We hebben de afgelopen weken veel stilgestaan bij het komende Koninkrijk, en hoe er veel verwarring is ontstaan rondom wanneer dit Koninkrijk nu precies is, wat het precies inhoudt en voor wie het primair bedoeld is. We ontdekten daarbij dat het Oude Testament al heel duidelijk de kaders neerzet, en Israël als de belangrijkste erfgenaam van dit Koninkrijk noemt. Ook wij mogen als kerk een bescheiden plekje in dat Koninkrijk krijgen (Rom. 8:15-17), maar helaas hebben de meeste kerken een verstoord beeld van dit Koninkrijk gekregen. Ik zou u willen uitnodigen eerst dit artikel en vervolgens dit artikel te lezen als u niet up-to-date bent. In dit artikel wil ik namelijk vooral focussen op enkele "prooftexts" die critici aanhalen om de theorie dat het Koninkrijk er nú al is, te onderbouwen. Deze theorie, die Kingdom Now genoemd wordt, is helaas erg schadelijk in vele opzichten. Zo heeft het soms geleid tot vervangingsleer, maar ook tot allerlei valse evangeliën en uitspattingen. Best een belangrijk onderwerp dus.
Erfenis In deze tekst lijkt het zo klaar als een klontje. We zijn als christen op het moment van wedergeboorte overgezet vanuit de duisternis naar het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Dr. Andy Woods merkt in zijn boek The Coming Kingdom (p. 300-304) echter op dat deze tekst vooral onze hemelse erfenis communiceert. Voordat Woods aan het seminarium begon, was hij jurist en noemt in dit verband dan ook het verschil tussen de begrippen de facto en de jure. De facto is een begrip dat we in bijvoorbeeld nieuwsartikelen soms nog weleens tegenkomen, en betekent dat iets een feitelijke realiteit is. De meeste lezers zijn vermoedelijk wat minder bekend met het begrip de jure, wat juist meer de juridische status van iets aangeeft. Een voorbeeld om dit verschil duidelijk te maken is dat ik juridisch gezien erfgenaam ben van (in elk geval een deel van) mijn ouders' spullen en geld. Dit is echter nog geen feit. Een zelfde casus kunnen we ook maken in het vers hierboven. We zijn juridisch (de jure) gezien erfgenamen en hebben als het ware al een hemels paspoort ontvangen. Het Koninkrijk is echter (nog) niet op deze aarde, en dus is het nog geen feitelijkheid (de facto). Ook als we een versje terug lezen, wordt duidelijk dat we dit vers in een context van erfenis moeten lezen (Kol. 1:12). " ... en Jezus, die Justus genoemd wordt. Zij zijn de enigen van de besnijdenis die mijn medearbeiders zijn in het Koninkrijk van God; zij zijn mij ook een vertroosting geweest." (Kolossenzen 4:11, HSV)
"Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en in de volharding van Jezus Christus, was op het eiland genaamd Patmos, omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus." (Openbaring 1:9, HSV) Deelgenoot Sommige theologen menen op basis van dit vers dat het Koninkrijk op het moment dat Johannes deze woorden optekende, al een geestelijke werkelijkheid moest zijn geweest. Hoe kan hij anders deelgenoot geweest zijn in dit Koninkrijk? Toch kunnen we het boek Openbaring beter zichzelf laten interpreteren, schrijft Woods. Later in het boek omschrijft het het Koninkrijk namelijk heel duidelijk als toekomstig (Op. 11:15) en iets wat op aarde neerdaalt (Op. 21-22). Ook in Openbaring 1:6 wordt verteld dat wij koningen en priesters zijn, maar dat de volledige realisatie ervan nog even op zich zal laten wachten, wordt duidelijk als we slechts een paar hoofdstukken verder lezen; In Openbaring 5:10 staat namelijk heel duidelijk dat wij zullen regeren op aarde. Het woord zullen insinueert heel duidelijk dat dit iets toekomstigs is. Openbaring 20:1-6 bevestigt dit. "Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied." (Hebreeën 12:28, HSV) Ontvangen
Het wordt misschien een beetje repetitief, maar ook hier is het de facto/de jure-principe weer behulpzaam, schrijft Woods. Het is in de Bijbel niet vreemd dat er eigenaarschap met betrekking tot bepaalde zegeningen wordt toegeschreven aan gelovigen, merkt Alva J. McClain (1959) in dit verband op. Hij noemt in dit verband bijvoorbeeld 1 Korinthe 3:21-22, waar gezegd wordt dat "alle dingen" aan de gelovigen toebehoren. We weten echter allemaal dat dit nu nog geen realiteit is. Juridisch hebben we daar in de toekomst zeker recht op, maar de feitelijke realisatie ervan laat nog op zich wachten. Zo zijn er nog veel meer teksten die ik allemaal één voor één zou kunnen weerleggen, maar ik wil dit artikel graag kort en simpel houden. Voor meer vragen wil ik u graag doorverwijzen naar de playlist van dr. Woods op YouTube, waar hij alle ogenschijnlijk contradicterende teksten behandelt in een prekenserie van maar liefst 84 preken. Ook kunt u me altijd mailen of hieronder reageren, indien u nog met vragen zit.
1 Comment
DrM
2/24/2025 10:39:44
Op https://www.zoeklicht.nl/nieuws/de-roep-om-een-europees-leger "De roep om een Europees leger":
Reply
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Maart 2025
|