Unravelations
  • Home
  • Openbaring
  • Belangrijk
  • e-Books
    • 49 Redenen
    • 49 Argumenten
    • Physics of Hell
  • AVG
  • Links
  • About

Moeten christenen dóór de grote verdrukking? Deel 3

9/22/2021

5 Reacties

 
Foto
In dit laatste deel van het drieluik waarin de "documentaire"  van pastors Roger Jimenez en Steven Anderson, genaamd "Na de Verdrukking" uitgebreid besproken wordt, zullen we de laatste misvattingen, stropoppen en drogredenen behandelen van de posttribulationaire opname. Hier kunt u deel 1 en deel 2 vinden. Om het geheel passend af te sluiten zullen we ook een sterke casus maken voor onze eigen visie op wanneer de opname precies plaatsvindt. De Bijbel geeft namelijk wel degelijk een aantal zeer sterke aanwijzingen en zelfs bewijzen voor een pretribulationaire opna​me. Ik hoop dat ik u hiermee mag bemoedigen (:
Heiligen
In de eerste 10 minuten van het tweede uur zoomt Anderson lang in op hoe de grote verdrukking eruit zal zijn naar zijn idee. In grote lijnen is dat hetzelfde als een pretribber zal geloven, met als belangrijkste verschil dat hij de opname zo rond het zesde zegel plaatst. Hierna staat hij even stil bij een tekst uit Openbaring, waaruit hij concludeert dat de kerk wel degelijk door de verdrukking heen moet. Hij haalt hier echter twee groepen door elkaar. In hoofdstuk 6 tot en met 19 vinden we nergens het woord kerk, maar wél het woord heiligen. In het vorige deel zagen we al dat Johannes prima wist hoe hij het woord kerk moest schrijven; maar liefst 19x gebruikt hij dit woord in de eerste 3 hoofdstukken van Openbaring, maar daarna niet meer. Slechts helemaal aan het einde, als de grote verdrukking allang ten einde is, gebruikt hij het woord kerk nog éénmaal, en dan ook nog eens in een epiloog; niet als integraal onderdeel van een gebeurtenis. Het is bijzonder dat Anderson deze tekst over de heiligen gebruikt om zijn gelijk te halen, want eigenlijk bewijst het juist nóg meer dat dit niet eens over de kerk kán gaan. Let maar eens op.
"En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk." (Openbaring 13:7 , HSV)
"En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen." (Mattheüs 16:18, HSV)
Overwinnen
Wanneer we de tekst die Anderson gebruikt, naast een tekst leggen waar Jezus al een kleine tip van de sluier oplicht van het mysterie van de kerk, zien we toch twee heel verschillende dingen. In Openbaring zien we dat de "heiligen" overwonnen kunnen worden, terwijl aan de gemeente (kerk) beloofd wordt dat de poorten van de hel haar níet zullen kunnen overweldigen. Wie zijn dan die zogenaamde "heiligen"? vraagt u. Wel, wat denkt u wat er gebeurt als er zomaar opeens miljoenen wedergeboren christenen tegelijk van de aardbodem verdwijnen? Veel mensen zullen nog eens terugdenken aan die "gekke wappies" met hun theorieën over een opname, en beginnen in te zien dat zij gelijk hadden. Er zal een nieuwe beweging ontstaan - niet de kerk! die is immers al opgenomen - die onthoofd zal worden omdat zij weigert het teken van het beest te nemen (Openbaring 20:4). Dat zal de enige weg zijn om uit die verdrukking te komen voor velen. Wie het teken neemt, is echter voor eeuwig verdoemd (Op. 14:9-11).
Foto
Imminentie
Anderson merkt heel terecht op dat veel christenen en eindtijdleraars ondanks dat zij vaak geloven dat Mattheüs 24 over Israël, de verdrukking en de wederkomst gaat, uit dit hoofdstuk wél de doctrine van de zgn. imminentie halen als het gaat over de opname. Imminent zijn betekent dat iets elk moment plaats kan vinden. Vergelijk het met een stel donkere wolken die boven uw hoofd samenpakken. Het kan elk moment gaan regenen, en u ziet de tekenen, maar helemaal exact weet u het niet. Ook dr. Andy Woods, die ik zeer respecteer, doet dit. Ik ken eerlijk gezegd maar weinig christenen die dit níet doen, en dat is eigenlijk heel arbitrair en vreemd. De grotere context van deze doctrine van imminentie is immers de wederkomst, en zelfs smalle context is er heel duidelijk over. Lees maar mee.
"En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader. Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal." (Mattheüs 24:29-42, HSV)
Wederkomst
Zoals u ziet, is deze tekst compleet ingebed door teksten over de wederkomst van Christus. En de wegname die genoemd wordt, is helemaal geen bonafide opname, zoals we in het vorige deel al hebben gezien. Zij worden immers vergeleken met degenen die weggenomen werden door de zondvloed. Ook het verzamelen van de uitverkorenen uit de 4 hoeken van de aarde, was een vervulling van een oude profetie uit Jesaja 11:12. Het niet weten van de dag of het uur wordt ook nog eens impliciet herhaald in vers 42, waar we ook vinden dat men in die periode opgeroepen wordt om waakzaam te zijn. Als we écht consequent willen zijn, zullen we moeten toegeven dat het de wederkomst is waarvan men het dag of het uur niet weet. Nu zal ik niet beweren dat ik de dag of het uur van de opname weet, maar ik geloof wél dat we die dag kunnen zien naderen (Hebreeën 10:25). En even tussen ons; gezien hetgeen er momenteel allemaal gaande is in de wereld, geloof ik niet dat dat nog 10 jaar gaat duren (: Enfin, laten we weer verder kijken naar wat Anderson nog meer denkt te kunnen gebruiken als tegenargument.

Bewijs
Het volgende punt van Anderson is dat pretribbers naar zijn idee totaal geen grond hebben om op te staan als het gaat om een opname vóór de grote verdrukking. Het klopt dat er inderdaad nérgens letterlijk in één vers staat dat de opname vóór de grote verdrukking plaatsvindt. Anderson vergeet ook even te vermelden dat er nergens een Bijbeltekst is waarin letterlijk staat dat God een Drieëenheid is (hierbij laat ik even het betwiste Comma Johanneum in het midden), of een Bijbeltekst waarin staat dat de aarde 6000 jaar oud is. Dit zijn allemaal zaken die we kunnen deduceren door diverse Bijbelteksten met elkaar te vergelijken en proberen te verzoenen. We noemen dit ook wel systematische theologie. De doctrine van de pretribulationaire opname heeft een zeer sterke systematische theologie hieromtrent; de eschatologie die bijvoorbeeld te vinden is op academische kenniscentra zoals het Pre-trib Research Center van dr. Thomas Ice. In de voorgaande delen hebben we al wat aanwijzingen en bewijzen genoemd voor een pretribulationaire opname, en ook heb ik daar zelf een boek over geschreven, dat u hier gratis kunt downloaden en lezen. Aan het einde van dit artikel zal ik één van de beste bewijzen noemen dat wij christenen al in de hemel zijn, met loon en al, vóórdat er ook nog maar één zegel is verbroken (:

"En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet."
​
(2 Thessalonicenzen 2:1-4, HSV)
Dag van Christus
Terug naar de documentaire. Kent Hovind, die er juist 10 jaar gevangenisstraf op heeft zitten wegens belastingontduiking, wordt als "theologisch zwaargewicht" ingevlogen, en is net als Jimenez en Anderson van mening dat bovenstaand vers ontegenzeggelijk aantoont dat de "opname" voorafgegaan wordt door 1. een grote afvalligheid en 2. de openbaring van de antichrist. Nu is het belangrijk dat we eerst wat definities duidelijk hebben, alvorens we hier verder induiken. Het is inderdaad zo dat in dit Bijbelgedeelte over onder andere de opname gesproken, maar ook de wederkomst gesproken wordt, aangezien het geïntroduceerd wordt met 1. de komst van onze Heere Jezus Christus (de wederkomst) en 2. onze vereniging met Hem. Vervolgens spreekt Paulus over de zogenaamde Dag van Christus, wat in sommige vertalingen ook weleens als de Dag van de Heer wordt vertaald, of in commentaren daarmee wordt vereenzelvigd. Dat is dus allereerst al iets ánders dan de opname, aangezien de Dag van de Heer helemáál geen dag van vrolijkheid is, maar een dag van wraak, ellende en rouw. Zie hiervoor teksten als Amos 5:18-20 of Zefanja 1:14. Toch is ook de vereenzelviging van deze Dag van de Heer met de Dag van Christus mogelijk een onnauwkeurigheid. De Dag van Christus lijkt zich namelijk positief te onderscheiden van de Dag van de Heer. Álle teksten waar het gaat over de zgn. Dag van Christus staan namelijk in relatie tot het ontvangen van loon door de opgenomen gemeente (1 Kor. 1:8, Filippenzen 1:6, 1:10 en 2:16) wat mij en gelukkig ook vele anderen doet vermoeden dat deze dag, die plaatsvindt in de hemel, synchroon loopt met de Dag van de Heer, die plaatsvindt op aarde. 
Dag van de Heer: vindt plaats op aarde, en is een dag van wraak, ellende en rouw (Amos 5:18-20)
Dag van Christus: vindt plaats in de hemel, en is een dag waarop loon wordt uitgedeeld (Fil. 1:6, 10 en 2:16)
Afval
Tegelijk is er een sterke casus te maken dat de afval waarover in dit tekstgedeelte gesproken wordt, in feite een synoniem is voor de opname. In oudere vertalingen werd dit dan ook steevast met "vertrek" aangeduid, zoals in de Vulgaat (4e eeuw), de Wycliff Bijbel (1384), de Tyndale Bijbel (1526), Coverdale (1535), Cranmer (1539), Breeches (1576), Beza (1583) en Geneefse Bijbel (1608). Het vertalen van het Griekse grondwoord apostasia is op slechts één andere plek in de Bijbel vertaald als een geestelijk vertrek (in Handelingen 21:21, als gesproken wordt over de afvalligheid van de Bijbelse voorschriften), en op die plek is dat denk ik legitiem. Op deze plek echter vinden we een bepaald lidwoord, wat aangeeft dat het om een héél specifiek moment gaat. Het gaat over hét vertrek. Of in moderne vertalingen dé afval. Dat impliceert dat dit een heel kenmerkend moment moet zijn, dat voor de lezers van deze brief duidelijk te herkennen is. Als ik zou zeggen: bij een boom moet u links, en dan de tweede rechts, dan snapt u natuurlijk niet welke boom ik bedoel. Als ik echter zou zeggen: bij dé boom moet u links, en dan de tweede rechts, dan heb ik het over een heel specifieke, markante boom. Die boom zou opvallen, of u zou uit de context van mijn beschrijving op kunnen maken welke boom ik bedoelde. Ik had het misschien al eerder met u over die boom gehad, en zodoende weet u op dit punt in mijn beschrijving welke boom ik bedoel. Dat geeft aan dat die geestelijke afvalligheid veel minder waarschijnlijk is. Geestelijke afvalligheid is er immers altijd geweest. Paulus schrijft aan Timotheüs dat er veel valse leraren zijn, en ook in de zeven brieven van Jezus aan de gemeenten lezen we dat slechts 2 gemeenten het er goed vanaf brengen. En dat is nog maar in de eerste eeuw! Wanneer kunnen we dus spreken over dé geestelijke afvalligheid? "Ja, maar.." zegt u misschien, "u weet niet hoe érg de kerk er in de 21 eeuw aan toe is. Het lijkt wel Laodicea. Christenen doen de meest weerzinwekkende dingen." Wist u dat de brief aan Laodicea in éérste instantie aan een eerste eeuwse gemeente in Turkije is geschreven? En dat in de gemeente van Korinthe ook de meest weerzinwekkende dingen gebeurden? Denk aan die man die met zijn stiefmoeder sliep (1 Kor. 5) of christenen die óók gemeenschap hadden met de tempelprostituees (1 Kor. 11). Wát is het punt dat onze huidige universele kerk significant onderscheidt van de rest van de kerkelijke periodes door de eeuwen heen? Of moet dat nog komen? Snapt u dat dit onmogelijk empirisch vast te stellen is. Hoe had Paulus' publiek dan moeten weten waar hij het over had, als dit over een geestelijk vertrek ging? Nee, dit gaat om een létterlijk vertrek. Reken maar dat het opvallend is als opeens álle christenen van de aardbodem verdwenen zijn. De werkwoordsvorm van dit Griekse woord (aphistemi) wordt maar liefst 12x in het Nieuwe Testament gebruikt om een fysiek vertrek aan te duiden (slechts 3x als een geestelijk vertrek), en dat op deze plek te doen ligt dan ook binnen het semantisch bereik van het oorspronkelijke Koiné Griekse Lexicon. Liddell, Scott en Jones spreken daar zelfs over de mogelijkheid om dit te vertalen als "verdwijning". Nu we al deze details helder hebben en onze definities juist, zijn we er klaar voor om de tekst op de juiste manier te lezen. Laten we de moeilijke begrippen nu eens vervangen voor de definities die we zojuist hebben ontdekt, en kijken wat de tekst nu zegt.
"En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de [weder]komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem [opname], dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus [de grote verdrukking / de dag van de Rechterstoel van Christus waar loon uitgedeeld wordt] al aangebroken zou zijn. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag [die dag van de grote verdrukking / het uitdelen van loon] komt niet, tenzij eerst de afval [opname] gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf [de antichrist] geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet." (2 Thessalonicenzen 2:1-4, HSV)
Brief
Door een heel nauwkeurige exegese te doen, is het dus volkomen duidelijk dat deze tekst eigenlijk helemaal geen bewijs is voor een posttribulationaire opname, maar juist een pretribulationaire. Paulus schrijft hier namelijk dat de grote verdrukking voorafgegaan wordt door 1. de opname en 2. de openbaring van de antichrist. Pas dán zal het loon uitgedeeld worden in de hemel en de wraak op aarde uitgestort. Het is gezien de verwarring die er was in de gemeente van Thessaloniki dan ook niet verwonderlijk dat hij dat op deze manier beschrijft. Zij dachten immers al dat zij ín die grote verdrukking waren, en waren hierdoor aan het wankelen gebracht (vers 2a), door een brief die zij hadden ontvangen van een valse leraar (vers 2b). Paulus legt hier uit dat dat helemaal niet eens kán, omdat de opname eerst moet plaatsvinden en de antichrist geopenbaard moet worden. Dát is het punt dat hij hier probeert te maken. Door dit uit te leggen als een posttribulationair tekstgedeelte, doen we geen recht aan die achtergrond waartegen Paulus schrijft. Dan zou het namelijk nergens op slaan. Dé geestelijke afvalligheid? Op welk specifiek signaal moeten we dan letten? Dat is nogal vrij voor eigen interpretatie. Nu ja, laten we weer teruggaan naar de lijn van de documentaire.
Opname
Als een van de laatste argumenten noemt Anderson dat veel pretribbers de opname niet eens aan kunnen wijzen in het boek Openbaring; dat ze énkel in staat zijn om Openbaring 4:1 als voorbeeld te noemen, waar de apostel Johannes wordt opgenomen. Het is inderdaad zo dat dit een visioen of een geestelijke ervaring van Johannes is, en dat dit hooguit als een typologisch model gebruikt kan worden voor de opname van de hele gemeente. We kunnen op grond van dit vers geen legitieme basis creëren voor een pretribulationaire opname. Er zijn helaas wat pretribbers die dit vers als prooftext gebruiken, en ik moet Anderson gelijk geven dat dit inderdaad heel vreemd is. Toch is er wel degelijk een vers in het boek Openbaring te vinden waar het woord opname (harpazo in het Grieks) létterlijk genoemd wordt, en dat is in Openbaring 12. In het vorige deel van deze serie hebben we al even aangestipt waarom dat niet enkel over de hemelvaart van Jezus ging, maar dat het hier feitelijk om een dubbellaagse profetie gaat over de opname. Hier wellicht ten overvloede, een uittreksel uit dat artikel.
"Openbaring 12 opent met de geboorte van een Kind, dat wordt opgenomen, maar daarna met ijzeren staf zal regeren. Dit gaat in eerste instantie typologisch gezien over Jezus, maar er zijn wat zaken waarin de Heilige Geest bewust afwijkende details lijkt te geven. Ja, Jezus werd uit Israël (de vrouw die bekroond is met 12 sterren - zie Genesis 37) geboren, en ook zal Hij met een ijzeren staf regeren. Toch is het niet zo dat Jezus werd opgenomen om gered te worden van satan. Het Griekse harpazo betekent zoiets als "snel wegtrekken voor komend gevaar", en dat was absoluut niet wat gebeurde bij Jezus' hemelvaart. Hij had satan juist overwonnen! Ook wordt het kind in deze profetie opgenomen naar de hemel en niet naar Egypte. Ik, en een groeiende groep Bijbelleraren, geloven daarom dat dit een schoolvoorbeeld is van een dubbellaagse profetie. Ja, Jezus is als Hoofd van de gemeente naar de hemel gevaren, maar hoe kan het Hoofd zonder het lichaam regeren, met een ijzeren staf (Kol. 1:18)? Ook de gemeente is geboren uit Israël, zal worden opgenomen (1 Thess. 4:13-18, 1 Kor. 15:51-52) en zal tevens regeren met een ijzeren staf (Op. 2:26-27, 20:4-6). We kunnen dus stellen dat Openbaring 12 begint met de opname, en eindigt met satan die probeert de rest van de kinderen van Israël te vervolgen, 3,5 jaar lang."
Ouderlingen
​Misschien nog wel een mooier vers om te bewijzen dat de opname wel degelijk vóór de grote verdrukking zal plaatsvinden, is een simpele deductie die we kunnen maken uit de beschrijving die de zgn. 24 ouderlingen van zichzelf geven in Openbaring. Wat zijn dit voor mysterieuze mensen? Waar komen zij opeens vandaan? Laten we eerst de bewuste tekst eens goed bestuderen.
"En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen. En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde."
​(Openbaring 5:8-10, HSV)
Foto
Kronen
Wat meteen opvalt, is dat deze 24 ouderlingen een beschrijving van zichzelf geven die onmiskenbaar toegepast kan worden op de gemeente van Christus. Dat dit niet enkel gaat over oudtestamentische gelovigen, kan worden opgemerkt door de definities "uit elke stam, taal, volk en natie". Johannes lijkt naar woorden te zoeken om de allesomvattendheid van Jezus' offer uit te drukken voor de mensen. Tegelijk is Jezus níet gestorven voor de engelen, dus die groep kunnen we ook al uitsluiten. Het feit dat de 4 levende wezens óók participeren in dit lied, is mijns inziens dan ook beperkt tot het bespelen van de citers. Ik geloof dat het de 24 ouderlingen zijn die zingen, en de 4 levende wezens (in sommige vertalingen 'dieren') die instrumentaal begeleiden. Dat is ook de volgorde waarin zij genoemd worden. Éérst de 4 wezens, dan de 24 ouderlingen. Éérst de citers, daarna het reukwerk en gezang. Als we een hoofdstuk terug lezen, zien we zelfs dat de ouderlingen ook al loon hebben gehad!
"En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid, wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: 'U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.'" (Openbaring 4:9-11, HSV)
Priesters
Ziet u dat zij alreeds kronen hebben ontvangen? Kronen, waarvan in de vorige twee hoofdstukken nog gezegd werd dat die klaar lagen als loon (Openbaring 2:10 en 3:11). Dit kan dus ook niet over de overledenen gaan die tijdelijk verblijven in het paradijs, want dan zou de zgn. Rechterstoel van Christus élke keer als een christen overlijdt, plaats moeten vinden. Ook opvallend is dat deze 24 ouderlingen in Openbaring 5 priesters worden genoemd. De 24 ouderlingen uit de priesterordes die David destijds instelde, in 1 Kronieken 24, zijn een aarde voorafschaduwing van hetgeen we hier zien. Het is niet zo dat er slechts 24 mensen opgenomen en behouden worden. Nee, zij staan aan het hoofd van een veel grotere menigte van mensen die ook gered zijn. Ze worden dan ook ouderlingen genoemd. Waar in de Bijbel worden engelen ouderlingen genoemd? Ouderling ben je over een groep mensen. Het zou vreemd zijn een ouderling genoemd te worden als er geen ondergeschikten waren. De implicatie is hier dus dat er al een heel grote groep mensen in de hemel is, die hun loon al hebben ontvangen, voordat er ook maar één zegel verbroken is (:

Slot
​
Met deze gedachten wil ik dan ook graag afsluiten. We hebben nu de hele documentaire besproken, en het is duidelijk dat God ons niet bestemd heeft tot wraak en daarmee de grote verdrukking. Nee, wij zullen voor het ergste worden gespaard, hoewel dat tegelijk niet betekent dat ons niets kan gebeuren. We leven in een moeilijke periode, en het heeft er alle schijn van dat Jezus snel zal komen om ons op te nemen. Ook wil ik nog zeggen dat ik blij ben dat Anderson de docu desondanks op een heel mooie manier afsluit; een oproep tot het geloven in het evangelie, en hierbij aangeeft dat wij indien wij gered zijn, voor ééns en altijd gered zijn en blijven. Wij kunnen onze redding niet verliezen! Ook al verschillen we dus van mening op dit punt, en zegt hij soms wel héél extreme dingen richting de LGBT-community, ik ben er blij om dat we hetzelfde Fundament hebben als het om het evangelie gaat. Ik bedoel, ik ben geen voorstander van welke relatievorm dan ook, anders dan die de Bijbel voorschrijft, maar mensen zo harteloos beledigen is gewoon not done. Velen van ons hebben een tijd zonder God geleefd, en Paulus roept ons op om niet over hén te oordelen die buiten de gemeente zijn (1 Kor. 5:10-13), maar juist over hen die binnen in onze gelederen zijn. Laten we bidden voor Anderson dat hij hierover berouw zal tonen en natuurlijk voor alle mensen die zich identificeren met deze groep. Het is niet makkelijk om te leven met zulke verwarrende gevoelens. Tegelijk is het goed om u te beseffen dat het voor geen énkel mens makkelijk is om te leven als christen. Hoevelen kampen niet elke dag met depressie, met onzekerheid, een porno-, alcohol- of drugsverslaving? Hoevelen zitten niet vast in materialisme? Of moeten leven met het idee dat zij nooit kinderen zullen kunnen krijgen? Een overleden dierbare? Elke dag gepest te worden op het werk of op school? We hebben allemaal onze battles, en die van de LGBT-community neemt daarin geen uitzonderingspositie in. We moeten elkaar niet veroordelen omdat we een andere smaak zonde of andere strijd hebben. We kunnen geen leed met leed vergelijken, en dat moeten we ook niet willen. Laten we focussen op de Oplossing; Jezus Christus! (: God bless!
5 Reacties

Moeten christenen dóór de grote verdrukking? Deel 2

9/12/2021

5 Reacties

 
Foto
In het vorige deel bespraken we de eerste pakweg 20 á 25 minuten van de "documentaire" Na de verdrukking. We zagen hier al dat de makers Anderson en Jimenez flink wat munitie uit de handen genomen werd. In dit deel horen we ook de evenzo controversiële Kent Hovind aan het woord, en zullen we het middenstuk van de docu bespreken. Ook hier zijn weer genoeg stropoppen omvergeschopt en andere drogredenen te vinden. We zullen onder andere kijken naar een aantal tekstgedeelten over wraak en verdrukking, en over waarom wij christenen hierdoor zéker weten dat wij niet door de grote verdrukking hoeven te gaan.
"Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen."

​(Johannes 16:33, HSV)
Verdrukking
​"Verdrukkingen zijn van alle tijden", is een antwoord wat u meestal zult krijgen van posttribbers, en dat is helemaal waar. Wij christenen worden op zichzelf niet gespaard voor verdrukking, zoals we door de hele Bijbel en gehele geschiedenis heen zien. Toch voegt Jezus in Mattheüs 24:21 iets heel specifieks toe aan dit woord; het bijvoeglijk naamwoord "grote". Dan vertelt Hij ook nog eens dat die periode die komt een periode is zoals de aarde nog nooit gezien heeft en ook nooit meer zal zien. Het is dus érger dan de Zondvloed, érger dan de plagen van Egypte en érger dan de Holocaust. Het is een heel specifieke periode, en niet zomaar één van de vele verdrukkingen, die op zich natuurlijk verschrikkelijk kunnen zijn, begrijp me goed. Denk aan de christenen in Iran of Noord-Korea. Dát zijn de verdrukkingen waarover Johannes 16:33 spreekt. De "grote verdrukking" echter staat gelijk met Gods wraak die onverdund over de aarde heen wordt uitgestort. De verdrukkingen uit Joh. 16:33 zijn verdrukkingen die primair veroorzaakt worden door mensen of door satan en zijn handlangers. Wat is hiervoor mijn autoriteit? Laten we daarvoor naar twee parallelpassages kijken, en die vergelijken.
"Laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen. Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat. Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal." (Mattheüs 24:16-21, HSV)
"Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan. Want dit zijn dagen van wraak, opdat al wat geschreven staat, vervuld wordt. Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land en toorn over dit volk."
​
(Lukas 21:21-23, HSV)
Wraak
Jezus houdt tweemaal ongeveer dezelfde toespraak, maar opvallend zijn enkele accentverschillen. De periode waarin mensen uit Judea moeten vluchten, en dat zwangeren gewaarschuwd worden, wordt in de ene tekst de "grote verdrukking" genoemd en in de andere tekst "dagen van wraak" die specifiek bedoeld zijn als "toorn over dit volk (Israël)". Is er dan al eens eerder zo'n periode beloofd aan het volk Israël? Fijn dat u het vraagt. Blader eens naar Jeremia 30:6-7, waar het gaat over Jakobs benauwdheid. Wanneer u verder leest ziet u ook dat God die benauwdheid bewust over Jakob (Israël) laat komen, omdat Hij hen met mate straft (vers 11b), maar de brandende toorn van de Heer op de rest van de goddelozen zal blijven. Het is echter déze toorn (of in andere vertalingen: wraak) waarvoor wij christenen gespaard zullen blijven, als we de volgende teksten in acht nemen.
"Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn." (Romeinen 5:9, HSV)
Oordeel
"Ach," zullen sommigen posttribbers zeggen, "dat is gewoon de toorn van het oordeel in de hemel, als we voor Gods troon staan. Dát wordt hier bedoeld." Laten we daarom ook de twee volgende teksten van Paulus aan de gemeente van Thessaloniki in overweging nemen.
".. en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn."
​
(1 Thessalonicenzen 1:10)
"Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus." (1 Thessalonicenzen 5:9, HSV)
Wederkomst
Deze twee teksten zijn al meer indicatief voor welke toorn precies bedoeld wordt. In de eerste tekst gaat het immers over het verwachten van de Zoon uit de hemelen, wat een verwijzing is naar Zijn wederkomst (die natuurlijk voorafgegaan wordt door de grote verdrukking). In de tweede tekst is het nóg duidelijk in welke context Paulus dit bedoelt, aangezien er één hoofdstuk eerder gesproken wordt over de opname en in de eerdere verzen van hoofdstuk 5 over al die ellende die over de wereld zal komen als God Zijn wraak uitstort. Twijfelt u nog? Laten we dan nóg wat verder inzoomen op over wélke wraak het hier precies gaat. Hiervoor wil ik u meenemen naar een tekst uit het midden van de "grote verdrukking", waarover gesproken wordt in Openbaring 7:14, maar waar enkele verzen eerder gesproken wordt over Wiens wraak we het hier precies hebben. 
Foto
"En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?"

(​​Openbaring 6:15-17, HSV)
Toorn
Het moge nu toch overduidelijk zijn dat het hier ontegenzeggelijk gaat over de toorn / wraak van het Lam en niet de toorn of wraak van mensen of satan. Door de Bijbelse geschiedenis heen zien we inderdaad dat verdrukking (wraak van satan en mensen) iets is dat God soms toelaat, zodat wij leren volharden. De wraak van God en van het Lam echter zijn specifiek bedoeld als vergelding voor zonden, en omdat wij christenen al gereinigd zijn in het bloed van Jezus zou die wraak dus soteriologisch misplaatst zijn; het zou God inconsequent en tot een leugenaar maken. Dat die wraak niet pas bij het 6e zegel begint, wordt ook duidelijk als we de Griekse tijdsbepaling van het werkwoord "erchomai" (komen) overwegen. In de tweede aorist actieve indicatief wordt hiervoor de vervoeging "elethen" geschreven. De theologen en Griekse taalkundige autoriteiten Robert Thomas en Gerald Stanton schrijven hierover het volgende:
"Het werkwoord 'elethen' (is gekomen) is aorist indicatief, refererend naar een voormalige aankomst van wraak, niet iets dat op het punt staat plaats te vinden. De mensen zien de aankomst van deze dag ten​minste zo vroeg als de kosmische rampen die het 6e zegel karakteriseren (6:12-14), maar bij reflectie zullen zij vermoedelijk beseffen dat het alreeds bezig was bij de dood van een vierde van de wereld bevolking (6:7-8), de wereldwijde hongersnoden (6:5-6) en de globale oorlogen (6:3-4). De snelle opeenvolging van al deze gebeurtenissen zullen niet aan hun aandacht zijn ontsnapt, maar het licht van hun ware uitlegging komt pas in het bewustzijn van de mens op als de extreme fenomenen van het zesde zegel arriveren."

Dr. R.L. Thomas, Openbaring 1-7: Een Exegetisch Commentaar, editie van Kenneth Barker (Chicago: Moody, 1992), p. 457-458
"Zelfs de meest oppervlakkige lezing van Openbaring 6:12-17 laat zien dat de roep van vers 16-17 een schreeuw van verschrikking is door de kwaadaardige, rebellerende menselijke leiders die oorlog, hongersnood, dood, vernietiging, een verbrijzelende aardbeving en een beangstigende ontregeling van hemellichamen hebben meegemaakt tijdens de eerdere oordelen. Zij reageren overduidelijk op het voorgaande oordeel en niet de oordelen die nog zouden komen, aangezien kwaadaardige mensen geen capaciteit hebben om een profetie te uiten. Het is waar dat de aorist tijdsbepaling normaliter geen tijdssignificantie heeft, maar het werkwoord "elethen" is in de aorist indicatieve tijdsbepaling, en wanneer dat voorkomt, refereert dit naar een voorgaande actie en niet naar een toekomstige [H.E. Dana en J.R. Manty; Een Handleiding in Grammatica van het Griekse Testament (New York: Macmillan, 1950), p. 178]. Om die reden is de juiste vertaling dan ook 'de dag van Zijn wraak is gekomen' of zoals een grote meerderheid van de vertalers stellen; 'de grote dag van Zijn wraak was gekomen.' Het is een enorme fout om de tekst te forceren, te verklaren; 'de dag van Zijn wraak zal komen.' Men kan enkel concluderen dat deze sterke referentie naar de wraak van God de directe respons is van de kwaadaardigen naar hun verschrikkelijke ervaring onder de eerste zes zegels, en niet een verhulde profetie van de komende bazuin-oordelen."

Dr. G.B. Stanton, Behouden van het Uur: Bijbelse Aanwijzingen voor de Pretribulationistische Wederkomst van Christus (Grand Rapids: Zondervan, 1956; herdruk, Miami Springs, Florida: Schoettle, 1991), p. 388
Verschil
Terug naar de documentaire. Anderson stelde dat wraak en verdrukking twee verschillende dingen zijn. We hebben gezien dat die bewering in dit geval geen stand houdt. Ja, soms is verdrukking niet de wraak van God, maar in het geval van de "grote verdrukking" wél. Sommige christenen zullen volhouden dat het hier de mensen zijn die tijdens de eerste zegels de verdrukking veroorzaken door oorlogen, hongersnoden en met biologische wapens besmettelijke ziekten te verspreiden. Dat klinkt zo op het eerste gehoor misschien logisch, maar is het dan niet zo dat God Zijn wraak soms ook met behulp van mensen uitstort over een volk? Lees deze tekst uit Ezechiël bijvoorbeeld eens en oordeel zelf. Is dit Gods wraak?
"Want zo zegt de Heere HEERE: Ook al zend Ik Mijn vier ergste oordelen – zwaard, honger, wilde dieren en pest – naar Jeruzalem om daar mens en dier uit te roeien, zie, dan zullen er toch in overblijven die ontkomen, en die naar buiten gebracht zullen worden, zonen en dochters. Zie, zij zullen naar u uittrekken en u zult hun weg en hun daden zien. Dan zult u getroost worden over het onheil dat Ik over Jeruzalem gebracht heb, al wat Ik erover gebracht heb." (Ezechiël 14:21-22, HSV)
Foto
Rechtvaardig
We zien in dit tekstgedeelte heel veel. Allereerst zien we dat vier van de oordelen uit de eerste zegels ook hier genoemd worden in relatie tot het oordeel van God. Dit is dus absoluut Gods wraak / toorn. Ook zien we typologisch dat God bij het voltrekken van Zijn oordeel altijd een voorziening treft voor de rechtvaardigen. In de eerdere verzen van dit hoofdstuk uit Ezechiël wordt dat nog duidelijker, maar ook in andere Bijbelgedeelten zien we typologisch hetzelfde gebeuren als God Zijn oordeel voltrekt. Het redden van Noach, bij de zondvloed, of Lot bij de vernietiging van Sodom: Er is altijd ontkoming voor de rechtvaardigen. Zo ook in de "grote verdrukking". Abraham zei het immers al in de vorm van een retorische vraag: "Zult u ook de rechtvaardige tegelijk met de goddeloze wegvagen?" (Gen. 18:23). Het antwoord hierop is natuurlijk een overduidelijk "nee". Een hoofdstuk later geeft de engel dan ook aan dat hij "niets kan doen totdat Lot in Zoar is aangekomen" (Gen. 19:22). Begrijpt u het nu? De wraak, toorn of verdrukking van satan of mensen is dan misschien soms voor ons christenen (Joh. 16:33), de wraak van God Zélf is nooit bedoeld voor ons, die gerechtvaardigd zijn door het kostbare bloed van Jezus Christus (Rom. 3:23-24, 2 Thess. 5:21)!
"En de uitverkorenen zullen worden opgenomen worden met Hem in de wolken."
(Steven Anderson's versie van Mattheüs 24:31)
"En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan."
​(Mattheüs 24:31, HSV)
Opname
Anderson gaat verder, en na ruim 33 minuten in de docu combineert hij opeens twee Bijbelteksten, zodat het lijkt alsof het over hetzelfde gaat. Doet hij dit nu bewust? Allereerst gaat het in dit vers helemaal niet over de opname, het woord wordt niet eens genoemd. Het gaat over bijeenbrengen. Ook de plek waarvan zij bijeengebracht worden is significant. Zijn Joodse toehoorders zullen ongetwijfeld meteen hebben gesnapt naar welke profetie Jezus refereerde. Dat was namelijk Jesaja 11:12, waar het overduidelijk gaat over het terugbrengen van de Israëlische stammen vanuit de vier "hoeken" van de aarde. Dat is begonnen in 1948, maar zal in de toekomst voltooid worden. Er wonen nog steeds enorme concentraties Joden in steden als New York of Antwerpen, en die moeten allemaal nog teruggebracht worden. Zo de tekst te verbuigen is natuurlijk niet eerlijk, Steven.
Hierna
Een volgende bekrompen redenering die Anderson gebruikt, is het ééndimensionale gebruik van het woord "hierna", in het Grieks aangeduid met meta tauta. Anderson veronderstelt dat het boek Openbaring chronologisch is, omdat het woord "hierna" volgens hem tienmaal (eigenlijk negen, maar fouten zijn we van Anderson inmiddels wel gewend) gebruikt wordt om de volgorde van gebeurtenissen aan te geven. Dat is op zichzelf nog niet meteen een geldig argument natuurlijk, want er wordt in 7 van de 9 gevallen dat die combinatie voorkomt, bij gezegd dat Johannes hierna iets zág of hoorde. Het zegt dus in de eerste instantie iets over de volgorde waarin hij iets zag of hoorde, niet per sé de volgorde van gebeurtenissen. Denk aan de film Vantage Point, die ook niet per sé chronologisch is, maar waar telkens vanuit een ander perspectief hetzelfde wordt verteld, met nieuwe details. U ziet dan wél één grote tijdslijn, maar dat zegt nog niets over of die gebeurtenissen chronologisch zijn.

Duivel
Op het volgende punt moet ik Anderson wél gelijk geven. Teveel eindtijdpredikers denken dat Openbaring 12 al een gebeurtenis uit het verleden is. We hebben al vaker over gesproken op dit blog over hoe het teken van het Kind uit Openbaring 12 een dubbele lading draagt (zie de uitleg onder het kopje "merkteken" van dit artikel), iets wat Anderson overigens niet erkent. Wat Anderson wél correct ziet, en vele andere pretribulationaire eindtijdleraren níet, is dat vers 9 (Satan die samen met zijn handlangers uit de hemel wordt gegooid) ook nog toekomstig is. Dat is ook logisch; als dit deel al gebeurd is, hoe kan het dan een openbaring zijn? Dat is dan toch geen nieuwe informatie? Nee, het derde deel van de sterren die naar de aarde worden geslingerd zijn een celestieel symbool voor wat er in realiteit gebeurt of staat te gebeuren. Daar pakt vers 7 het weer op. De eerste 6 verzen vormen het celestiële perspectief, de volgende verzen zijn het gerealiseerde perspectief. Satan heeft, zoals Anderson terecht aangeeft, nog steeds toegang tot de hemel, hoe gek dat ook klinkt. Hij kan vrij vanuit de hemel zo naar de aarde reizen en weer terug, zoals we in Job 1:6-7 of 2:1-2. Die vrijheid houdt echter een keer op, en ook het derde deel van de gevallen engelen zal uit de hemel worden gegooid. Ook velen van hen hadden nog toegang tot de hemel, zoals we bijvoorbeeld lezen in 1 Koningen 22:19-22. Anderen zitten echter al opgesloten in ketens van eeuwige bewaring (Judas 1:6). Volgens het apocriefe boek van Henoch zijn dat er 200, maar daar zal ik verder niet op ingaan vanwege het controversiële karakter van dit boek.

Antichrist
Na ruim drie kwartier bouwt Anderson op naar het deel waarin hij poneert waarom de leer van de pretribulationaire opname zo gevaarlijk en verderfelijk is. Volgens hem zal de antichrist al aan het begin van de grote verdrukking komen met allerhande leugens om de christenen een rad voor de ogen te draaien. Anderson gaat zelfs zó ver dat hij beweert dat de antichrist zóveel macht heeft, dat hij de pretribbers kan laten geloven dat híj de wedergekomen Jezus is (na een fake opname?) Vraagje: hoe zou hij dat dan moeten doen? Is satan dan zo machtig dat hij alle christenen letterlijk mee kan nemen naar één of andere plek buiten of binnenin de aarde (een soort Shamballa) waar alles er leuk uitziet? En wat zou hij daar dan moeten doen? Ons christenen overtuigen om alsnog het teken te nemen? Ik hoop dat u inziet dat zijn theorie natuurlijk compleet onhoudbaar is. Waar lezen we dit immers in de Bijbel? Satan heeft een hoop macht, begrijp me goed, maar ik geloof niet dat hij in staat is ons een collectieve fake rapture ervaring te geven waarin wij verleid zouden kunnen worden tot het nemen van een merkteken. Later in de documentaire krabbelt Anderson daar dan ook al wat op terug, door te zeggen dat de pretribbers naar zijn idee in zo'n geval ook wel zullen beseffen dat ze bedrogen zijn en zich bij het kamp van de posttribbers voegen. Natuurlijk geloof ik sowieso niet in een posttribulationaire opname, maar dat laatste lijkt me in hypothetische zin natuurlijk wel logischer dan het eerste.
Het laatste deel van dit drieluik vindt u hier.
5 Reacties

Moeten christenen dóór de grote verdrukking? Deel 1

9/11/2021

9 Reacties

 
Foto
"Nee," zou de gemiddelde lezer van dit blog zijn geneigd te antwoorden. Toch krijgen we met enige regelmaat de respons van geïrriteerde broeders en zusters die menen dat we hiermee een dwaalleer verspreiden. Het debat over wanneer de opname is, duurt al decennia, zo niet langer. En de toon waarop dat debat gevoerd wordt, is lang niet altijd even leuk. Laat ik daarom voorop stellen; wat we precies geloven over wanneer de opname is, heeft mijns inziens niet per sé invloed op onze behoudenis. Ik ben daar tegelijk ook niet héél stellig in, omdat er ook een groep is die meent dat wij door de grote verdrukking moeten omdat wij gelouterd of geheiligd moeten worden. Deze gedachte druist direct in tegen de alomvattende genade die Jezus ons bewezen heeft; Zijn offer was en is een éénmalige genoegdoening voor ál onze zonden; de zonden die wij gedaan hebben en de zonden die wij nog gaan doen. Als dát voor u de reden is om te geloven dat wij door de zgn. grote verdrukking moeten, alsof de straf die Jezus ontving niet voldoende is voor onze zonden, dan vraag ik me af of u wel begrijpt wat Jezus aan het kruis heeft gedaan voor ons, bijna 2000 jaar geleden. Er is echter ook een andere groep, die om ándere redenen gelooft dat wij door de grote verdrukking heen moeten gaan. Nu sinds het begin van de corona"crisis" steeds ingrijpendere maatregelen door autoritaire overheden over ons heen worden gespuugd, beginnen steeds meer christenen te denken dat we wellicht tóch door de grote verdrukking heen moeten of dat we ons hier misschien al in bevinden. Ik kan u gerust stellen; dat is absoluut niet het geval! Één van de "documentaires", waarmee de "posttribbers" (de christenen die geloven dat we dóór de grote verdrukking moeten) hun gelijk denken te kunnen halen, is de docu "Na de Verdrukking". Die zal ik in dit artikel stapsgewijs doornemen en op élk punt Bijbels weerleggen.
Strike one
Met stemmingmakende muziek, beelden en een zwoele voice-over, begint de documentaire met het waarschuwen van christenen voor de doctrine van de pretribulationaire opname. De prefixen pre-, post- en mid- communiceren in dit debat de positie die mensen innemen omtrent de opname. Komt die vóór (pre) de grote verdrukking (tribulatio is het Latijnse woord voor verdrukking), of juist ná (post) die verdrukking? Documentaire is misschien wel teveel gezegd. Na een tijdje heb je eigenlijk vooral het idee dat je naar een preek zit te luisteren. In de documentaire verschijnen diverse sprekers die geagiteerd vertellen waarom zij menen dat de pretribbers ongelijk hebben. Één van die sprekers is de controversiële voorganger Steven Anderson, die een paar jaar geleden nog werd verboden naar Nederland te reizen vanwege zijn extreme visie. Enfin, laten we in deze bespreking vooral naar de inhoud kijken. Na iets meer dan drie minuten vertelt de voice-over dat Mattheüs 24 duidelijk stelt dat de opname ná de grote verdrukking volgt. Maar is dat wel écht zo? Laten we eens naar de bewuste passage gaan en zien wat de passage eigenlijk zegt.
Foto
"En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde (beter vertaald zou zijn: het land, zie ook Zach. 12:10-14, red.) rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid." (Mattheüs 24:29-30, HSV)
Het klopt inderdaad dat er gesproken wordt over een grote verdrukking in deze tekst en dat Jezus ná die grote verdrukking terug zal ko​men. Maar is de opname hetzelfde als de daadwerkelijke terugkeer van Jezus, als Hij Zijn voet op de Olijfberg plaatst? Er wordt door posttribbers vaak gewezen op de overeenkomsten tussen de teksten die gaan over de opname en de teksten die gaan over de wederkomst, maar er zijn ook veel verschillen. Sommige van die verschillen staan zelfs diametraal tegenover elkaar. Hiernaast een overzicht dat ik uit mijn laatste e-book heb gehaald, waar ik 10 van die onoverkomelijke verschillen belicht. Als u de tekst moeilijk kunt lezen, klikt u op de afbeelding om die uitvergroot te zien. Zoals u ziet, is er dus ook in de latere verzen van Mattheüs 24 geen sprake van een bonafide opname. Degenen die worden weggenomen in het vergelijk uit vers 39, zijn immers de slechteriken. Weet u zeker dat u mee wilt met díe opname? 
Foto
Strike two
Het is ironisch dat na ongeveer vier minuten wordt geïnsinueerd dat de pretribbers hun Bijbel niet goed lezen, terwijl we juist ontdekten dat zij zélf niet in staat zijn een goede exegese te doen. Maar ook historisch gezien slaan ze al snel de plank mis. Na slechts vijf minuten wordt de volgende onwaarheid alweer uitgesproken. Anderson stelt dat "er geen bewijs is van wie ook" dat de doctrine van de opname vóór de grote verdrukking, al vóór 1830 werd genoemd door de kerkvaders. Hij meent dan ook dat dit een vrij nieuwe leer is. Op zichzef is dit issue al irrelevant. Immers, de katholieken hebben zo'n 1000 jaar lang verkeerde doctrines geleerd en dat zegt niets over wat de Bijbel zélf leert. Zelfs al zouden 7,99 miljard mensen geloven in de opname ná de verdrukking, maar de Bijbel wél letterlijk stelt dat de opname juist vóór die grote verdrukking is, dan is het toch duidelijk wat de waarheid is? Wat men hier doet is het aanvoeren van een drogreden; de zogenaamde argumentum ad populum. Het zou niet uit moeten maken wat de meerderheid gelooft, als de Bijbel iets ánders leert, moeten we dát geloven. Toch is ook het argument zélf aantoonbaar onjuist. Er wordt immers meermaals door de kerkvaders over de pretribulationaire opname gesproken. In de middeleeuwen is het goed zoeken, maar vooral in de periode van de Anteniceense kerkvaderen (35-325 n. Chr.) vinden we diverse uitspraken van kerkvaders over dat zij geloofden in een opname vóór de grote verdrukking. Hieronder een overzicht van zes van die teksten, mét bronvermelding.
“Ga daarom en vertel de uitgekozenen van de Heer Zijn machtige daden en vertel hen dat dit beest een voorafschaduwing is van de vervolging die er aan komt. Als u zichzelf daarop voorbereid, met heel uw hart berouw toont en u keert naar de Heer, dan is het mogelijk er aan te ontsnappen. Als uw hart zuiver en onberispelijk is en u de dagen die u in uw leven resten de Heer onbesproken dient. Wend uw zorgen af op de Heer en Hij zal ze richting geven. U die twijfelt: Vertrouw op de Heer, want Hij heeft alle macht en kan Zijn boosheid van u afwenden en de twijfelaars belagen met plagen. Wee hen die deze woorden horen en er ongehoorzaam aan zijn, het zou beter voor hen zijn dat ze niet geboren waren.”
​(Herder van Hermas 23.5-6, ca. 150 n. Chr.)
"Als aan het einde die kerk opeens opgenomen wordt van datgene, waarvan gezegd wordt: ‘Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.'" (Irenaeus, Adversus Haereses, boek V, hoofdstuk XXIX, vers 1, ca. 170 n. Chr.)
"“Omdat de hemel die weggerold wordt, betekent, dat de kerk weggenomen zal worden. Bergen en eilanden van hun plaatsen verwijderd, communiceert dat in de laatste verdrukking alle mensen vertrekken van hun plaatsen, dat is, dat de goeden worden verwijderd, zoekende de verdrukking te ontvluchten.” (Victorinus, ​Commentaar op de Apocalypse van de gezegende Johannes – Van het zesde hoofdstuk, vers 14, ca. 270 n. Chr.)
"En geeft u God geen dank, prijst u uzelf niet gelukkig, dat door een vroegtijdig vertrek u weggenomen wordt, en bevrijd van de ongelukken en rampen die aanstaande zijn?” (Cyprianus, Verhandeling VII, vers 25b, ca. 250 n. Chr.)
"Want al de heiligen en de uitverkorenen van God worden verzameld, voor de verdrukking die zal komen, en worden opgenomen tot de Heer opdat zij de verwarring niet zien die de aarde zal overspoelen vanwege onze zonden.” (Efraïm de Syriër, Over De Laatste Tijden, De Antichrist En Het Einde Van De Wereld, ca. 373 n. Chr.)
Foto
".. maar nu zal Hij nog niet op de aarde neerdalen, want deze is nog niet gereed om Hem te ontvangen; maar wanneer deze en haar werken verbrand zijn, en het gereinigd is en gelouterd door het vuur, en een nieuwe aarde geworden zal zijn, zal Hij erop neerdalen, en wonen met zijn heiligen daarop: en dit suggereert een andere reden waarom Hij in de lucht zal blijven, en Zijn heiligen Hem daar ontmoeten, en wie Hij op zal nemen met Hem tot in de derde hemel, tot de algehele vuurvloed en verbranding der wereld over is, en door hen daarvoor te bewaren; en dan zullen al de uitverkorenen van God vanuit de hemel als een bruid versierd voor haar echtgenoot, en Hij met hen, en de tabernakel van God zal bij de mensen zijn.” (​Dr. John Gill, Commentaar op 1 Thessalonicenzen 4:17, 1748 n. Chr.)
Strike three
Zelfs in de "donkere" middeleeuwen is een commentaar te vinden van de Italiaanse Fra Dolcino (1307 n. Chr.), die er weliswaar vreemde ideeën op nahield, maar tegelijk aangaf dat de opname wel degelijk vóór de grote verdrukking plaats zou vinden. Behalve dat de doctrine van de pretribulationaire opname toegeschreven wordt aan de Engels-Ierse theoloog Darby, die dit in 1830 opschreef, wordt laatstgenoemde ook in diskrediet gebracht omdat hij zogenaamd de Bijbel zou hebben vervalst en belangrijke teksten zou hebben verwijderd. Buiten dat ook dit weer een drogreden is (een zgn. ad hominem - aanval op de persoon, terwijl ook een omstreden persoon soms gelijk kan hebben), is ook dit niet per sé een juiste weergave van de feiten. Darby's Bijbel was een Bijbel die grotendeels gebaseerd was op de Alexandrijnse teksten, die weliswaar ouder zijn, terwijl van de Byzantijnse teksten (de Textus Receptus) enkel nog kopieën waren, die natuurlijk jonger zijn. De originele Byzantijnse teksten waren veel ouder, maar waren vergaan doordat er zó vaak uit vertaald was, en inmiddels onbruikbaar geworden. Ook citaten uit bijvoorbeeld de Anteniceense Kerkvaders stemmen voor het leeuwendeel overeen met de Byzantijnse tekstfamilies. De kerk uit de regio van Alexandrië stond erom bekend dat zij zogenaamde zendbrieven schreven onder valse apostolische pseudoniemen, en ook hun gnostische invloeden zien we terug in de Alexandrijnse tekstvariaties. De keuze om te gaan voor de meest oude (grond)teksten, en niet voor de meerderheid van kopieën is dus een begrijpelijke, maar in dit geval een onjuiste. Vrijwel alle moderne vertalingen doen dit inmiddels, maar het is natuurlijk maar de vraag of dit opzettelijk gebeurt. Gezien Darby's verdere leerstellingen kan ik me moeilijk voorstellen dat hij dit met opzet gedaan heeft, om mensen te misleiden. Three strikes and you're out, zeggen de Amerikanen toch? Laten we echter eens verder kijken en luisteren naar wat voor "argumenten" Anderson en consorten aanhalen om hun gelijk te "bewijzen". 
Verschillen
​Na een minuut of twaalf begint pastor Jimenez Mattheüs 24 en 1 Thessalonicenzen 4 met elkaar te vergelijken. Heel slim "lijmt" hij deze twee teksten aan elkaar door te spreken in grote lijnen van overeenkomsten. Let er goed op hoe hij dit doet, en hoe het daardoor lijkt alsof de twee teksten over hetzelfde spreken. Daarna gaan we nauwkeuriger kijken, en worden juist de verschillen duidelijk. Volgens Jimenez stelt 1 Thessalonicenzen dat:
1. De Heer naar beneden komt,
2. De trompet klinkt, en
3. We worden opgenomen in de wolken
Vervolgens gaat hij naar Mattheüs 24 en focust hierbij slechts op één deel van deze begrippen. Anderson gaat verder met deze slimme, selectieve manier van teksten "lijmen" en focust op de versen 29 tot en met 31, waar inderdaad wordt gesproken over de Heer, een trompet én wolken. Nou, klaar! Toch? Not so fast, citizen! Door deze selectieve manier van vergelijken wordt enkel gefocust op de overeenkomsten, maar hoe zit het met de verschillen? Mag ik nu even? Dan wil ik graag uw aandacht vestigen op de volgende zaken:
A. Wáár spreekt Mattheüs 24 over de wederopstanding van de doden?
B. Waar lezen we in Mattheüs 24 over christenen die worden opgenomen ín de wolken?
C. Waar lezen we in Mattheüs 24 überhaupt over de kerk?

Nergens in Mattheüs 24 zien we graven opengaan. Ook lezen we niets over een ontmoeting in de lucht. En waar gaat het in dit tekstgedeelte over de kerk? Het hele woord kerk of gemeente (ecclesia in het Grieks) komt er niet in voor. De hele passage is gefocust op wat er met Israël zal gaan gebeuren. Dit terwijl Paulus bij de brief aan de gemeente van Thessalonicenzen juist de focus heeft op wat er met de kerk gebeurt. Dáár gaat het juist weer nergens over Israël. Toch niet geheel onbelangrijk, lijkt ​me. Wanneer we een ándere belangrijke tekst over de opname erbij pakken, namelijk 1 Korinthe 15, en die vergelijken met Mattheüs 24, worden nog veel meer verschillen zichtbaar. Let maar eens op.
D. Waar lezen we dat we in een ondeelbaar ogenblik een nieuw lichaam krijgen?
E. En andersom; waar lezen we in 1 Thess. 4 of 1 Kor. 15 over een verdrukking vooraf?
F. Waar lezen we in 1 Thess. 4 of 1 Kor. 15 over diverse voortekenen? 
G. Waar lezen we in 1 Thess. 4 of 1 Kor. 15 dat élk oog Hem zal zien als Hij komt?

Israël
Anderson windt zich er vervolgens over op dat veel christenen ​menen dat het in Mattheüs 24 over Israël gaat. "Misschien was de zendbrief van Paulus aan Efeze wel gericht aan de Efeziërs, of de zendbrief aan de Hebreeën gericht tot de Hebreeërs? Misschien was de zendbrief van Paulus aan de Thessalonicenzen wel gericht aan de Thessaloniërs! Maar élke belofte in het boek is aan mij, elk hoofdstuk, elk vers, elke zin!" betoogt Anderson. Natuurlijk, de Bijbel is geschreven voor ons allen, om te lezen, te bestuderen en om door opgebouwd te worden. Het is echter niet geschreven aan ons allen. Of wil Anderson beweren dat de Joodse wetten uit Leviticus ook voor hém gelden? Of dat Mattheüs 10:5-7 toch ook op hém van toepassing is? We zullen moeten erkennen dat niet élke passage in de Bijbel voor ons gelden. Narcegese, is dat in essentie; een narcistische kijk op de Bijbel waarin we onszelf óveral in de tekst menen te moeten injecteren. Veel sprekers hebben daar tegenwoordig last van. Waarom moeten wij net als David reuzen verslaan? Gek genoeg betrekken ze het nooit op teksten als Mattheüs 27:5, waar Judas zich verhing. Ziet u waar zulke extreme narcegese heen leidt? Het kan potentieel élke dwaalleer rechtvaardigen. Om die reden zullen we altijd goed moeten kijken naar het publiek. Het is overduidelijk dat God dispensationeel anders handelt met Israël dan met de kerk. Voor Israël gold de wet, voor de kerk geldt de genade. Het is belangrijk dat we die twee niet door elkaar gaan halen. Ook de toekomst van die twee is heel anders. Voor Israël geldt dat haar een heel benauwde periode te wachten staat (Jeremia 30:6-7), terwijl het woord kerk helemaal niet voorkomt in Openbaring 6 t/m 19, waar het gaat over die specifieke periode in de tijd die Jezus de "grote verdrukking" noemt. Dit terwijl Johannes prima wist hoe hij dit woord moest schrijven. In de eerste 5 hoofdstukken van Openbaring wordt het maar liefst 19x genoemd! Ook in Mattheüs 24 valt op hoe Joods alles is: het gaat over de tempel (vers 1), de Olijfberg (vers 3), Judea (vers 16) en de Sabbat (vers 20). Nérgens spreekt Jezus over de kerk. Ook zijn troef uit Markus 13:37, waar Jezus in een parallelvers zegt dat Hij dit tegen állen zegt, legitimeert mijns inziens niet dat dit voor de kerk geldt. Het is een toespraak waar Jezus specifiek de mensen in de grote verdrukking waarschuwt, getuige verzen als Markus 13:14, waar de mensen in Judea worden gewaarschuwd om naar de bergen te vluchten. Er worden heel specifieke dingen genoemd, zoals op het dak zijn en snel vluchten, opletten als je zwanger bent of rekening houden met de sabbat. Het advies van Jezus aan de Joden in de verdrukking is dus niet beperkt aan hén, maar aan állen die wereldwijd in de grote verdrukking leven. Wij christenen zijn er dan al niet meer, omdat we zijn opgenomen, maar de waarschuwing is evenmin voor de lezers van dit boek die niet Joods zijn, én in de grote verdrukking leven. Dát is de context! Het primaire publiek zijn de Joden, en de rest van de wereld (niet de kerk!) worden slechts terloops genoemd. De kerk was immers nog een m​ysterie, schrijft Paulus (Rom. 16:25-27, Kol. 1:25-27 en Ef. 3:1-6) en zou pas later worden onthuld. Dit maakt de opname zélf, die geldt voor de gemeente van Christus, natuurlijk nog méér tot een mysterie. Dat wordt dan ook bevestigd in 1 Korinthe 15:51-52. Hoe zou Jezus daar dan al allerlei details over kunnen geven in Mattheüs 24?
​
Wegname
Anderson merkt terecht op dat veel pretribbers tóch proberen de opname in Mattheüs 24 te vinden, en ik ben met hem eens dat we dat níet moeten doen. Het zou ons arbitrair maken in onze hermeneutiek. Het is ook helemaal niet nodig! De wegname in de verzen 40 en 41 gaat zoals ik al eerder liet zien, niet over een bonafide opname. Het wordt in vers 39 immers vergeleken met de zondaars die door de zondvloed worden weggenomen. Is dat een goede wegname? Natuurlijk niet! Die opname wilt u niet bij zijn. Sommige vertalingen hebben gemeend dit met "aangenomen" te moeten vertalen. Dat vind ik persoonlijk erg jammer; het is mijns inziens een vertaalfout. De context maakt immers duidelijk dat degenen die weg worden genomen slécht af zijn, en degenen die achterblijven juist goed af. Het Griekse woord dat we in de grondtekst vinden op deze plek, is parala
mbano. Dit woord wordt bijvoorbeeld ook in Mattheüs 4:5 gebruikt om aan te geven dat de satan Jezus meeneemt. Vraagje: Is dat dan een bonafide, een goede wegname? Ook wordt dit woord in Mattheüs 12:45 gebruikt om aan te geven dat een boze geest andere geesten meeneemt als hij een lege ziel vindt. Nóg een vraagje: Is dít dan een goed voorbeeld van een wegname? Of wat dacht u van de Romeinse soldaten die Jezus meenamen in Mattheüs 27:27, of de Romeinse soldaten die Paulus meesleurden in Handelingen 23:18? Hier wordt telkens het woord paralambano gebruikt, terwijl 1 Thessalonicenzen 4 het heeft over harpazo. Mijn antwoord op Anderson zou dus heel stellig zijn; Nee, Mattheüs 24 en 25 gaan nérgens over de opname. 
Uitverkorenen
Voorts merkt Jimenez op dat het woord "uitverkorenen" in Mattheüs 24 niet per sé op Israël hoeft te slaan, zoals sommige pretribbers beweren. Ik ben met hem eens dat dit woord niet per sé een technische term is (een term die altijd en overal hetzelfde betekent, door de hele Bijbel heen), maar daarbij moeten we wel op de context lezen. Zoals we zagen is de context in Mattheüs 24 overduidelijk Joods, en omdat er in deze Rede op de Olijfberg nog niets over het mysterie van de gemeente is gezegd, is het niet logisch om hierbij aan de kerk te denken. De eerste keer dat over de Uitverkorene wordt gesproken, is dat in Jesaja 42. Hier is dat in het enkelvoud, en het gaat daarbij overduidelijk over Jezus, als we kijken welke eigenschappen aan Hem worden toegedicht in de context. Drie hoofdstukken later wordt Israël juist Gods uitverkorene genoemd. Van de in totaal 17x dat deze term genoemd wordt, zijn er 8 referenties naar Israël, 6 referenties naar personen binnen de gemeente, 2 referenties naar Christus en 1 referentie die niet helemaal éénduidig is (angelos in 1 Tim. 5:21 kan zowel menselijke boodschapper als engel betekenen). Anderson en Jimenez geven echter al van tevoren aan dat ze niet door de hele lijst willen gaan "omdat er niet genoeg tijd is", en dat komt hen natuurlijk wel heel goed uit. Zo kunnen ze ook hier dus weer selecteren, en daar gaat uiteraard weer genoeg mis. Ze ratelen er gigantisch vlot doorheen, en als u niet oplet, zou u de logische fouten misschien niet eens opmerken. Anderson noemt als voorbeeld Romeinen 11:7 (waar overigens gesproken wordt over "election" en niet over "elect" - klein detail, maar ik zal er niet moeilijk over doen), en betrekt dit op heidense christenen. Dat is gezien de context echter heel vreemd. In Romeinen 9 tot en met 11 bespreekt Paulus met de Romeinse christenen (waar ook veel bekeerde Joden deel van uitmaakten) wat er met de Joden zal gebeuren. Lees maar eens hoe hij deze sectie introduceert in Romeinen 9:3-5. Het valt absoluut niet te ontkennen dat het hier over Israël gaat! In Romeinen 11 sluit hij deze sectie af, maar in vers 7 zit hij nog middenin het verhaal over de edele Olijfboom, wat overduidelijk een verwijzing is naar Abraham, de vader van álle gelovigen. De Joden zijn de natuurlijke takken, en de ingeënte takken zijn de heidenen. Ook zijn er takken uitgerukt, maar die kunnen wel weer opnieuw worden ingeënt. Ze zijn dus wél geroepen, maar níet per sé uitverkoren. In de grote verdrukking zullen heel veel Israëli's tot geloof komen in Jezus, onder andere de 144.000 uit de 12 stammen van Israël (Openbaring 7), en uiteindelijk zal na een zuivering 2/3e sterven (Zacharia 13:8-9), maar de rest geheel behouden worden (Zach. 12:10-14, Op. 1:7, Rom. 11:25-26) als de volheid van de heidenen is ingegaan. Vraagje: waarín zijn zij ingegaan? Hint: het heeft iets te maken met de opname. De denkfout die Anderson en Jimenez (bewust?) maken, is heel vreemd. Ze trekken de definitie eerst héél breed en algemeen, als "gelovigen" uit welke etnische achtergrond dan ook, maar kijken niet naar de definitie in smallere zin. Als ik het heb over schapen, bedoel ik dan áltijd die wollige beesten? Of bedoel ik soms ook de kuddedieren die braaf alle propaganda van de overheid volgen? Dat hangt van de context af natuurlijk! En dat is precies wat Anderson en Jimenez hier niet doen, als ze in rap tempo even een dozijn teksten bespreken. Lees ze zelf, de hyperlinks staan hierboven. Geloof me niet omdat ik het zeg, maar doe uw eigen onderzoek onder leiding van de Heilige Geest en u zult zélf tot de juiste conclusie komen (Hand. 17:10-11, 1 Thess. 5:21).
Het vervolg van dit artikel vindt u hier. God bless! (:
9 Reacties

    Categorieën

    Alles
    2025
    5G Netwerk
    Aliens & Demonen
    Already - Not Yet
    Bethel Church
    Bijbelstudie
    Buitenste Duisternis?
    China
    Corona / Complot
    Cryptovaluta
    Cyber Polygon
    De 10 Koninkrijken
    De 2 Getuigen
    Debunked: Alverzoening
    Debunked: Calvinisme
    Debunked: Historisme
    Debunked: Part. Rapture
    Debunked: Post Trib.
    Debunked: Preterisme
    Debunked: Pre-Wrath
    De Gap-theorie
    Ezra's Apocalyps
    Factchecks
    Genesis
    Geopolitiek
    Great Reset
    Grote Verdrukking
    Hebrew Roots?
    Hell's Kitchen
    Islam
    Israël
    Jaaroverzichten
    Katholieke Kerk
    Kerk In Verval
    Kingdom Now?
    Klimaat
    Mandela-effect
    Mazzaroth
    Nibiru
    Occultisme
    Opname
    OSAS
    Platte Aarde?
    Prepping
    Profetie
    QAnon
    Recensies
    Redding
    The Last Reformation
    The Shack?
    Transhumanisme
    Update!
    Vijgenboom-generatie
    Wat Is Babylon?
    Wederkomst

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Openbaring
  • Belangrijk
  • e-Books
    • 49 Redenen
    • 49 Argumenten
    • Physics of Hell
  • AVG
  • Links
  • About