visje op onze auto? En dat uitspreken tegen zonde betekent niet meteen dat dat problemen oplevert met 1 Corinthiërs 13. Dat kan in liefde. Dat kan netjes. Dat móet netjes! Zonder schelden. Als we maar duidelijk maken dat we geen problemen hebben met de mens. Ik heb geen problemen met homo's. Met trangenders. Met moslims. Met wie dan ook. Wie zijn wij om over hen als persoon te oordelen? Nee, we hebben een probleem met zonde. We moeten de zonde wél als zodanig beoordelen! Want als we dat weigeren te onderkennen.. Tja, dan zijn we ten dode opgeschreven. Hoe kan een dokter je genezen als je niet eens wilt erkennen dat je ziek bent? Ontdek vandaag nog wat de grote Dokter, Jezus voor u kan betekenen en bid dat Hij u zal helpen. Het valt me op dat de Bijbel niet alleen vanuit de seculiere wereld bestempeld wordt als ambigu (voor meerdere interpretaties vatbaar), maar dat dit ook in de christelijke wereld toeneemt. Dit biedt ingangen voor allerlei theologieën, zoals inclusivisme (het maakt niet uit in welke God je gelooft, als je maar iets gelooft, kom je er wel) of alverzoening (iedereen wordt behouden). Gelukkig hebben wij een deducerend vermogen gekregen en biedt de Bijbel genoeg houvast om ogenschijnlijke tegenstrijdigheden te kunnen verklaren.
Gods onfeilbare woord We kunnen een variëteit aan uitgangspunten nemen om een goede deductieve studie te doen in de Bijbel. De eerste, dat de Bijbel één grote leugen is, helpt ons sowieso niet verder omdat we dan snel klaar zijn. De tweede, dat de Bijbel een verzameling morele richtlijnen is, in een literaire kunstvorm gegoten, helpt ons ook niet veel verder, want wie bepaalt welk gedeelte letterlijke waarheid is en welk gedeelte allegorisch? Gaat het om een oog voor een oog, of moeten we de ander de wang toekeren? Ook vertelt dit uitgangspunt ons dat God ofwel niet bestaat (iemand heeft deze morele richtlijnen bedacht), ofwel dat God een 'concept' is, een vage kracht in het universum, blijkbaar niet machtig genoeg om ons heel exact Zijn wil door te geven. Het is ook niet rationeel te benaderen. Want een kracht moet een wil en derhalve een persoonlijkheid hebben, anders zou deze kracht niets aan kunnen sturen. Wie regelt bijvoorbeeld de reïncarnatie bij de oosterse religies? Het fysieke verplaatsen van een ziel in een ander lichaam is toch iets dat wij in onze modernste technieken nog niet voor elkaar hebben gekregen. Het lijkt me dat daar toch flink wat intelligentie voor nodig is. En als God niet bestaat, maar deze morele richtlijnen alleen door iemand bedacht zijn, wie vertelt mij dan dat deze morele richtlijnen goed zijn? Wat is onze maatstaf dan? Een kannibaal vindt zijn eigen richtlijnen ook vast goed, maar de vader van het meisje dat opgegeten wordt, is het daar vast mee oneens. Er moet een universele morele wet zijn. Het derde uitgangspunt, dat de Bijbel door God geïnspireerd is, maar dat Hij door feilbare mensen heen heeft gewerkt, helpt ons evenmin verder. Want ook hierbij kunnen we niet goed beoordelen welke gedeelten 'menselijk' zijn en welke gedeelten precies ventileren wat God bedoelt. Is God dan niet machtig genoeg om Zijn woord precies zoals Hij het bedoelt, door te geven? En als God dan maar een beetje machtig is, net machtig genoeg dat wij Hem in onze hersenpan kunnen krijgen, is Hij onze aanbidding dan wel waard? Is Hij dan wel bij machte om ons te vervolmaken? Ik hoop dat u, net als ik, inziet dat al deze 3 uitgangspunten flink wat theologische problemen met zich meenemen. Beperkingen die onoverbrugbaar zijn. Als er een God is, moet Hij wel almachtig zijn, want als Hij maar gedeeltelijke macht heeft, wie regelt dan die dingen die Hij niet kan regelen? Pantheïsme (meergodendom) kan wetenschappelijk al geen antwoord geven op de schepping, aangezien een Schepper van tijd, ruimte en materie logischerwijs wel buiten deze 3 elementen moet staan. Een God Die niet afhankelijk is van tijd, ruimte en materie, kan niet bestaan naast andere persoonlijkheden, want dat geeft al een verschil aan in, terwijl er nog helemaal niets geschapen was in termen van tijd, ruimte en materie. Nee, het meest behulpzame uitgangspunt is toch het het vierde, dat God almachtig is en Zijn woord daarom wel onfeilbaar moet zijn. Dit lijkt moeilijk te verdedigen, maar is het enige uitgangspunt dat logischerwijs houdbaar zou moeten zijn, als we uitgaan van een almachtige God. Want is een almachtige God niet in staat Zijn woord feilloos door te geven? Ik hoop dat u door deze korte deductie ontdekt dat dat wel het geval is. Ontstaan van de Bijbel De Bijbel is een verzameling van boeken. Soms klein, soms groot. Er zijn zo'n 40 schrijvers die over een periode van circa 2000 jaar schreven over de God van Israël. Van de 66 boeken die vrijwel alle denominaties van de kerk wereldwijd zien als 'canonniek' (de boeken die erin hóren), begon het met de eerste 5 boeken. Die zijn geschreven door Mozes. Volgens de traditie kreeg Mozes deze boeken letter voor letter, woordelijk van God te horen en heeft hij die exact zo opgeschreven. Deze boeken hebben in het Jodendom dan ook een speciale status. Sommige Joden zien zelfs allerlei codes in deze 5 boeken, die als subcollectief ook wel de Thora genoemd worden. Codes die we eigenlijk in geen enkel ander document in de oudheid kunnen vinden. Codes die dingen vertellen over de toekomst. Dat als we één letter zouden veranderen, het al niet meer klopt. Bijvoorbeeld de gehele stamboom van David die, ook nog in de juiste volgorde Genesis 38 al te vinden is (bron), eeuwen voordat David geboren zou worden. Allemaal in code, door letters over te slaan met een interval van 49. Dit terwijl de Thora toen allang in gebruik was. Dus het kan er niet na geschreven zijn. Of bewerkt zijn, want de gewone tekst moet ook nog ergens op slaan. Die gewone tekst gaat overigens 'toevallig' ook over een voorvader van David; Juda en zijn zoon Perez. Als je zelf zoiets zou moeten redigeren, zou je daar een enorm karwei aan hebben. Het zou misschien wel onmogelijk zijn, gezien alle variabelen. Bovendien zou het opvallen. Er waren enorm veel Thora's in omloop, dus zouden er discrepanties tussen de versies zijn. Aangezien de kopiisten opgedragen werd om bij elke afwijking de kopie te verbranden, hebben de Hebreeërs een enorm zuivere traditie in het doorgeven van hun werken. Men kon dit eenvoudig checken door de numerieke waarde van de letters op te tellen in een matrix. Daar kwam een code, een getal uit die voor elke pagina hetzelfde moest zijn. Zelfs toen de Dode Zeerollen halverwege de vorige eeuw gevonden werden, waren er nauwelijks verschillen te ontdekken met onze overgeleverde versies. De enige verschillen die men vond, hadden betrekking op het uitspreken van namen. Klinkers werden in het oude Hebreeuws niet opgeschreven, maar in latere kopieën werden de klinkers ingevoegd door kleine tekens op de medeklinkers te plaatsen. Er werden dus geen verschillen in doctrines gevonden. Maar afijn, zo zijn er tientallen codes bekend. Ook voor recente gebeurtenissen. Zo kan men, als men de spaties in Genesis 15 anders zet, precies vinden hoe Yitzhak Rabin om het leven is gebracht aan het einde van de vorige eeuw. Ook spaties kende men in de oudste geschriften niet. Alles was toen één matrix van medeklinkers. Pas later werden de spaties ingevoegd en de klinkers geïnfereerd. Het zou een halswerk geweest zijn om al die codes, soms best ingewikkeld en uitgebreid, in te voegen in de tekst, die zelf ook nog eens ergens op moest slaan. Daarenboven had de gewone tekst ook een aantal opmerkelijke profetieën, die later uitkwamen. Zo voorspelt Genesis 15 dat er 400 jaar voorbij zal gaan voordat de Israëlieten weer terug zullen keren naar hun beloofde land, vanuit Egypte. Ook zit er een dubbelprofetie in Genesis 49:10, waarin verteld wordt dat Juda het koninklijke geslacht is en verder dat er een Koning zal zijn Die zelfs over alle volken zal regeren. Dat is Jezus, en dat is nog toekomst. Maar de Joden konden dus in elke periode zien dat de Thora gezag had. Allereerst zag men tijdens de uittocht de wonderen die God deed (splijten van de zee, het water uit de rots, het manna, de koperen slang, etc.) In een later tijdperk bleek dat gezag nog steeds juist te zijn, toen al aangekondigd werd dat Juda de koninklijke stam zou zijn. Dat was op zich gek, omdat de eerste koning uit de stam van Benjamin kwam. Later werd dat door God Zelf gecorrigeerd. Ook werd de afvalligheid van Israël aangekondigd in Deuteronomium 31. Dit resulteerde honderden jaren later dan ook in een ballingschap naar Babylon. Ik ga hier nu omwille van de tijd niet allemaal tot in detail op in, maar zo zijn er veel profetieën en lagen te ontdekken in die eerste 5 boeken, waardoor men al een bepaalde 'canon' had. De autoriteit van een boek werd vaak ondersteund door enorme wonderen. Denk nog maar eens aan het splijten van de zee door Mozes. Maar ook in de boeken die later toegevoegd werden aan de 'canon', zoals Richteren (Rechters), zien we dat daar veel wonderen gebeurden. Denk maar eens aan de wonderlijke dingen die Simson mocht doen dankzij de kracht van de Heilige Geest. Of Gideon, die het met 300 krijgertjes opnam tegen een getraind leger van 135.000 man. Dat zijn allemaal wonderen waarbij tijdens het opteken van de boeken nog steeds ooggetuigen in leven waren. Dan hebben we de profeten, die zo nu en dan ook wonderen deden (Elia en Elisa bijvoorbeeld), maar vooral ook diverse profetieën uitspraken. Die profetieën hadden een bepaalde gelaagdheid. Een deel van de profetie kwam vaak al uit tijdens het leven van de profeet, maar een (vaak) belangrijker deel zou later nog uitkomen. Dat deel heeft dan meestal betrekking op de Messias, Jezus. Er zijn ruim 300 profetieën over Jezus in het Oude Testament te vinden, allemaal uitgekomen. Zo werd de authenticiteit van de eerste 37 boeken, wat Joden de Tenach noemen, allemaal bevestigd. In elke tijdsperiode. Zo kon iedereen in elke periode weten dat de Bijbel (toen nog Tenach) gezag had. Canon Toen er opeens ruim 300 profetieën in één keer vervuld werden in circa 30 jaar, net na het jaar 0, had het dan ook voor de meeste Joden duidelijk moeten zijn. Maar ze besloten om Jezus te verwerpen. Ze wilden Hem niet als Koning. Ze waren verblind, voor het grootste deel althans. Dit was ook al voorspeld in onder andere Jesaja 6:9. Maar ook op andere plekken. Gelukkig is er altijd een deel wat wel gelooft, en dat zorgde voor het Nieuwe Testament. Al de 27 boeken van het Nieuwe Testament werden in een periode van ongeveer 40 jaar geschreven. De eerste boeken zijn te dateren rond 50 na Christus, de laatste boeken uit het Nieuwe Testament rond 90 na Christus. Er waren toen dus nog steeds ooggetuigen in leven van al die bijzondere gebeurtenissen. Als alles een fabel was geweest, had men simpelweg kunnen opschrijven dat het een fabel was en ooggetuigen hadden dat kunnen onderbouwen. Daar is echter niets van te vinden in de geschiedenis. Nu is er nogal wat debat over de boeken die zogenaamd uit de canon zijn gehouden. Wat die boeken gemeen hebben, is dat ze pas ruim 200 jaar ná Christus geschreven zijn. Toen waren er allang geen ooggetuigen meer in leven, dus er was geen mogelijkheid meer om te controleren of dit waar was. Ook kwamen die geschriften (en soms zelfs ook vertalingen) vanuit de gnostische hoek (zo zouden we dat nu althans noemen), de Alexandrijnse kerk. Ze hadden hun eigen ideeën over Jezus en verzonnen evangeliën die ze verspreidden onder valse namen. Ook redigeerden ze de evangeliën zo dat het paste binnen hun 'gnostische' wereldbeeld. Helaas zijn we de laatste 200 jaar ook enkele van deze teksten gaan gebruiken in onze moderne Bijbelvertalingen, omdat het bronmateriaal dat we 1700 jaar lang hadden gebruikt, door het vertalen bijna versleten was. Men vond dat het daarom beter was om te kijken naar de oudst mogelijk bruikbare teksten en vond toen de Alexandrijnse geschriften die natuurlijk nog in een heel goede staat was, omdat ze nooit gebruikt was. Oude vertalers beschouwden ze namelijk als vervalsingen of bewerkingen en lieten ze dus links liggen. De Alexandrijnen haalden er passages uit die ze niet konden gebruiken vanwege hun eigen godsbeeld, zoals het in theologische kringen bekende 'Comma Johanneum' (1 Johannes 5:7-8), waarin de Drieëenheid met name genoemd wordt. De meerderheid van de theologen neemt tegenwoordig aan dat dit er niet stond, maar het is dan toch gek dat de oudere kerkvaders (dus vóór 200 voor Christus) dit dan al wel citeerden. Gelukkig is de (Herziene) Statenvertaling de enige vertaling die dit allemaal wél vertaald heeft op de manier zoals men dat inmiddels al ruim 1900 jaar doet. De laatste 200 jaar zijn alle andere vertalingen (NBG, NBV, BGT, GNB, HB, etc.) gaan mengen met de Alexandrijnse geschriften. God weet Zijn woord gelukkig prima te behouden, ondanks de pogingen van kwaadwillenden of het falen van goedwillende mensen. Kortom, de canon die Constantijn in 300 na Christus formaliseerde, was feitelijk door het grootste deel van de vroege christenen allang in gebruik. Men beschouwde deze 66 boeken toen al, hoewel ze nog los van elkaar waren, als de boeken die specifiek autoriteit hadden. "Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust." (2 Timotheüs 3:16-17, HSV) Modus operandi God werkt met Zijn Heilige Geest door mensen heen. Voor het woord 'door God ingegeven' wordt in de Griekse grondtekst het woord Theopneustos gegeven, wat zoveel betekent als 'Goddelijk ingeblazen adem'. Een hogere autoriteit is nauwelijks denkbaar. We kunnen dus op grond van de Bijbel zelf al bepalen hoe God werkt. Het is, in tegenstelling tot wat veel mensen, ook veel christenen denken, niet zo dat een profeetje bijvoorbeeld een paar leuke gedachten heeft en die opschrijft omdat hij denkt dat dat is zoals God denkt. Nee, Gods Heilige Geest stuurt direct mensen aan. Hij laat mensen de dingen precies zo opschrijven zoals Hij wil. En ook nog ieder in zijn eigen stijl. De eloquente Jesaja, de emotionele en directe Jeremia, de mystieke Johannes, etc. etc. En toch zijn de vingerafdrukken van de Heilige Geest overal herkenbaar. Niet alleen in de Thora, de eerste 5 boeken, die letter voor letter werden gedicteerd aan Mozes, maar ook in de andere 61 boeken. Zo vinden we alle discipelen in code terug in Jesaja 53. Discipelen met dezelfde naam vinden we zelfs tweemaal. Alleen Judas staat er niet bij. Bij nadere studie vinden we iedereen die bij het kruis aanwezig was, terug. In het boek Cosmic Codes van Dr. Chuck Missler kun je daar meer over lezen. Maar ook in het nieuwe testament zien we bijvoorbeeld bij de laatste 12 verzen van Markus dat die wel zo tjokvol zit met zevens, dat er meer dan 4 miljoen jaar nodig is om zo'n tekst samen te stellen als je dit zo wilt bedenken. En dan moet de tekst ook nog ergens op slaan. Het kost me teveel tijd om dat hier nu uit te leggen, maar hier kun je het Engelse artikel lezen waar alles uitgelegd staat. Het is een extra authenticatie, naast de authenticatie die de Bijbel eigenlijk door alle eeuwen heen al heeft gegeven. Voor elk tijdperk is er wel een profetie. Denk maar eens aan de geboorte van de natie Israël. In Jesaja 66:8, Jesaja 43:5-6, Ezechiël 36:24 en Jeremia 23:8 lezen we daar bijvoorbeeld over. Hoewel ruim 300 profetieën over de eerste komst van de Messias al uitgekomen zijn, moeten er nog meer dan 1000 uitkomen over Zijn tweede komst. Dan komt Hij om te oordelen. Voor de meeste mensen is dat helaas niet zulk goed nieuws. Tegenstrijdigheden Vaak wordt gezegd dat er in de Bijbel tegenstrijdigheden staan. Ik ben van mening dat als dat zo lijkt, dat daar een goede reden voor is. Ik ben al heel veel van die zogenaamde tegenstrijdigheden tegengekomen en er komt vroeg of laat toch altijd een reden bovendrijven waarom dat niet zo is. Soms is het een gebrekkige vertaling, soms hebben we niet alle details. Zoals in het volgende voorbeeld. In Jeremia 34:2-5 wordt een profetie over koning Zedekia uitgesproken, dat hij in vrede zou sterven in Babel en oog in oog zou staan met de koning van Babel, Nebukadnezar. In de profetie van Ezechiël 12:12-13 wordt juist verteld dat deze vorst (Zedekia) Babel níet zou zien. Dit lijkt tegenstrijdig. Hij wordt gevangen genomen en naar Babel gebracht, maar zal het land niet zien. Hoe kan dat? In 2 Koningen 25:7 wordt duidelijk hoe dit kan. Zedekia's ogen worden uitgestoken en dan wordt Hij naar Babel gevoerd. Dit is slechts één van de vele voorbeelden. Aan het einde van Lukas 3 lezen we bijvoorbeeld een hele andere stamboom van Jezus dan die van Hem in Mattheüs 1. Hij is niet alleen omgekeerd, wat nog makkelijk te verklaren is, maar ook zien we na David dat Mattheüs de stamboom door de geslachtslijn van Salomo heen leidt, maar Lukas leidt de stamboom door Nathan. Dit lijkt tegenstrijdig, omdat Jozef (de vader van Jezus) de ene keer een zoon van Heli en in het andere evangelie de zoon van Jakob wordt genoemd. Als Lukas en Mattheüs tijdgenoten waren, hadden ze toch op elkaar af kunnen stemmen? Zelfs als de Bijbel helemaal verzonnen zou zijn (volgens sommige atheïsten), zou je toch niet zo'n slecht geheugen hebben? De oplossing ligt in het volgende; in het Grieks is er geen apart woord voor schoonzoon. Men gebruikt daarvoor hetzelfde woord als 'zoon'. Lukas spreekt dus over de stamboom van Maria en Mattheüs over de stamboom van Jozef. Tegenstrijdigheden ontstaan gemakkelijk bij vertalingen. Maar die waren er origineel niet. Idiomen In de Bijbel komen we allerlei termen tegen die we soms moeilijk letterlijk kunnen nemen. Ze symboliseren iets. Soms is dat secundair (er is een letterlijke betekenis mogelijk) en soms primair (een letterlijke betekenis lijkt onmogelijk, denk aan de zuil uit Openbaring 3:12. Soms zijn er zelfs nog meer lagen mogelijk. In de profetische boeken komen we deze termen vooral veel tegen. Maar wat deze termen (idiomen) gemeen hebben, is dat ze door heel de Bijbel heen eenzelfde beeld kunnen geven. Denk maar eens aan de Rots. Pak een concordantie en kijk eens naar de legio mogelijkheden om naar een rots of steen te kijken. De rots waar Mozes water uit liet stromen (Exodus 17). De steen die het beeld van Nebukadnezar vernietigde (Daniël 2). In beide gevallen kun je er een profetisch type van Jezus in zien. Jezus, de Rots, Die het levende water brengt. Jezus, Die alle koninkrijken omver zal gooien en Zijn eigen koninkrijk zal vestigen hier op de aarde. Maar zelfs kleinere idiomen, zoals 'stenigen' kun je terugvoeren op Jezus. Want Jezus zal uiteindelijk oordelen. Steniging was ook een vorm van oordeel. Vergezocht? Bekijk de context eens goed en je zult zien dat er veel meer overeenkomsten zijn. Sterker nog, deze idiomen zijn bewust zo 'geplant'. Het boek Openbaring is één van de moeilijkste boeken van de Bijbel. Maar misschien wel de makkelijkste, als we de Bijbel zichzelf laten 'vertalen'. Elk idioom (en er zijn er ruim 800, verspreid over 404 verzen) grijpt terug op iets wat al eerder in de Bijbel uitgelegd is. Al decennia lang probeert men eigenhandig die symbolen met zelfverzonnen interpretaties te vertalen, maar er is geen enkele manier om die interpretaties te kunnen authenticeren. Het blijft giswerk. Terwijl als we goed thuis zijn in de Bijbel, Openbaring opeens een stuk leesbaarder wordt. Wat is dat toch dat mensen de Bijbel zelf willen uitleggen naar hun eigen interpretatie? Waarom laten we de Bijbel zichzelf niet vertalen? Kijk bijvoorbeeld eens naar Openbaring 1:4 kijken, waar de 7 Geesten van God genoemd worden. Aangezien de meeste christenen in een Drieëenheid geloven, wordt het nu wel een beetje complex. Wat wordt hier bedoeld? Sla Jesaja 11:2 dan eens open. "Op Hem zal de Geest van [1] de HEERE rusten: de Geest van [2] wijsheid en [3] inzicht, de Geest van [4] raad en [5] sterkte, de Geest van [6] de kennis en de [7] vreze des HEEREN. (HSV)" Het is als de kandelaar, de menorah, misschien hebt u die weleens gezien. Aan één kant heeft deze 3 armen, aan de andere kant ook 3. In het midden staat de staander. De stok. Als een soort wijnstok met 6 ranken. Die Wijnstok is Jezus (Johannes 15:1&5). En in dat opzicht is Jesaja 11:2a heel verhelderend. Op Hem zal de Geest van de Heere rusten. Één Geest. En vervolgens worden er 3 sets van 2 Geesten genoemd. Het is dus 1 Geest. Net zoals het één kandelaar is. Er wordt hier in Openbaring 1:4 dus gerefereerd aan de Heilige Geest, op een heel significante manier. Dr. Chuck Missler heeft in zijn boek Cosmic Codes al deze 800 idiomen op een rijtje gezet, met alle tekstverwijzingen erbij naar de desbetreffende Bijbelteksten, waar ze uitgelegd worden. Dat gaat soms heel diep. Voor een buitenstaander zijn deze dingen verborgen, daarom hebben we deze Heilige Geest nodig! En die mogen we ontvangen, als we ons bekeren en ons laten dopen (Handelingen 2:38). Écht in Jezus gaan geloven en Hem volgen. Dan zullen er bijzondere dingen gaan gebeuren. We zullen steeds meer en meer van de Bijbel gaan begrijpen. Onze ogen zullen geopend worden. Als we er maar open voor staan. "Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden." (1 Corinthiërs 2:14, HSV) Stijlfiguren Er zijn dus enorme diepten te ontdekken in de Bijbel. Ik vraag me af of we die ooit allemaal zullen begrijpen. Ikzelf sta nog voor een hoop raadsels. En dat bedoel ik positief! Ik zie geen tegenstrijdigheden. Ik zie een uitnodiging. Een uitnodiging tot dieper onderzoek. Onze woordenboeken en onze cultuur zit ons soms in de weg. Het is te makkelijk om bij de eerste ogenschijnlijke tegenstrijdigheid de Bijbel meteen al aan de kant te gooien. Willen we God dan wel echt kennen? Of gebruiken we dit soort dingen als een smoes om onze verantwoordelijkheden van ons af te schuiven? De Bijbel is dus letterlijk. Ook de stijlfiguren mogen we letterlijk nemen (Hosea 12:11). Als ik tegen iemand zeg dat ik om de tuin geleid ben, bedoel ik letterlijk dat iemand mij bedrogen heeft. Daarbij gebruik in een symbool, maar dat doet niets af aan de realiteit ervan. Ik ben écht bedrogen! Niets meer en niets minder. Met dit voorbeeld probeer ik op een creatieve manier aan te geven hoe we met Bijbelteksten om moeten gaan. De symbolen moeten ons niet uitnodigen om de boel te bagatelliseren. Want dat bedoelt men in de volksmond vaak als men zegt: 'Ach, de Bijbel is gewoon een symbolisch boek over de strijd van het goed tegen het kwaad'. Of iets in die trant. Er zit wel degelijk een keiharde, onontkoombare waarheid achter alle elementen van een gelijkenis. Want waarom zouden die elementen anders ingevoegd zijn? Als God almachtig is, mogen we van Hem ook heel magnifieke dingen verwachten. Hij is bij machte een metafoor in te voegen die nergens mank gaat. Waarbij alle genoemde elementen een letterlijke betekenis verhullen. Men maakt zich tegenwoordig snel schuldig aan reductionisme. We pakken iets heel complex en comprimeren dat tot iets heel simpels. Maar zo werkt het niet altijd in het leven. En zeker niet bij een almachtige God! Want toegegeven, stel dat God te begrijpen was, dat we Hem uit konden leggen volgens onze natuurwetten, dan was Hij niet eens onze aanbidding waard. Profetie is een patroon Het Hebreeuwse denken is ook iets heel anders dan het Griekse denken, waar onze filosofie en inmiddels onze hele maatschappij op gestoeld is. Men denkt bij het lezen van een profetie vaak dat die compleet in één keer uit zal komen. Eenmalig. Profetie, uitkomst. Profetie, uitkomst. Et cetera. Maar de Hebreeërs dachten daar anders over. Soms is er een gelaagdheid. Een profetie kan meerdere lagen hebben. Het ene element van de profetie slaat op de ene gebeurtenis, maar een ander element slaat op een andere gebeurtenis die er gigantisch veel op lijkt. Dat is een vorm van typologie. Ik zal dat proberen uit te leggen. Daniël 11:22-32 profeteert over een gruwelijkheid in het heiligdom (de tempel). De verzen beschrijven tot in detail hoe Antiochus Epiphanes zo'n 350 jaar later zélf in de tempel zou gaan zitten en roepen dat hij God is. Maar dat is slechts de eerste uitkomst. Daniël hintte er al op in Daniël 9:26-27, maar nota bene Jezus Zelf pakt deze profetie weer op, vele decennia nadat deze al uitgekomen was. In Mattheüs 24:15 zegt Hij dat als men deze gruwelijkheid in de tempel ziet, men moet vluchten naar de bergen. Dan begint het gedonder namelijk pas écht. In 2 Thessalonicenzen 2:2-4 wordt uitgelegd dat de dag van Christus (een idioom voor de eindtijd, de apocalypse de grote verdrukking) pas zal komen nádat deze gruwelijke man zal komen. Dat past helemaal in Openbaring 13:5-6 waar hij Gods tent (de woonplaats van God ofwel de tempel) zal lasteren. We noemen deze gruwelijke man ook wel de zgn. antichrist. Dat klinkt vast bekender in de oren. Om het verhaal weer kort te maken; er zijn dus 2 'uitkomsten' van deze profetie. Antiochus Epiphanes was een eerste 'type'. Een voorafschaduwing zou je dat kunnen noemen. Het uiteindelijke type is de antichrist. Zo was ook de zondvloed een voorafschaduwing van het werkelijke oordeel dat ons te wachten staat. God vertelde ons dat Hij ons nooit meer zou oordelen met water. Maar er komt nog wel een vloed. Een vloed van vuur (2 Petrus 3:5-12). En ook achter dit type zit meer. De eerste vloed wordt door Petrus vergeleken met de doop (1 Petrus 3:20-21), waarbij we ons oude leven afleggen en een nieuw leven met Hem beginnen. We krijgen nog een kans. Maar bij de laatste vloed is er geen herkansing meer mogelijk. Het is definitief! Maar ik dwaal af.. Profetie is dus een patroon. Er is bewust een gelaagdheid in gelegd. En het is ook valide om dit zo te interpreteren. Jezus doet dat nota bene Zelf! In Lukas 4:17-21 lezen we dat Hij een profetie uit Jesaja 61:1-2a citeert maar hij stopt bij een komma! Daarna zegt Hij dat die profetie is vervuld. Dus het gedeelte na de komma moet nog komen. En dat is maar goed ook, voor u en mij. "De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE, en de dag van de wraak van onze God; (HSV) Het onderstreepte gedeelte sloeg Jezus bewust over. Dat gedeelte komt nog. Gelukkig maar. Want anders zou er voor ons geen genade geweest zijn. Maar die dag gaat wel komen. En het lijkt erop dat we daar niet zo ver meer vandaan zijn. Dat brengt me bij mijn laatste punt. Assessment Hoe kunnen we echt helemaal zeker weten of de Bijbel geïnterpreteerd moet worden op één manier? Want er zijn nogal wat meningen over. Er zijn nogal wat denominaties. En veel van hen zien zichzelf als de ware kerk. Is elke interpretatie dan goed? Als we maar iets met 'Jezus' en 'liefde' in een zin zeggen? Gelukkig krijgt de gemeente in al haar vormen (hoofddenominaties) van nota bene Jezus Zelf een assessment, een beoordeling, in de 7 brieven van Openbaring 2 en 3. Maar voordat we daarin duiken, wil ik eerst een kleine introductie geven in Romeinen 14. Hier vertelt Paulus duidelijk dat er verschil van mening mág zijn. Over uitingsvormen. Zoals wel of geen vlees eten. Dat zijn kleinigheden. Als we het maar over de belangrijkste dingen eens zijn. In Galaten 1 (nadruk op vers 8) legt Paulus uit dat aan het evangelie zélf niet getornd mag worden. Wat is dan dat evangelie? Dat wordt samengevat in de eerste 10 verzen van Efeze 2. Met dat in ons achterhoofd kunnen we gaan lezen in Openbaring 2 en 3 en zien we tot onze verbazing dat er 2 kerken zijn waar niks slechts over gezegd wordt (Smyrna en Filadelfia) 2 kerken waar niks goeds over gezegd wordt (Sardis en Laodicea - met uitzonderingen van enkele individuen, niet de kerk op zich). Drie kerken zijn nogal middelmatig (Pergamus, Efeze en Thyatira), om het zo maar even te noemen. Efeze is haar eerste liefde kwijt, Pergamus en Thyatira waren te democratisch waardoor afgodenpraktijken binnenslopen. In Thyatira is dat zelfs zo erg geworden dat Jezus dreigt een deel van hen door de grote verdrukking te laten gaan (de apocalyps de eindtijd). Sardis en Laodicea vonden zichzelf helemaal te gek en daar had Jezus geen goed woord voor over. Eigendunk staat dus gigantisch in de weg. Ze staan als een schril contrast tegenover Filadelfia en Smyrna, die zichzelf waarschijnlijk helemaal niet zo goed vonden. Ze worden klein en arm genoemd. Maar zijn daarom in Jezus ogen groot en rijk. Conclusie Samengevat komt het erop neer dat Jezus onze eerste liefde belangrijk vindt. Geen uiterlijk vertoon om de inhoud te verdoezelen. Echte pure liefde. Dat Hij geen democratie wil. Hij bepaalt wat er moet gebeuren. Geen afgoden. Geen eigendunk, maar een klein beeld van jezelf. Want het gaat niet om ons, om onze mening, om onze werken, maar om wat Jezus heeft gedaan. Zonder Hem redden we het niet. Hij draait alles om. Dat zien we door de hele Bijbel heen. De laatste wordt de eerste. Arm wordt rijk en rijk wordt arm. Gemeenten die zichzelf helemaal te wauw vinden, vindt Hij verschrikkelijk. Mensen die alleen maar bezig zijn met de vorm, moet Hij niets van hebben. Mensen die alleen maar bezig zijn met hun eigen belangen (democratische processen binnen de gemeente) moet Hij niets van hebben. En ook is er geen ruimte voor afgoden. Voor andere godsdiensten. Niks inclusivisme. Niks alverzoening. Hij maakt duidelijk onderscheid tussen de 'kerken' die er wel gaan komen en welke niet. En dat heeft niks met katholiek, protestants, orthodox evangelisch, pinkstergemeente of wat dan ook te maken. Er is maar 1 gemeente. De gemeente van God (1 Korinthe 1:2), zoals Paulus dat noemt. Het lichaam van Christus. Er staat zometeen nergens 'rechtsaf voor vrijgemaakt gereformeerden' of 'linksaf voor de koptische kerk'. Het gaat om ons hart. We zijn allemaal broeders, onderdeel van diezelfde kerk. Als we tenminste hetzelfde evangelie belijden. Nogmaals, lees Efeze 2:1-10. Dat is de kern van het evangelie! Op het moment dat we af gaan doen aan Jezus' menselijkheid, zijn Goddelijkheid, onze schuld, of welk onderdeel van dit evangelie ook, begeven we ons op zeer gevaarlijk terrein. Maar laten we ook de waarschuwingen van Jezus uit Openbaring 2 en 3 ter harte nemen. Daarom schrijf ik dit stuk ook niet alleen aan u, maar misschien nog wel meer voor mezelf. We zijn allemaal werk in uitvoering. Gelukkig hebben we een éénduidig Woord en hoeven we in elk geval niet in verwarring te zijn. Gods zegen! :-) "Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels." (2 Timotheüs 4:3-4, HSV)
De megakerk Het is de wens van de meeste zichzelf respecterende voorgangers. Een eigen megagemeente. We zien de vele succesverhalen in Amerika en vinden het jammer dat Nederland dat niet heeft. Maar het begint te komen. En hoewel een megakerk op zich alleen maar te prijzen is, schuilt er juist een enorm gevaar in. Er bestaat een risico dat kerken zich op een steeds bredere doelgroep willen richten en daartoe bereid zijn concessies te doen. 'Wat is er mis met moderne muziek?' vraagt men zich retorisch af, en al snel bevindt de kerk zich op een hellend vlak van pop, rock, rap naar een persiflage van Jebroer. En zo komen er steeds meer kunstvormen de kerk binnen. Van vlaggen zwaaien naar dansen naar mime-acts. Op zich niet meteen verkeerd, maar op het moment dat de aandacht verschuift naar deze uiterlijkheden en de Bijbelstudies, gebedsavonden en de rest waar het allemaal om draait, versloffen, missen we de boot. Democratie Doordat we denken een 'breed publiek' te moeten aanspreken, leggen we voor onszelf een val neer. Een val waarin vele mensen vooral aangetrokken worden door de uiterlijkheden van de kerk (modern, hip, verbinding, liefde, etc. Zeg maar een soort Woodstock, zonder de drugs) de kerk in komen en op den duur de populatie gaat domineren. Tot op het punt waarin 90% van de kerk bestaat uit christenen die vooral gefocust zijn op uiterlijkheden. We krijgen daarenboven soms ook het idee dat de kerk democratisch moet zijn. Men gaat ervan uit dat democratie iets goeds is. Maatschappelijk gezien betwijfel ik dat al, maar in de kerk is dat sowieso funest. Het gaat niet om 'de meeste stemmen gelden', maar om wat het woord van God zegt. Als die 90% dan de megakerk gaat domineren en er bepaalde beslissingen genomen moeten worden, wordt de focus verlegd en ontstaat dat hellend vlak. Ontwikkelingen 'Dat is leuk bedacht', zegt u wellicht, 'maar heb je ook bewijs voor deze hypothese?' We zien in toenemende mate dat christelijke organisaties groeien en op een bepaald moment zo groot worden dat ze hun identiteit beginnen te veranderen. Bij de EO was een programma waarin transgenders in hun zoektocht naar een partner worden gevolgd, 50 jaar geleden ondenkbaar. Ik zie op blogs van mensen die een megakerk bezoeken onderwerpen voorbijkomen als 'alverzoening', waarin deze doctrine niet ontkend wordt, maar juist omarmd! Tot en met redding voor satan aan toe. Het initiatief Lazarus, wat onlangs islam op gelijke hoogte stelde met het christendom, waarvoor in het evangelisch vrouwenblad Eva reclame wordt gemaakt. De nieuwe film over het boek De Uitnodiging, waarin God een vrouw is, er geen hel is, Jezus niet de enige Weg is en regels onnodig zijn, wordt door schrikbarend veel christenen met open armen ontvangen. "Maar wees op uw hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht naar u toe komen maar van binnen roofzuchtige wolven zijn." (Mattheüs 7:15, HSV) Wolven Het gevaar voor de kerk komt momenteel voornamelijk van binnenuit. Johannes waarschuwt hier al voor in 1 Johannes 2:19, hij brengt het zelfs in verband met de antichrist. Anti betekent in het Grieks letterlijk 'in plaats van'. Een ogenschijnlijke kleine nuance, maar het geeft wel een perspectief dat er in het einde van de tijd blijkbaar dingen kunnen zijn die de plek van Jezus in kunnen nemen. Of zich zelfs een nep-Jezus kan manifesteren. En die lijkt soms zoveel op de Jezus uit de Bijbel dat we de nuances vereenzelvigen en de verzinsels van onze eigen versie toeschrijven aan de oorspronkelijke Jezus. Dat Jezus alle zonde zomaar zou vergeven bijvoorbeeld. Dat is een halve waarheid, want we zullen mét ons geloof in Jezus ook afstand moeten doen van ons oude leven. 'Bekeer u', zegt Petrus in Handelingen 2:38 om vervolgens aan te dringen op het uiterlijke symbool van de doop. Het is niet het symbool van de doop dat ons redt (1 Petrus 3:21) maar de innerlijke bekering en het geloof in Jezus' offer en opstanding. Of beter gezegd, het is Jezus Die ons redt. Maar dat vergt wel een wilsbesluit van onze kant. Het is niet automatisch. Dwaalleer Maar het zijn niet per sé wolven die ons doelbewust misleiden. Soms is het gewoon een gebrekkige bestudering van de Bijbel waardoor we ons van alles in ons hoofd gaan halen. We snappen het niet meer en geven onze stille tijd, het gebed en Bijbellezen dan maar op. Of zetten het op een laag pitje. Eens per week, op zondagmorgen, dat dan weer wel. Want het leven is ook zo druk. We hebben geen tijd meer voor God. En daar ligt satan op de loer. We gaan dwalen en laten ons meeslepen door allerlei ideeën omdat we compleet losgeweekt zijn van de Bijbel. Als dan de predikanten of voorgangers ook nog alleen maar de nadruk leggen op Gods genade (en dus de rest compleet links laten liggen), dan vallen we bijvoorbeeld snel in de val van wat Amerikanen 'hypergrace' noemen. Een genade die wel zo groot is dat het niet meer uitmaakt dat ons leven ná onze doop er net zo uitzag als vóór onze doop. Romeinen 6 is daar echter heel duidelijk over. Traditioneel Ik ben zelf vrij streng gelovig opgevoed. In mijn 20er jaren werd ik losgeweekt van alle regels en tradities die 'de kerk' me naar mijn idee oplegde en vond God in een modernere gemeente. Toch merk ik dat ik de traditionele kerk geestelijk nooit helemaal verlaten heb. Ik mis bij de modernere kerken namelijk soms de rem. Men laat zich soms zomaar meeslepen door allerlei nieuwe ideeën. Ook mis ik een gebrek aan respect zo nu en dan. God wordt af en toe afgeschilderd als 'buddy' in plaats van de grote God van het universum. Hij is een Vader. Hij staat naast je, maar ook boven je. In de moderne kerk wordt de nadruk veel gelegd op het eerste, in de traditionele kerk meer op het laatste. Ik ben van mening dat beide aspecten belangrijk zijn. God staat naast ons, maar we dienen ook respect voor Hem te hebben. Ik mis dat in hedendaagse representaties van The Passion bijvoorbeeld. Ik vraag me sowieso af waarom we de wereld proberen te paaien met een zéér afgevlakte versie van het ontelbare keren betere origineel. Ik ken overigens niemand die door The Passion tot geloof is gekomen. Maar dat terzijde. Mooie praatjes Het valt me op dat er in de kerk bijna niet meer gepreekt wordt over hel en verdoemenis. Dat is enerzijds te begrijpen, omdat men daarmee in de vorige eeuw erg voorbijging aan de genade van God. Maar nu doet zich de tegenovergestelde situatie voor. Je kunt tijdens diensten je hand opsteken, een gebed nazeggen en je bent behouden, als je sommige voorgangers moet geloven. De meeste voorgangers hebben het tegenwoordig alleen nog maar over genade en zijn vooral bezig om de mensen een goed gevoel te geven. 2 Timotheüs 4:3-4 vertelt ons dat dat precies is wat zal gebeuren in het laatst van de dagen, de eindtijd. Het is een smalle weg én een smalle poort (Mattheüs 7:13-14). Niet alleen zullen weinigen door die Deur (Jezus) heen gaan, maar ook het pad is smal. Moeilijk. En daarom hebben we de Heilige Geest nodig. Om geheiligd te worden. We kunnen het niet alleen. Zelfs Paulus niet (Romeinen 7:14-26). En dat stuk van het verhaal mis ik in de kerk vaak. Ook is er wel degelijk een hel. Maar daarover wordt vaak niet meer gepreekt, of het wordt helemaal vergeestelijkt. Terwijl daar helemaal geen reden voor is. Integendeel. Jezus had het meer over de hel dan wat dan ook, volgens sommige theologen. Omdat Hij ons er zo graag van wil redden! Spugen De 7 brieven van Jezus in Openbaring 2 en 3 kunnen in meerdere lagen geïnterpreteerd worden. Zonder nu gelijk helemaal in te gaan op al die lagen, is er één laag die erg provocatief is, maar gek genoeg wel klopt. Als de brieven in een andere volgorde zouden staan, zou het argument al niet meer kloppen. Deze kerken kun je zien als 7 typen gemeenten die elkaar in de afgelopen 2000 jaar hebben opgevolgd. Van de eerste gemeente Efeze, naar de verdrukte kerk Smyrna, naar de kerk en staat die met elkaar trouwden in Pergamus. Van de Katholieke kerk Thyatira, naar de reformatie in Sardis, van de missionaire kerk van Philadelphia naar de lauwe kerk Laodicea. Die kerk is dan de laatste van alle kerken. Maar die is er zo beroerd aan toe dat de waarschuwing niet eens geldt voor de kerk als collectief, maar voor het individu erin. Die wordt opgeroepen om naar buiten te komen. Blijkbaar is er binnen geen plek meer voor de echte Jezus. Jezus moet ervan spugen. Men vindt zichzelf rijk en denkt dat ze nergens gebrek aan heeft, maar het tegenovergestelde is het geval. In die tijd leven wij nu. We zien het voor onze ogen gebeuren. Kerken zijn alleen nog maar bezig met hun gebouw of wat voor bijzaken dan ook en vergeten waar het om draait. Soms is het goed om handelingen 3 er nog eens bij te pakken en te kijken hoever wij daar vanaf gedraaid zijn. Is door alle glitter en glamour nog iets van Jezus te herkennen? Zijn we echt zo rijk? 'Gezegend' met een mooi gebouw? Of gaat het meer om het gebouw van levende stenen? Conclusie Ik zeg dus niet dat megakerken slecht zijn. Of dat nieuwe kunstvormen niet mogen. Het gaat erom dat we de Bijbel zo zuiver mogelijk lezen. Zo letterlijk mogelijk. Anders is het einde zoek. Sommige christenen zijn eerder geheim agenten. Ze zijn onherkenbaar in de wereld als christen. Misschien herkenbaar aan een visje op hun auto of een kruisje om hun nek, maar verder leven ze soms nog goddelozer dan de gemiddelde mens in de wereld. En ja, we maken fouten en vallen soms. Daar is 1 Johannes 1:9 gelukkig voor. Maar vers 10 wijst ons erop dat we niet net moeten doen alsof we zonder zonde zijn terwijl dat ook onder christenen niet anders is. We kunnen ons zo'n zondige levensstijl niet veroorloven. Als we in Jezus zijn, zouden we dan niet het verlangen hebben om lief te hebben? En de zonde te haten? Dat is toch logisch? Het wordt tijd dat we onze knieën buigen en écht stoppen met onze zonden. Met onze verslavingen. Onze twijfels. Onze 'afgoden'. Het wordt tijd dat we er serieus werk van maken. Niet vanuit onszelf, maar door leiding van de Heilige Geest. Want de tijd is nabij.. Jezus komt snel! Zou Hij nog geloof vinden? Ziet Zijn bruid er een beetje mooi uit? Verlangen we naar Hem? "Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt" (Openbaring 19:7, HSV) |
Categorieën
Alles
|