Het is alweer enige tijd geleden dat ik een recensie plaatste op dit blog. Vandaag wil ik graag het boek The Handmaiden's Conspiracy bespreken, geschreven door de christelijke auteur en tevens vrouwelijke voorganger Donna Howell. Een tijd terug werd ik door iemand gevraagd wat mijn mening was over vrouwen die het voorgangerschap ambieerden. Ik had me er eerlijk gezegd nooit heel erg in verdiept, hoewel ik natuurlijk wel bekend was met de bekende verzen uit 1 Corinthiërs 14:34-35 en 1 Timotheüs 2:12. Rond die tijd luisterde ik naar een interview met Donna bij SkywatchTV, waar ook haar vader Tom Horn aan tafel zat. In dat interview haalde ze kort de hoofdlijnen van haar argumentatie aan, en ik raakte overtuigd van de waarde van dit boek. Ik besloot het te kopen en te lezen, en werd alleen maar meer overtuigd van het feit dat de kerk iets al heel lang fundamenteel heeft gemist. Nee, dit is geen pleidooi voor feminisme of een uitwas van het overspannen debat aangaande genderongelijkheid. Howell erkent de verschillen tussen de man en de vrouw van harte, ook in het licht van Efeze 5:22-33, maar wil nuances aanbrengen die al eeuwenlang niet meer gemaakt worden. Wist u bijvoorbeeld dat er een vrouwelijke apostel was in de eerste eeuw? En dat Febe een mentor is geweest voor Paulus? Dat lijkt me nogal lastig als een vrouw niet mag praten, laat staan onderwijzen. Laat me u kort meenemen door enkele van haar argumenten. Junia Wat u hierboven leest, is een bewuste afwijking van de vertalers van de grondtekst. De in die tijd veel voorkomende vrouwennaam Junia is hier "vermannelijkt" naar Junias, een naam die in de complete Grieks-Romeinse geschiedenis nergens voorkomt, schrijft Howell (p. 68-75). Deze trend is gestart halverwege de middeleeuwen, en sindsdien door veel vertalers gretig overgenomen. Gelukkig niet door alle vertalers; de King James Vertaling heeft hier bijvoorbeeld wél Junia staan. Deze naam is een transliteratie van het Griekse Iouviãç, wat vrouwelijk is, terwijl modernere tekstvariaties daar Iouvíav (mannelijk) laten zien. Howell geeft aan dat kerkvaders als Origenes, Hiëronymus, Irenaeus, Ambrosius, Augustinus, Chrysostomus, Tertullianus en vele anderen, allen Junia erkenden als zijnde een vrouw. Ook zoomt Howell in op het feit dat Andronicus en Junia worden genoemd in de King James als "hen die onder de apostelen zijn". De Herziene Statenvertaling, net als veel andere vertalingen, maken daar iets anders van. Wanneer we teruggaan naar de grondtekst, zien we dat de King James hier veel dichter bij het originele Grieks blijft. Het Griekse woord 'en' wordt in het overgrote geval vertaald als 'in', en geeft met een meervoudig datief altijd een inclusiviteit aan van een groep (dus geen exclusiviteit, zoals de HSV hierboven doet), zo redeneert Howell, terwijl ze daarbij meerdere Griekse taalkundigen citeert om haar punt te onderbouwen. Junia was zelfs een prominent lid binnen deze groep, merkte de Griekse taalkundige Linda Belleville na een grondige analyse op. Howell merkt op dat als zij ook een medegevangene is van Paulus, ze vermoedelijk haar mond ook niet gesloten had. De onverschrokken houding van Junia om over Christus te prediken zorgde er waarschijnlijk voor dat zij samen met Andronicus in de gevangenis belandde. Ook hier weer is het zinvol om te kijken naar hoe de kerkvaders haar bediening historisch interpreteerden. Origenes, Hiëronymus, Chrysostomus, Ambrosius en Oecomenius zijn enkele van de vroeghistorische namen die haar erkenden als een apostel.
Febe Een andere vrouw die prominent beschreven wordt door Paulus is Febe, hoewel zij in de meeste vertalingen slechts genoemd wordt als een "dienstmaagd" (handmaiden, in het Engels). Zo'n vertaling doet haar echter schromelijk tekort. Het Griekse woord hier is diakonos, wat wij ook weleens vertalen als diaken (hoewel de 21e eeuwse betekenis van dat woord niet helemaal recht doet aan wat het destijds betekende). De King James Vertaling gebruikt in de zendbrieven van Paulus standaard de vertaling "minister" of "deacon", maar enkel in het geval van Febe wordt het vertaald als "servant". Dat is een opvallende vertaalkeuze. Waarom bestaat die discrepantie? We hebben in principe twee keuzes voor wat Paulus hier bedoelt; Febe is 1. een diaken, of 2. een bediende. Howell merkt op dat áls Febe hier een bediende genoemd wordt, het opvallend is dat zij zélf bijgestaan moet worden in elke zaak, volgens vers 2. Het lijkt er dus al sterk op dat we van het eerste geval (een diaken) uit moeten gaan. Houd bovendien in gedachten dat het zijn van een "dienaar" of "dienares" in de evangeliën door Jezus werd geïntroduceerd als iets wat nagestreefd moest worden. Wie groot wil zijn in het koninkrijk, moet immers een diakonos worden (Matth. 20:26). Het werd hiermee als het ware een imperatief om die houding na te streven, en daarmee kwam ook het voeren van die titel, zo redeneert Howell. Jezus Zélf werd bovendien enkele verzen eerder door Paulus genoemd als een Diakonos (Rom. 15:8). Howell schrijft verder dat Paulus hier nota bene specifiek de mannelijke vervoeging van het woord diakonos gebruikt; diakonon. Dat is zéér opvallend, want het is niet consequent. Vermoedelijk wilde hij het daarom in een meer formele zin gebruiken, als een titel, in plaats van haar meer terloops te noemen. Dit bevestigen ook dr. Gill en dr. Cavaness Parks, die als autoriteiten aangehaald worden door Howell; zij stellen dat wanneer in de Griekse mannelijke zelfstandige naamwoorden gebruikt werden voor vrouwen, dit altijd termen zijn voor officiële titels of titels binnen de kerk. Als volgende argument geeft Howell aan dat zij in het Grieks een "prostatis" genoemd wordt in vers 2; wat zoveel betekent als een "vrouw die over anderen gesteld is", of een patrones. Ten slotte sluit ze af met de overweging dat Febe hier zelfs genoemd wordt als iemand die "prostatis" over Paulus is geweest. Laat dat eens op u inwerken..
Culturele context Het is nu hopelijk duidelijk dat er in de vroege kerk vrouwen waren die diaken waren (Rom. 16:1), die apostel waren (Rom. 16:7) of profetes waren (Lukas 2:36, Hand. 2:17, 21:9). Dat is nogal lastig als zij niet mogen praten, nietwaar? We zullen dus moeten overwegen dat Paulus de teksten uit 1 Korinthe (zie hierboven) en 1 Timotheüs (zie hieronder) op een andere manier bedoelde. Donna neemt u in het boek mee in de (culturele) context van deze verzen. In 1 Korinthe 14 stelt Paulus vooral de wanorde in de gemeente van Korinthe aan de kaak. Één van de problemen was dat velen tegelijk in vreemde talen spraken, zonder dat er iemand bij was om dit te vertalen. Paulus had uit vele woorden kunnen kiezen, maar hij koos hier simpelweg voor het woord 'spreken'. Hij heeft het hier niet over preken, onderwijzen, zingen, adviseren, debatteren, profeteren, bepleiten, overtuigen of wat dan ook. Woorden kunnen een ruime en een nauwere betekenis hebben. Als ik tegen mijn kind zeg dat hij of zij stil moet zijn tijdens de dienst, bedoel ik dan dat hij of zij nooit voorganger mag worden? Natuurlijk niet. Ik bedoel dan dat hij of zij op dat moment even zijn of haar mond moet houden, omdat dit de dienst verstoort. Het geeft wanorde, helemaal wanneer veel personen dit tegelijk doen. In de brief aan Timotheüs (die leider was van de gemeente van Efeze) zien we een andere kwestie in de bredere context aan bod komen. In het heidense Efeze was de rol van de vrouw anders bepaald dan in bijvoorbeeld Judea. De lichamen van de vrouwen en hoe die versierd werden, speelden een grote rol in hoe de heidenen daar hun geloof beleefden, zonder op al te veel perverse details in te gaan. Hij roept hen dus op om zich gepast te kleden en te uiten, zodat die associatie met het heidendom niet meer gemaakt wordt door buitenstaanders. De heidense Efeziërs hadden in hun tempels ook allerlei profetessen, die op zeer vreemde wijze allerlei profetieën uitten. Bekeerlingen uit die kringen moesten nu echter eerst zelf goed onderwezen worden, voordat ze die bagage achter zich konden laten, en zélf onderwijzeressen konden worden. Paulus zegt dan ook niet per sé dat hij hen nooit zal toestaan om te onderwijzen, maar de implicatie is dat zij op dit moment nog niet mogen onderwijzen, omdat zij eerst een stabiele fundering moeten krijgen. Ze zijn in deze fase nog te vatbaar om misleid te worden. Howell gaat vervolgens nog veel dieper op de tekst in, en substantieert haar standpunt daar nog veel verder mee. Helaas is de ruimte hier te beperkt om al die redeneringen te noemen, dus ik zou u daarom op willen roepen om bij interesse zelf het boek aan te schaffen. "Evenzo wil ik dat de vrouwen zich tooien met eerbare kleding, ingetogen en bezonnen, niet met het vlechten van het haar of met goud of parels of kostbare kleren, maar met goede werken, wat bij vrouwen past die belijden godvrezend te zijn. Een vrouw moet zich laten onderwijzen in stilheid, in alle onderdanigheid. Want ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft, en ook niet dat zij de man overheerst, maar ik wil dat zij zich stil houdt. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En niet Adam is misleid, maar de vrouw is, toen zij misleid werd, tot overtreding gekomen. Maar zij zal in de weg van het baren van kinderen zalig worden, als zij blijft in geloof, liefde en heiliging, gepaard met bezonnenheid." (1 Timotheüs 2:9-15, HSV) Conclusie
Hoewel het boek niet ijzersterk begint (haar schrijfstijl begint wat populair, en gaat daarna over naar een meer academische setting - en soms schakelt ze tussen die twee, wat het idee geeft van een stijlbreuk), wordt het al snel een waterdicht pleidooi, onderbouwd met legio Bijbelse en historische argumenten, voorzien van vele tientallen wetenschappelijke bronnen. Howell noemt nog veel meer voorbeelden van vrouwen in de Bijbel die een belangrijke plek innemen, zoals Priscilla. Ook geeft ze nog legio andere argumenten in haar boek, die er heel duidelijk op wijzen dat de rol van de vrouw in de gemeente groter mag zijn dan vandaag de dag helaas nog steeds in veel kerken verondersteld wordt, zonder feministisch te worden. Verder beantwoordt ze ook op treffende wijze de bekende "weerleggingen". Ik wil echter niet teveel spoilen, maar u uitnodigen om zelf uw onderzoek te doen, onder leiding van de Heilige Geest. Howell's boek kan daarbij zeker goed van dienst zijn. Het boek is hier te koop, indien uw interesse is gewekt. Een absolute aanrader! God bless! :)
13 Comments
Jacqueline
1/22/2022 14:13:38
Vanwaar opeens dit artikel mbt de rol vd vrouw? Het is maar een heeeeel klein percentage vd christenheid die dat zo ziet... en ik vind t opmerkelijk dat overal waar er veel misleiding heeft postgevat de vrouwen ook een grote(re) leidinggevende rol hebben... zowel aan evangelische kant (word of faith, oa joyce meijer, kingdom now) als aan traditionele kant (oa vervangingstheologie wereldgelijkvormigheid, vrijzinnigheid)...
Reply
Bedankt voor uw reactie. Zoals gezegd, is het een recensie. Ik gaf onlangs al aan meer artikelen aan onderwijs te willen wijden. Op dit blog zoek ik graag de periferie op; dingen die onze vooronderstellingen uitdagen, maar wel goed Bijbels onderbouwd. Vanuit die behoefte is dit artikel geschreven :)
Reply
Jacqueline
1/22/2022 15:53:33
Zeker is mijn gebed allereerst zelf bewaard te blijven voor misleiding want uiteraard geldt dat iedereen misleid kan worden. Ik moet het misschien iets anders formuleren: iets wat ik opmerk is dat de voorgangers bij wie ik tot op heden geen dwaalleer heb opgemerkt allen voorgangers zijn die de hele bijbel vers voor vers onderwijzen en die de vrouw niet laten voorgaan in hun gemeente...
Annet
1/23/2022 15:59:15
Mee eens, Jacqueline!
Reply
DrM
1/22/2022 18:45:49
Op https://eenvandaag.avrotros.nl/item/europa-machteloos-aan-de-zijlijn-in-conflict-rond-oekraine-we-tellen-gewoon-niet-mee/ "Europa machteloos aan de zijlijn in conflict rond Oekraïne: 'We tellen gewoon niet mee'". Ik denk dat dit conflict puur met het oprichten van het Hersteld Romeinse Rijk van de antichrist te maken heeft, want juist in crises als deze, zie je in Europa de behoefte aan een sterke man ontstaan.
Reply
Douwe Scheepsma Szn
1/22/2022 20:05:59
Bovenstaande review lijkt overtuigend, maar zal en kan zondermeer door hen die het vanuit Gods Woord anders zien, worden onderuitgehaald. Wie de bal kaatst kan deze terug verwachten... Howell haar vader is een intelligente man en zij zal daar wellicht wat van hebben meegekregen. Echter, met intelligentie (alleen) redden we het niet in geestelijke zaken. Dat de besproken naam in Rom. 16:7 waarschijnlijk een vrouwelijke is, heeft inderdaad de beste papieren, maar daarmee zijn we er niet (qua argument). Waarschijnlijk was zij de vrouw van Andrónicus (ook in die tekst genoemd), maar wat vermaard zijn onder de apostelen inhoud is een vraag. In een vergelijking met andere Griekse werken waar dit woord (vermaard, gevolgd door een datief) voorkomt, heeft het bijna overal de betekenis van: 'bekend bij' (de apostelen), Daniel Wallace, 2001. Dus niet 'onder', oftewel zij waren beiden geen apostelen. Mochten we hen wél onder en bij de apostelen kunnen en willen rekenen, dan zijn ze apostelen in, zeg maar, secundaire (minder belangrijke) zin, wat we nu wel zendelingen noemen. De andere argumentatie is ook echt niet overtuigend, maar ik val de schrijver graag bij in die zin dat vrouwen zeker kunnen spreken, profeteren, echter niet in de gemeente. Dat staat gewoon duidelijk geschreven, hoewel men dat dus echter probeert te ontkrachten.
Reply
"Mochten we hen wél onder en bij de apostelen kunnen en willen rekenen, dan zijn ze apostelen in, zeg maar, secundaire (minder belangrijke) zin, wat we nu wel zendelingen noemen."
Reply
Esmeralda
1/23/2022 09:31:51
Het is mooi als mensen achtergronden onderzoeken en eventueel ook kijken hoe en waarom er gekozen is voor bepaalde woordkeuze als het gaat om de vrouw en haar positie. Voor mij is sinds een korte tijd de zin "en zij raadpleegden de Heere niet" sterk. Hoeveel onderzoek men ook doet (wat goed is) ik ben te laag geletterd om dat alles te kunnen onderzoeken en te begrijpen. Ik moet het doen met wat er geschreven staat en daarom ben ik blij met die zin, en zij raadpleegde de Heere niet. Waarom? Omdat het mij wel aan zet om wel de Heere te raadplegen. In ALLES. Ook wat mijn positie is in Christus. En dat is allereerst Zijn dochter zijn en als Hij wil dat ik zal spreken, zal Hij mij, nadat ik Hem geraadpleegd heb, dat ook vertellen.
Reply
Peter Terpstra
2/22/2022 20:35:51
Rom 16:7 - Salute Andronicus and Junia, my kinsmen, and my fellowprisoners, who are of note among the apostles, who also were in Christ before me.
Reply
Heb je de alinea goed gelezen, Peter? Hyperlinks staan erbij, als je de grondtekst wilt checken..
Reply
Peter
2/24/2022 23:56:18
Als ze onder de apostelen zijn( wat trouwens niet helemaal goed vertaald is), dan betekend dat nog steeds niet dat ze apostel zijn. Als ik onder de Belgen ben, ben ik ook nog geen Belg. De Bijbel zegt dat iemand alleen apostel kan zijn indien hij ooggetuige van Jezus Christus is geweest, en ook Zijn hemelvaart heeft gezien.
Peter Terpstra
2/25/2022 19:12:34
Nee dank u..
Reply
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|