" 3. Ík heb opdracht gegeven aan Mijn geheiligden; ook heb Ik Mijn helden opgeroepen om Mijn toorn uit te voeren – zij die uitgelaten zijn over Mijn majesteit. 4. Hoor, rumoer op de bergen, als van veel volk. Hoor, gedruis van koninkrijken, van verzamelde heidenvolken; de HEERE van de legermachten monstert de krijgsmacht. 9. Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen. 10. Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden zullen hun licht niet laten schijnen, de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt, en de maan zal haar licht niet laten schijnen." (Jesaja 13:3-4, 9-10, HSV) Dag van de Heer Laten we deze profetie van Jesaja allereerst eens in de juiste tijdsbepaling zetten. Het speelt zich af als de zgn. Dag van de Heer vlakbij is. Die dag komt nádat de zon, maan en sterren hun licht niet zullen laten schijnen, vertelt Joël 2:31. Dit gebeurt tijdens het zesde zegel, wat raakvlakken heeft met de zevende schaal; in beide instanties verdwijnen immers alle bergen en eilanden (Op. 6:12-14, 16:20). Ook lezen we over veel volken en koninkrijken die zich tégen de Heer verzamelen. Hierover lezen we in schaal 6 (Op. 16:12-16). Die volken verzamelen zich bij Megiddo en trekken dan richting Jeruzalem (Zach. 14:2-3), om vervolgens verslagen te worden door Jezus en Zijn heiligen (Op. 19:15-19). Oké, nu we dit helder hebben, moeten we alleen nog bepalen wie die zogenaamde heiligen zijn. Laten we eerst eens wat andere Bijbelteksten raadplegen om het beeld nog wat scherper te krijgen. " 14. Ook over hen heeft Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd, toen hij zei: Zie, de Heere is gekomen met Zijn tienduizenden heiligen, 15. om over allen het oordeel te vellen en alle goddelozen onder hen terecht te wijzen voor al hun goddeloze daden, die zij op goddeloze wijze bedreven hebben, en voor al de harde woorden die zij, goddeloze zondaars, tegen Hem gesproken hebben." (Judas 1:14-15, HSV) Henoch Het bovenstaande is een direct citaat uit het boek Henoch, wat niet in onze Bijbel staat, maar wel een oorspronkelijk werk is en soms interessant om een historische context te krijgen. Let wel, we weten niet precies wat er mee gebeurd is. Het is mogelijk dat bepaalde delen van dit boek later aangepast zijn, en daarom kan dit boek nooit doorslaggevend zijn. Het kan soms wel helpen om een scherper beeld te krijgen van zaken die in de Bijbel worden genoemd. Hagios Ook in 1 Korinthe 6:2 lezen we dat de heiligen (Grieks: hagios) zullen oordelen over de wereld, wat bevestigd wordt door teksten als Openbaring 2:26-27. Ik heb al eens eerder een pleidooi gehouden over het feit dat het Griekse hagios in het Nieuwe Testament nooit gebruikt wordt als een synoniem voor engelen. Het wordt maar liefst 61x als een synoniem gebruikt voor gelovigen, primair die in de gemeente. Soms wordt het wél gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, maar dan wordt het zelfstandig naamwoord "engel" er wel altijd bij genoemd (bijv. in Matth. 25:31, Mar. 8:38, Luk. 9:26, Hand. 10:22, Op. 14:10). Echter, om compleet uitsluitsel te geven en elk spoor van twijfel te verwijderen, wil ik de tekst uit Jesaja 13 nu nóg eens lezen. "Ík heb opdracht gegeven aan Mijn geheiligden; ook heb Ik Mijn helden opgeroepen om Mijn toorn uit te voeren – zij die uitgelaten zijn over Mijn majesteit." (Jesaja 13:3, HSV) Gibbor Wat staat hier nu eigenlijk? Merk op dat er twee groepen genoemd worden; allereerst de geheiligden, en ten tweede de helden. Dit wordt aangegeven met het woordje "ook", in het Hebreeuws gam. Het is interessant dat hier specifiek over de geheiligden gesproken wordt, niet de heiligen. Dit impliceert dat zij éérst niet heilig waren, maar heilig gemáákt zijn. Komt dat bekend voor? Lees Romeinen 15:16, 1 Korinthe 1:2, 6:11 of Hebreeën 10:14 bijvoorbeeld. Dit gaat overduidelijk over mensen, christenen om precies te zijn. Dan is er nog de tweede groep; de zogenaamde gibborim, in het Hebreeuws. Van Jefta (Richteren 11:1) en Boaz (Ruth 2:1) wordt bijvoorbeeld gezegd dat zij gibborim waren. Tot zover geen probleem, toch? Echter, de term gibborim wordt ook gebruikt om het nageslacht van de godenzonen uit Genesis 6, de zgn. nephilim, aan te duiden. Ook Goliath werd een gibbor genoemd, zo valt te lezen in 1 Samuël 17:51. En in Jesaja 13:3 wordt in de Septuagint (de LXX, de Griekse vertaling van het Oude Testament) ook gesproken over reuzen, bijzonder genoeg. Hoe moeten we die twee groepen dan nu identificeren? Wel, allereerst weten we dat de eerste groep onmiskenbaar christenen zijn. Wat is die tweede groep dan? We hebben hiervoor twee opties: óf dit zijn super-christenen, of dit zijn zeer machtige bovennatuurlijke wezens. Ik vermoed zelf het laatste, maar helemaal uitsluiten kan ik de eerste optie niet. We weten immers dat er verschillend loon is in de hemel. Sommigen zullen meer loon hebben dan anderen. Overweeg immers de volgende tekst, in het licht van 1 Kor. 3:10-15. " 40. En er zijn hemelse lichamen en er zijn aardse lichamen, maar de heerlijkheid van de hemelse is verschillend, en die van de aardse is verschillend. 41. De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend, en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster. 42. Zo zal ook de opstanding van de doden zijn." (1 Korinthe 15:40-42a) Conclusie We kunnen er dus absoluut niet meer omheen: de opname móet vóór de 7-jarige Grote Verdrukking gebeuren. Waar komen die hemelse legers met hun prachtige witte, linnen kleren anders immers vandaan? Wanneer zijn die dan opgenomen? Ook Jezus zegt het heel mooi in Johannes 14, als Hij naar de hemel gaat en vertelt over wanneer Hij terugkomt om ons tot Hem te nemen. Hij spreekt daar over het huis van Zijn Vader, waar vele woningen zijn en Hij plaats heeft gemaakt voor ons. De hemel dus. Als Hij ons dus tot zich neemt, naar welke plek is dat dan? Naar de aarde, naar het 1000-jarige koninkrijk? Neen. De plaatsen zijn gereed gemaakt in de hemel! Zeven jaar lang zullen we daar mét Hem zijn en feest hebben, terwijl de aarde de grootste verdrukking ooit ondergaat. Daarna zullen we met Hem terugkeren en dán pas zal het koninkrijk op aarde komen. Kijkt u hier niet enorm naar uit? (: God bless en maranatha! " 2. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. 3. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben." (Johannes 14:2-3, HSV) PS: Laat u overigens niet van de wijs brengen door het getal 10.000 of "tienduizenden". Dit wordt op andere plekken in de Bijbel ook vaak vertaald met "een ontelbare menigte" en drukt vooral de veelheid uit.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|