0 Comments
In ons diepe verlangen naar ons hemelse vaderland (Hebr. 11:13-16) laten we onze gedachten soms gaan naar die gezegende hoop (Titus 2:13), dat heerlijke moment dat onze natuurlijke lichamen veranderd zullen worden in geestelijke (1 Kor. 15:35-54). Wat een dag zal dat zijn! Maar.. welke dag eigenlijk? Je gedachten daarover uiten in het christelijke wereldje is echter bijna een doodzonde. Want je krijgt zo Markus 13:32 of Matth. 24:26 naar je hoofd geslingerd. "Houd je niet bezig met dat onzinnige datumzetten, want je kunt de dag tóch niet weten! Houd je liever bezig met het verspreiden van het evangelie." Zo'n argument is natuurlijk wel érg makkelijk! Zeker als je je bedenkt dat dit de énige twee plekken in de Bijbel zijn waar zoiets wordt gezegd. En dat zijn dan ook eigenlijk twee vrijwel dezelfde versies van de toespraak op de Olijfberg. Dus in feite hebben we het over één tekst in de Bijbel. Maar wat is de context hier? Gaat het hier eigenlijk wel over de opname? Of gaat het over de wederkomst? Wist u dat daar verschil tussen zat?
Er komt een dag dat alle ware christenen opeens verdwenen zijn. Bent u er klaar voor? Lees hier meer.
Ik ben opgevoed met het idee dat je nooit kunt weten wanneer Jezus komt. Laat ik zeggen dat ik goed snap waar die uitspraak vandaan komt en ook de implicaties van het negeren van deze uitpraak goed begrijp, maar recentelijk toch tot andere inzichten gekomen ben. Laat me u meenemen in een aantal Bijbelse argumenten die deze uitspraak op losse schroeven zet. |
Categorieën
Alles
Archieven
Januari 2024
|