Genesis De aarde wordt al helemaal in het begin geschapen, evenals de hemel. In Exodus 20:11 lezen we immers dat God de hemel(en) en de aarde, met alles wat daarin is (dus ook de engelen) in 6 dagen geschapen heeft. Hierover is wat verschil van inzicht, maar daar zullen we in deel 3 uitgebreider op ingaan. Voor nu volstaat het om dat gewoon als vast gegeven aan te nemen. We hebben het dus in essentie over het jaar 0. Anno Mundi, noemt men dit ook wel, afgekort met AM. De eerste harde data die de Bijbel geeft sinds de schepping, zijn de genealogieën in Genesis 5. Vanaf dit punt zullen we verder gaan tellen, door simpelweg telkens te kijken naar wanneer de oudste zoon geboren wordt, en die leeftijden bij elkaar op te tellen. Adam krijgt Seth als hij 130 is (Gen. 5:3), en Seth krijgt Enos als hij 105 is (Gen. 5:6). Zo zijn we opgeteld al in het jaar 235 (130+105), en door zo door te tellen, is heel simpel en nauwkeurig vast te stellen in welk jaar de zondvloed kwam. Jaar 0000: Creatie Adam (Genesis 1:27) Zondvloed Laten we hier even pauzeren. De volgorde waarin de zoons van Noach worden genoemd, doen namelijk vermoeden dat Sem de oudste was. Dat is in onze postmoderne cultuur zo, maar in de oudheid was dat toch anders. Toen werden kinderen vaak genoemd in volgorde van belangrijkheid. In Genesis 10:21 lezen we immers dat Jafeth de oudste zoon was. Opvallend in Genesis 5:32 is dat alledrie de zonen in één adem genoemd worden. Was het dan een drieling? Als we andere details uit de Bijbel bestuderen, moeten we concluderen dat ook dát zeer onwaarschijnlijk was. Sem kreeg Arfachsad namelijk twee jaar na de zondvloed, terwijl hij 100 jaar oud was, vertelt Genesis 11:10. Als we dit tegen de eerdere gegevens van Genesis 5:32 leggen (Noach was toen 100), en het feit dat de zondvloed in het 600e jaar van Noachs leven kwam (Gen. 7:6), lijkt het er echter op dat Sem dan eerder 102 geweest zou zijn. Een alternatieve lezing kan deze vermeende contradictie echter simpel oplossen. Genesis 5:32 moet dan meer als een samenvatting gelezen worden, waarbij zijn 500e levensjaar een begin markeert. Vanaf zijn 500e levensjaar kreeg Noach drie kinderen: Jafeth, de oudste, toen hij 500 was, en kort daarna ook Sem en Cham. Enkel het beginjaar wordt genoemd, als een soort startpunt. Jafeth werd geboren toen Noach 500 was, en Sem toen Noach 502 was. Dit verklaart dan exact waarom Sem op 100-jarige leeftijd tóch 2 jaar na de zondvloed zijn eerste zoon, Arfachsad, kreeg. Jaar 1558: Geboorte Sem (+2, Genesis 10:21) Septuagint We gaan van Genesis 5 naar het 11e hoofstuk, en pakken de draad weer verder op. In de Griekse vertaling van het Oude Testament vinden we hier echter andere data. We zullen daar in deel 2 uitgebreider bij stil staan, en een assessment maken van hoe betrouwbaar die data zijn tegenover de Masoretische tekst, zoals die ons is overgeleverd. Voor nu laten we dat echter even rusten, en zullen focussen op de harde data die ons aangereikt wordt in deze Bijbelse tekst. Aan het einde van dit hoofdstuk ontstaat echter weer een nieuwe uitdaging. Hoe oud was Terah immers écht toen hij Abram kreeg? Genesis 11:26 heeft het over 70 jaar, maar noemt weer drie namen. Dit doet weer denken aan wat we al eerder zagen bij Sem, Cham en Jafeth. Abram, Nahor en Haran worden alledrie in één adem genoemd, maar waren ze dan ook een drieling? Als we uitgaan van Terah als vader van Abram op 70-jarige leeftijd, omdat we veronderstellen dat Abram de oudste is, komen we in de problemen bij het interpreteren van andere teksten. Abram vertrok immers uit Haran toen hij 75 was (Gen. 12:4). Vanuit Handelingen 7:4 weten we echter dat dit pas gebeurde nadat zijn vader Terah gestorven was. Die werd 205 jaar oud, dus een simpele rekensom zou dan betekenen dat Terah éigenlijk 130 (205-75) was toen hij Abram kreeg. Een reconstructie brengt ons daarom bij de these dat Haran vermoedelijk de oudste was (die stierf namelijk als eerst, zelfs nog vóór zijn vader), en geboren werd toen zijn vader Terah 70 was. Nahor zal mogelijk het middelste kind geweest zijn, en Abram het jongste. Wat Genesis 11:26 dus vermoedelijk zegt, is dat Terah vanaf zijn 70e drie kinderen verwekte: Haran, Nahor en Abram. Het is ook hier, net als in Genesis 5:32, weer een typisch Hebreeuwse manier van samenvatten Jaar 2008: Geboorte Abram (+130, Genesis 11:26, 32, 12:4, Hand. 7:4) Exodus Met de patriarchen Abraham, Izaäk en Jakob is het weer relatief makkelijk rekenen, hoewel de data wat meer verspreid is over het Bijbelboek Genesis. Als handige rekenmethode stappen we echter over op grotere perioden, die langere tijd beslaan. Zo kunnen we minder fouten maken, en tegelijk grotere stappen nemen. Toch is ook dat niet zonder uitdagingen. Voor de uittocht (Grieks: Exodus) worden immers twee tijdsperiodes aangegeven. Genesis 15:13 heeft het over 400 jaren, evenals Handelingen 7:6, terwijl Exodus 12:40 het over 430 jaren heeft, net als Galaten 3:16-17. Hoe zit dat? Eigenlijk is deze vermeende contradictie niet eens zo moeilijk op te lossen, maar het vergt wel even een klein beetje uitleg. In Exodus 12:40 wordt gesproken over het begin van wanneer Israël in Egypte leefde, namelijk 430 jaar. In Galaten 3 legt Paulus uit dat die belofte al aan Abraham (niet aan Jakob) was gedaan, wat impliceert dat hij in een typisch rabbijns opzicht ook al een "Israëliet" was. Joden vandaag de dag redeneren nog steeds zo: Abraham was de eerste Israëliet, in hun ogen. Ook in Romeinen 9:6-8 valt te zien dat Paulus langs impliciet deze rabbijnse gedachtenlijn redeneert. Abraham leefde rond het moment dat die belofte aan hem werd gedaan, kort in Egypte (Gen. 12:11-13:1). Dertig jaar ná die belofte, begon Ismaël Izaäk te verdrukken (Gen. 21:9, Gal. 4:29). Die verdrukking zou vanaf dat moment doorgaan. Izaäk was toen 5 jaar oud, 30 jaar nadat Abram als 75-jarige in Egypte was (Gen. 12:4-14). Abram kreeg Izaäk toen hij 100 was, dus was hij nu 105. Abram en zijn nakomelingen zouden daarna 400 jaar lang vreemdelingen zijn, in totaal 430 jaar, waarbij zowel Egypte als Kanaän en Mesopotamië meegerekend moeten worden. Genesis 12:10 spreekt bijvoorbeeld over Abraham als vreemdeling in Egypte, Genesis 20:1 als vreemdeling in Kanaän, evenals Genesis 21:23-34. Ook Izaäk wordt een vreemdeling in Gerar (Kanaän) genoemd, in Genesis 26:3. Ten slotte zien we ook dat Jakob in Genesis 32:4, 35:27 en 47:4 een vreemdeling wordt genoemd, in respectievelijk Haran, Kanaän en Egypte. Deze uitleg wordt onderschreven door theologen als Henry Ainsworth, James Ussher en dr. Floyd Nolen Jones. Op deze website staat het uitgebreider uitgelegd, maar in het kort komt het erop neer dat Israël in ruime zin (dus vanaf Abraham gerekend) in totaal 430 jaar vreemdeling was, waarin zij 400 jaar lang onderdrukking ondervond, voornamelijk in Egypte. Ook Izaäk ondervond vele verdrukkingen, zoals de aanvankelijke onvruchtbaarheid van Rebekka (Gen. 25:21), het geruzie tussen zijn zoons (Gen. 25:22-23) en natuurlijk de vele ruzies over de waterputten met de Filistijnen (Gen. 26:12-33). Ten slotte worden Ezaus huwelijken specifiek een kwelling voor Izaäk genoemd in Genesis 26:35. Ook Jakob werd door Laban slecht behandeld in Haran, en ondervond natuurlijk veel trammelant in de familiekring, aangezien hij met zowel Rachel als Lea getrouwd was. Verder bezorgden zijn twaalf zoons hem ook regelmatig verdriet; denk bijvoorbeeld aan Jozef die als slaaf werd verkocht, Ruben die Jakobs bijvrouw verkrachtte of Levi en Simeon die zich wreekten over de verkrachting van Dina. Dit bezorgde Jakob allemaal veel verdriet (Gen. 34:30). Jaar 2513: Exodus (+430, Exodus 12:40) Koningen Aangezien het lastig rekenen is met alle verspreide gegevens, wil ik me ook hier weer beperken tot een relatief makkelijk datapunt; de bouw van de tempel. Hiervoor worden heel specifieke parameters gegeven; de bouw daarvan startte 480 jaar na de uittocht uit Egypte. Het was alreeds het 4e regeringsjaar toen Salomo de tempel voltooide. Van het totaal van 40 regeringsjaren moet dus 4 jaar af worden getrokken. We tellen dus 36 (40-4) jaren op bij dit handige datapunt, en gaan vanaf hier weer verder met de regeringsperioden van de diverse koningen van Israël. Jaar 3029: Salomo sterft (+36, 1 Koningen 11:42) Daniël Nadat Israël en Juda in ballingschap gevoerd worden, wordt het lastiger om een helder beeld te krijgen van hoeveel jaren precies verstrijken. De Bijbel biedt niet veel gegevens van leeftijden van de personen die daarna prominent in beeld komen, en het wordt te ingewikkeld om die te crossreferencen met seculiere data. Vooral de data uit de zogenaamde "400 stille jaren" is vrijwel absent. Zelfs vanuit andere bronnen is amper eenduidigheid over hoeveel jaren er nu precies verstrijken tussen de vernietiging van de eerste tempel en het begin van onze jaartelling; het moment dat Jezus wordt geboren. Toch denk ik dat ik een manier heb gevonden om heel helder te krijgen hoeveel tijd zich er afspeelt tussen die ankerpunten: de profetie van 70 weken, uit Daniël 9:24-27. In het kort komt het erop neer dat het hier gaat over een profetie van 70 zogenaamde jaarweken. Met elke "week" wordt in deze profetie eigenlijk een week van jaren, ofwel 7 jaren bedoeld. Het Hebreeuwse woord shavua (meervoud: shavuïm) dat in deze profetie voor "week" wordt gebruikt, wordt in Genesis 29:27-28 bijvoorbeeld ook gebruikt om de 7 jaren die Jakob voor Laban moest werken, aan te duiden. In eschatologische kringen is dit een zeer bekende profetie, en hoewel deze interpretatie niet onbetwist is, zijn veel theologen het erover eens dat we hierbij moeten denken aan een periode van 70x7 jaren, ofwel 490 jaren. Deze 70 jaarweken worden echter opgedeeld in perioden van respectievelijk 7 shavuïm (7x7 jaren, ofwel 49 jaren) om de tempel te herbouwen (Dan. 9:24-25), waarna een periode van 62 shavuïm (7x62 is 434 jaren) ingaat, en eindigt met het vermoorden van de Messias; Jezus Christus. Op het moment van het visioen in Daniël 9:1 is Darius de co-regent van Kores in het Medo-Perzische Rijk. Hij neemt het rijk over van de Babyloniërs en in zijn eerste jaar ontvangt Daniël deze profetie (Ref. Dan. 1:21, 5:31-6:1, 28-29, 9:1). De profetie zal beginnen nadat er een decreet is uitgevaardigd, later dat jaar (Ezra 1:1-2). Jaar 3541: Herbouw tempel klaar (+49, Joh. 2:20, Dan. 9:24-25, Ezra 4:24, 6:15) Messias
Volgens de profetie van de jaarweken zou de tempel na 49 jaar gereed zijn, maar Johannes 2:20 heeft het over "slechts" 46 jaar. Vanwaar die discrepantie? Dat kan enkel verklaard worden vanuit een relatief korte stop, van circa 3 jaar. Ezra 4:24 en 6:15 melden dat er een stop was in de herbouw van de tempel. Vervolgens begint de klok te lopen voor de rest van de jaarweken, 434 jaren om precies te zijn. Daarmee komen we uit in het jaar 3975 Anno Mundi, wat gelijk staat aan het jaar 32 van onze jaartelling. Het voert te ver om daar nu uitgebreid op in te zoomen, maar dit is tot op de dag nauwkeurig uitgerekend door Sir Robert Anderson. Hij schrijft hier uitgebreid over in zijn boek "The Coming Prince," hier online te lezen. Op 6 april van het jaar 32 na Christus reed Jezus op Zijn ezel Jeruzalem binnen, en velen hadden die dag (h)erkend als zijnde de dag waarop de Messias zou komen en waarna Hij vermoord zou worden (Dan. 9:26, Lukas 19:28-42). Waarom denkt u anders dat al die mensen klaar stonden met palmtakken in hun handen, en hun mantels neerlegden? 1990 jaren later is het 2022, en zijn we aanbeland in 5965 Anno Mundi, bijna zesduizend jaren sinds het begin van de wereld. Let wel, door het simpelweg optellen van jaren houden we geen rekening met de mogelijke extra maanden van iemands leeftijd. De koningen van Israel stierven bijvoorbeeld meestal niet op hun verjaardag, dunkt me. Dit is dus de ruwe data, en we zullen een marge naar de bovenkant moeten houden. Het kan dus best zijn dat we al veel dichter bij die 6000 jaren zitten dan we denken. We hebben vaak gesproken op dit blog over het belang van dat 6000e jaar. We zullen daar in het volgende deel uitgebreider bij stil staan, alsmede wat deze nieuwe ontdekkingen nu precies betekenen voor de eerdere hypotheses die gedaan zijn op deze website. Denk eraan; de opname kan elk moment gebeuren, en is niet afhankelijk van welke gebeurtenis dan ook. Wees altijd klaar om Hem te ontmoeten :) God bless en maranatha!
3 Comments
Asaf
1/30/2022 16:24:03
Misschien loop ik hiermee vooruit op het volgende deel. Ik lees al een tijdje mee op uw blog en ben blij met de hoeveelheid verschillende onderwerpen, u duikt er mooi diep in. Ik heb u vaker gehoord over het belang van die 6000 jaar. Maar waarom zijn die 6000 jaar belangrijk en waar haalt u uit de Bijbel dat ze belangrijk zijn?
Reply
Hoi Asaf, bedankt voor je reactie :) Op je eerste vraag komen we inderdaad nog terug. Wat betreft je tweede vraag; goed punt. Ik kan niets anders bedenken dan te zeggen; Nageslacht (zera) staat hier ook in het enkelvoud. Dat is soms relevant volgens Paulus (Galaten 3:16), maar tegelijk geeft het in dit geval een moeilijkheid; als we hier Nageslacht lezen als "Jezus", moeten we de rest van het vers ook consequent op Hem betrekken. Jezus was echter niet specifiek 400 jaar een vreemdeling in een vreemd land. Tegelijk leest het ook heel vreemd als we ervan uitgaan dat Abrams directe nageslacht, Izak, 400 jaar lang een vreemdeling (enkelvoud) zou zijn in een vreemd land. Ik vermoed dus dat het legitiem is om dit als meer algemeen te lezen :)
Reply
Asaf
1/30/2022 21:25:18
Bedankt voor de reactie. Ik ben het eens met uw analyse over het nageslacht, met een kleine letter, want het wordt in hetzelfde vers zij en hen genoemd, dat ook in het Hebreeuws meervoud is. Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|