Unravelations
  • Home
  • Openbaring
  • Belangrijk
  • e-Books
    • 49 Redenen
    • 49 Argumenten
    • Physics of Hell
  • AVG
  • Links
  • About

Covid-tenten in de Bijbel?

5/21/2022

0 Reacties

 
YouTuber "The Sword Of God" uploadde onlangs deze video, waarin hij verkondigt dat er in Lukas 21 over covid-tenten wordt gesproken. Maar is dat wel écht zo? Kunnen we dit echt uit de tekst halen? Of legt hij iets in de tekst dat er niet staat? Laten we dit eens nauwkeurig onderzoeken aan de hand van de tekst en context.
Foto
"Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen." (Lukas 21:35, HSV)
Strik
In deze tekst uit Lukas 21 wordt gesproken over de eindtijd, in het bijzonder de wraak die uitgestort wordt in de grote verdrukking (zie vers 22 - en vergelijk Mattheüs 24:15-21). In het bovenstaande vers wordt gesproken over een strik. Wat wordt bedoeld met die strik? In de Strong's concordantie wordt aangegeven dat het hier om een soort truc kan gaan. Tot zover kan ik daar nog in meegaan. Waar het echter misgaat, is dat deze YouTuber niet helemaal lijkt te begrijpen hoe een concordantie werkt. Hij geeft aan dat "deze specifieke vorm" van het Hebreeuwse woord alleen hier voorkomt, en klikt dan op de stam van het woord: pegnymi. Dat is gewoon absoluut niet waar. Wanneer u iets naar onderen scrollt, ziet u dat dit Griekse woord inderdaad éénmaal voorkomt, maar enkel in Hebreeën 8:2. Het woord dat we in Lukas 21:35 vinden, is echter pagis. Hier wordt niets, maar dan ook niets gezegd over tenten. Ook komt die vorm maar liefst op 4 andere plekken voor in het Nieuwe Testament; te weten Romeinen 11:9, 1 Timotheüs 3:7, 6:9 en 2 Timotheüs 2:26. ​Bovendien verwijst deze zin met het woord "hij" terug naar de vorige zin. Waar verwijst het dan precies naar terug?
"Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt." (​Lukas 21:34, HSV)
Dag
Zoals u ziet, verwijst het terug naar een dag. "Wélke dag dan precies," vraagt u zich misschien af. Laten we eens op zoek gaan in de tekst naar dagen. In vers 21-23 wordt gesproken over de "dagen van wraak", in relatie tot precies die zaken die in Mattheüs 24:15-21 ook genoemd worden. Zwangeren worden gewaarschuwd, mensen in Judea gemaand te vluchten. Dit gaat onmiskenbaar over de grote verdrukking (nogmaals; vergelijk Mattheüs 24:15-21)! Wil de maker van deze video beweren dat we al in de grote verdrukking zitten? Dat kan natuurlijk helemaal niet; deze tekst gaat niet over de opname, maar over de wederkomst. Er zijn talloze verschillen tussen die twee zaken, zoals u ook in het uittreksel hiernaast kunt lezen. Klik met de rechtermuisknop om de tekst groter te maken. Overigens staat er in de tekst uit Lukas 21:35 ook nog een heel belangrijk signaalwoord: áls.
Foto
Als
​Wanneer we deze zin dus goed in haar oorspronkelijke context lezen, staat er dat die dag die deel uitmaakt van de dagen van de wraak, ofwel grote verdrukking, zal zijn áls een strik die komt over allen die op het aardoppervlak wonen. In het voorgaande vers wordt ook nog eens aangegeven dat die dag onverwachts kan komen, en Jezus waarschuwt de Joden er dan ook voor om waakzaam te zijn en niet dronken of in beslag genomen door zorgen. Aan het einde van de grote verdrukking komt de dag van de wederkomst (vers 27), maar die zal over de slapenden komen áls een strik. De context hier is dus onoplettendheid. Het gaat hier helemaal niet over tenten; er is niets dat daarop wijst. De maker van het filmpje moet helemaal teruggaan naar de stam van het woord pagis (dat níet in de oorspronkelijke tekst staat!) en de context achterwege laten om tot zijn punt te komen. Hoewel de beste man wellicht heel goede bedoelingen had, verkondigt hij nu door slechte exegese iets dat onwaar is.
Foto
Slot
Waarom schrijf ik hierover? Wil ik mijn broeders en zusters aanvallen? Absoluut niet! Ongetwijfeld zijn we het over heel veel zaken eens. Sowieso is de visie op de eindtijd niet iets dat per sé essentieel is voor onze zaligheid of fellowship. We mogen hier van mening over verschillen. Als we maar overeenstemmen in het belangrijkste: het evangelie (Gal. 1:6-9, Rom. 14). Wat ik met dit artikel echter wilde laten zien, is dat we soms de neiging hebben om dingen ín de tekst te leggen, omdat verzen los van hun context iets lijken te zeggen dat we graag zouden willen geloven. Onze vooronderstellingen kunnen soms vervelend in de weg zitten. Ook ik heb daar last van, en heb om die reden het e-book 49 Profetieën offline gehaald (voorlopig, tot deze herzien is), omdat daar ook denkfouten in zaten. Het was een verzameling van vervulde profetieën door diverse Bijbelcommentatoren, maar bij nadere bestudering merkte ik toch dat hun gedachtegang niet overal juist was. We maken soms fouten. Ook ik. Daarom is het belangrijk bij dit soort secundaire onderwerpen tot op zekere hoogte een open mind te houden; we kúnnen ernaast zitten. Wanneer we dan té stellig zijn en onze eigen persoon verbinden aan onze mening, kunnen er vervelende discussies volgen waarbij ego's flink in de weg kunnen zitten. Dat wil ik voorkomen. We moeten de tekst zélf laten spreken. Alleen dán kunnen we leren. Het grootste obstakel in het vinden van de waarheid, is soms te veronderstellen dat we die alreeds bezitten. God bless! :)
0 Reacties

Opname in 2023?

3/30/2022

7 Reacties

 
Afgelopen weekend postte collega-blogger Xander een artikel over 2023 als (mogelijke) datum voor het begin van de derde wereldoorlog, en aansluitend het einde van de wereld. Xander is in de afgelopen jaren nogal eens gewisseld van theologie, en er is helaas duidelijk een lijn te zien naar een ​meer new agey interpretatie in recente jaren. Hij legt in zijn artikel een link van Daniël 12 naar het jaar 2023, en in dit artikel wil ik daar een reflectie op plaatsen.
Foto
Verdrukking
De hoofdlijn van zijn redenatie gaat langs de onderstaande verzen uit het twaalfde hoofdstuk van Daniël. Laten we allereerst de context eens goed bepalen, en vervolgens inschatten of Xanders interpretatie juist kan zijn. In vers 1 van dit hoofdstuk wordt al duidelijk dat het over een grote benauwdheid gaat (Jezus parafraseert dit vers in Mattheüs 24:21, en noemt het daar de grote verdrukking). Ook de verzen 7 tot en met 9 maken heel duidelijk dat dit over de tijd van het einde gaat. Er worden daar een tijd, tijden en een halve tijd genoemd. De meeste eschatologen zijn het erover eens dat hiermee 3,5 jaar bedoeld wordt; een periode waarnaar in Openbaring ook meermaals wordt verwezen. Soms als 42 maanden (Op. 11:2, 13:5), soms als 1260 dagen (Op. 11:3, 12:6), maar soms ook net als Daniël; een tijd, tijden en een halve tijd (Op. 12:14). Opvallend hieronder zijn de afwijkende getallen 1290 en 1335. 
"Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt." (Daniël 12:11-12, HSV)
Gruwel
Om de profetie verder goed te kunnen duiden, is het essentieel dat we een helder begrip krijgen van het het meest fundamentele ankerpunt: wát wordt precies bedoeld met de "verwoestende gruwel"? Allereerst is het belangrijk om te weten dat de gruwel der verwoesting historisch al een vervulling heeft gekend in de gebeurtenissen rondom Chanoeka. Ruim een eeuw vóórdat Jezus geboren werd, besloot een Seleucidische koning (Antiochus IV) die destijds heerste over Judea, om een standbeeld van Baäl middenin de tempel te plaatsen. Daniël profeteerde hier al eeuwen eerder over, in hoofdstuk 11 van het gelijknamige Bijbelboek staat dit uitgebreid beschreven (in vers 31 wordt hier de gruwel der verwoesting genoemd in relatie tot Antiochus). Vanaf vers 35 zien we opeens een dubbele laag ontstaan, waar het plots gaat over "de tijd van het einde". Ook Jezus bevestigt in Mattheüs 24:15 dat deze gruwel waarover Daniël al had gesproken, nóg een vervulling zal krijgen.
"Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten!" (Mattheüs 24:15, HSV)
Afgod
Het is nu dus overduidelijk dat in de oorspronkelijke context over een afgod gesproken werd. Dat is dan ook de meer precieze vertaling van shiqquts (afgod) shamem (verschrikkelijk). Als Daniël dus aangeeft dat zoiets in de eindtijd wéér zal gebeuren, zullen we logischerwijs aan een soortgelijk iets moeten denken. In Openbaring 13 zien we hier dan ook een fragment van. 
Foto
"En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden." (​Openbaring 13:14-15, HSV)
Beeld
In deze tekst zien we heel duidelijk dat het tweede beest (de valse profeet), een "beeld" laat maken voor het eerste beest (de antichrist). Dat beeld wordt vervolgens zelfs levend, wat de profetie over de shiqquts shamem een extra gelaagdheid geeft. Waar de eerste vervulling al blasfemisch was, is dit het absolute summum van godslastering. Ik vermoed dat dit ook het triggerpoint is waarmee het tweede deel van de grote verdrukking zal starten. God laat niet met zich spotten!
Foto
Rotskoepel
Terug naar het artikel van Xander. Hij stelt dat de bouw van de Rotskoepel op het tempelplein de start van de 1335 dagen markeert. Dat is echter nog maar de vraag. Zo'n uitleg vergt dat we veel feiten zullen moeten negeren. Allereerst gaat het over dagen, niet over jaren. Natuurlijk is het legitiem om bij de 70 weken-profetie uit Daniël 9 een jaar voor een dag te rekenen, maar dat is in de eerste plaats omdat het woord shavua daar ook de semantische ruimte voor biedt. Hetzelfde woord vinden we immers ook in Genesis 29:27-28, als Jakob tweemaal 7 jaren (twee shavua) voor Laban moet werken. Natuurlijk kan een profetie soms een dubbele laag hebben, maar er is meer.. 
Daniël
Ten tweede noemt Xander ook 1260 jaren die verstrijken tót de Rotskoepel neer wordt gezet op het tempelplein. Hij haalt dit echter weer uit een ander Bijbelgedeelte, en het is maar de vraag of deze berekening klopt. In zijn model moeten we uitgaan van het jaar 688 als het moment waarop met de bouw van de koepel begonnen is. Wanneer we daar 1260 dagen vanaf halen, komen we uit in het jaar 572 vóór Christus. Dat is wel wat problematisch, als we de geschiedenis náást deze uitleg leggen. Over wanneer Daniël precies leefde, is wat debat. In elk geval is duidelijk dat hij meegenomen werd door koning Nebukadnezar na de belegering van Jeruzalem. Dat is zo rond 600 voor Christus gebeurd. De ballingschap duurde in totaal 70 jaar, en Daniël was dus al een oude man toen hij de visioenen uit hoofdstuk 9 tot en met 12 kreeg. Dit moet ongeveer in het jaar 530 (600-70) v. Chr. geweest zijn. Dat is dus níet in het jaar 572, zoals Xander impliceert.
Tempel
Een andere vraag die we ons moeten stellen bij Xanders artikel, is of de tempel wel écht op de plek stond waar nu de Rotskoepel staat. De Joden hebben hoge waardering voor de westelijke zijde van de muur van de Haram Al-Sharif (het veronderstelde voormalige tempelplein), en noemen dit dan ook wel de klaagmuur. Toch is het gek dat deze muur intact is, als Jezus nota bene specifiek zegt dat er geen steen op de andere zal blijven. 
Fort
Ook vanuit andere delen van de Bijbel is duidelijk op te merken dat de tempel hier eigenlijk helemaal niet gestaan kán hebben, als we bovenstaande documentaire in overweging nemen. De Haram Al-Sharif is waarschijnlijk een overblijfsel van het Romeinse fort Antonia, zo stelt Bijbelonderzoeker Bob Cornuke in de docu. Dus ja, de Rotskoepel is een gruwel (er staat namelijk létterlijk boven de deur dat God geen Zoon zou hebben), maar de disconnectie met Daniël 12 is dat het a. geen afgod is en b. ook niet op de heilige plek (zie Matth. 24:15) staat. 
Jaartal
Verder is ook het jaartal 688 niet onomstreden. Dit zou de start markeren van de bouw van de Rotskoepel, maar andere bronnen melden dat er al in 685 werd aangevangen met de bouw. De Rotskoepel werd vermoedelijk in 692 voltooid. Dit zet ook het jaartal 1948 op losse schroeven als een periode van 1260 jaren vanwaar een eindtijd van 75 jaar zou moeten volgen. ​Alles bij elkaar opgeteld, rammelt er teveel aan Xanders uitleg, om dit in overweging te kunnen nemen.
Foto
Judea
Denk bijvoorbeeld ook aan wat Jezus zegt, als Hij deze passage uit Daniël aanhaalt: "Laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen." Als Jezus hierbij de Rotskoepel in het jaartal 688 in gedachten had, dan zouden de mensen uit Judea zich al eeuwen in de bergen moeten verstoppen. Ook de rest van de context lijkt eerder aan te geven dat het om een relatief korte tijdsspanne gaat, waar veel haast geboden is. Niet iets wat eeuwen geleden gebeurd is, en tot op de dag van vandaag nog steeds geldt. Neem bijvoorbeeld Openbaring 12:6-14 in overweging, waar nog eens gerefereerd wordt aan de vlucht van Israël (de vrouw) naar de bergen in de wildernis. Ook hier wordt gesproken over 3,5 jaar, wat vrijwel perfect overeenkomt met hetgeen beschreven wordt in Daniël 12. Wel is het opvallend dat er 75 extra dagen (1260+30+45) genoemd worden, maar ook dat is te verklaren.
Oordeel
Er wordt in Daniël 12 eerst gesproken over 1290 dagen; 30 dagen langer dan de 1260 waar het boek Openbaring het over heeft. Veel Bijbelcommentatoren hebben zich over deze kwestie gebogen, en er zijn hiertoe veel suggesties gedaan. Zo vermoeden sommigen dat deze discrepantie te maken kan hebben met de Joodse kalender. Eens in de zoveel jaren wordt er een schrikkelmaand van 30 dagen ingelast in de moderne Hebreeuwse kalender. Het is een ingewikkeld systeem, en hoewel ik niet geloof dat het de originele kalender was die de Joden gebruikten in de tijd van de Bijbel, weet God natuurlijk al van tevoren dat de Joden een gecorrumpeerde kalender gebruiken in de eindtijd. Dat laat echter nog 45 dagen over om tot de 1335 dagen te komen. Er is door Bijbelcommentatoren gesuggereerd dat aan het einde van de grote verdrukking wellicht ook een periode nodig is om bijvoorbeeld de tempel te reinigen en het oordeel van schapen en bokken (Matth. 25) uit te voeren. Ik zie in elk geval geen groot probleem in het verschil tussen de getallen; Daniël was wellicht in hoofdstuk 9 wat algemener, en in hoofdstuk 12 specifieker. 
Conclusie
Hoe graag ik ook zou willen dat 2023 een zekerheid was als het gaat om de opname, we kunnen dat op grond van Xanders analyse helaas niet doen. Sowieso moeten we heel voorzichtig zijn met dergelijke voorspellingen. Gelukkig is Xander dat ook wel, maar toch wil ik die disclaimer nog maar weer eens herhalen. Ook ik beweer niet zeker te weten wanneer de opname is, hoewel ik natuurlijk wel vermoedens heb. U heeft die ongetwijfeld ook. Gezien alle ontwikkelingen in de wereld verwacht ik echter niet dat het nog heel lang zal duren. Het zou dit jaar kunnen gebeuren, maar ook in 2023, 2024 of zelfs 2025. Veel later verwacht ik eerlijk gezegd niet, maar ook dat weet ik natuurlijk niet zeker. Ook al weten we misschien niet precies de datum, we kunnen die dag in elk geval wel zien naderen, vertelt de schrijver van de Hebreeënbrief. Maranatha en God bless! :)
"Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen." (Hebreeën 10:25, HSV)
​
7 Reacties

Duurt de eindtijd 7 of 40 jaar?

2/14/2021

19 Reacties

 
Als het gaat om eschatologie (de leer van de eindtijd) is er sinds de komst van het internet een wildgroei aan visies. Niet alleen op dat gebied, overigens. Al snel nadat Jezus Zijn discipelen erop uitstuurde in Handelingen 1:8, kwamen er variaties in de leer, en dat beperkte zich niet alleen op het gebied van soteriologie (de leer over hoe iemand gered kan worden, er werd in Handelingen 15 zelfs een hele vergadering over dit onderwerp belegd). Al in 2 Timotheüs 2:17-18 lezen we over Hymeneüs en Filetus, die "van de waarheid afgeweken zijn door te beweren dat de opstanding reeds heeft plaatsgevonden". En dat is nog maar het begin. Er begint in die periode ook een grote strijd te ontstaan tussen de leringen vanuit Alexandrië, die vooral een gnostische benadering van de Schrift bepleiten, en de leringen vanuit Antiochië, waar wij op dit blog meer mee associëren, omdat die direct terug te traceren zijn naar de leringen van de apostelen zélf. 
Foto
​Bijna leek de gnostiek enkele eeuwen later de overhand te krijgen op het ware christendom, maar gelukkig bleef veel van de Antiochische school intact en konden we daar ondanks de tussenliggende donkere eeuwen na de reformatie weer volop uit putten. Veel waardevolle informatie hieromtrent vinden we in werken van de Anteniceense Vaderen, hoewel ook hier soms tegenstrijdige en afwijkende leringen te vinden zijn. Sinds de boekdrukkunst is het aantal visies ook binnen het protestantisme toegenomen, en inmiddels zijn er op YouTube ontelbare variaties ontstaan van welk Bijbelverhaal of welke lering dan ook. Voor een nieuwkomer, maar ook de gevorderde Bijbelstudent, is het daarom vaak lastig om zijn of haar weg te vinden in het oerwoud van meningen, visies en leringen. Hoe gaan we daar mee om? Hoe zorgen we dat we niet verdwalen? Nee, we hoeven geen planken vol te hebben staan met theologische literatuur of decennia van universitaire studies te hebben voltooid. Er zijn gewoon een aantal basisprincipes waar zelfs simpele vissers zoals Petrus mee uit de voeten konden. We noemen dit ook wel "hermeneutiek". In dit artikel zullen we vanuit die discipline kijken naar de duur van de eindtijd. Want ook daarover zijn de meningen flink verdeeld.
Sola Scriptura
Dit principe is binnen de protestantse visie zeer belangrijk, en dat is ook niet gek. De grondslag hiervoor vinden we al in de Bijbel zélf (Deut. 4:2, Matth. 15:3-6, 2 Tim. 3:16-17, 2 Petr. 3:15-16, 1 Kor. 4:6, Openb. 22:18-19). De Joden hadden een zeer strikte houding als het ging om welke Bijbelboeken canoniek waren en welke niet. We zijn als christen vrij om allerlei boeken te lezen; kookboeken, lesboeken, geschiedenisboeken of zelfs apocriefen. Maar we halen daar geen theologie uit. Welke informatie we waar ook vandaan menen te halen, we moeten deze áltijd lezen door de bril van de Bijbel. Wanneer dit dan zorgt voor een conflict, dienen wij christenen altijd te kiezen voor de aan ons zeer goed overgeleverde Bijbel. God is immers almachtig en daarom prima bij machte geweest om de Bijbel goed tot ons te brengen. Ja, de meeste vertalingen zijn inmiddels besmet door de Alexandrijnse tekstvariaties, maar gelukkig hebben we nog vertalingen zoals de (Herziene) Statenvertaling of King James Vertaling die solitair vertaald zijn vanuit de ontvangen tekst (Textus Receptus). YouTubers zoals "Overwinnaar" die een tegenstrijdigheid menen te lezen in de Bijbel, zouden dan ook niet buiten de Bijbel moeten gaan zoeken naar een verklaring, maar gewoon nauwkeuriger Bijbelstudie moeten doen. Hierover heb ik al eens dit artikel geschreven (lees met name vanaf de alinea "Daniël"). Er was alreeds rond 170 na Christus een canon die vrijwel identiek was aan de canon die wij nu lezen, getuige de vondst van het zogenaamde Muratoriaanse Fragment. Het enige wat men 60 jaar na de dood van de 4e eeuwse Romeinse keizer Constantijn deed, was het formaliseren van een al stevig gewortelde traditie onder de kerkvaders, en dat was in tegenstelling tot wat populaire boeken of films zoals The Da Vinci Code willen beweren, totaal niet arbitrair.

Context
Een ander principe over hoe we binnen deze 66 canonieke boeken dienen te lezen, is primair te letten op wat de context zegt. Hierin dienen we een aantal belangrijke aantekeningen te maken. We nemen de Bijbel over het algemeen zo letterlijk mogelijk. Waar moderne theologen een Bijbelboek als Jona vooral zien als een parodiërend verhaal dat niet echt gebeurd kan zijn, hebben de woorden van Jezus in dat opzicht natuurlijk oneindig veel meer autoriteit. Jezus Zélf claimt dat Jona létterlijk in de buik van de vis heeft gezeten (Matth. 12:40) en als een teken was tot de Ninevieten (Luk. 11:30). Natuurlijk maakt de Bijbel hier en daar wel gebruik van bepaalde stijlfiguren, zoals Hosea 12:11 bijvoorbeeld aangeeft, of zoals we Jezus in het Nieuwe Testament veelvuldig zien doen, maar ook daarvoor zijn bepaalde regels. Bijbelboeken hebben genres. Zo is het boek Handelingen vooral een nauwkeurig reisverslag, wat zéér letterlijk gelezen moet worden. Het boek Psalmen heeft juist een veel poëtischer karakter, en daarin zien we dus soms dat hyperbolisch (overdreven) taalgebruik niet ongewoon is. Het boek Openbaring is juist zeer profetisch, en maakt daarbij veelvuldig gebruik van symboliek. Het is belangrijk dat we die genres gescheiden houden en niet een hyperbolische bril opzetten bij bijvoorbeeld het lezen van het boek Handelingen of Openbaring. Het feit dat er symboliek wordt gebruikt in dat boek, maakt het in de kern nog niet minder waar. We moeten elk Bijbelboek dus in haar eigen context en genre lezen.

Exegese
Ook op woordniveau is context en genre belangrijk. Wat een woord op de ene plek in de Bijbel betekent, behoeft het nog niet noodzakelijkerwijs op een andere plek in de Bijbel te betekenen. Als in Leviticus 14:10 gesproken wordt over het offeren van drie lammeren (2 mannelijke en 1 vrouwelijke), is het belangrijk dat we hierbij een andere hermeneutiek hanteren dan wanneer er gesproken wordt over een Lam in Openbaring 5:6. Welk lam is létterlijk en welk Lam wordt meer symbolisch aangeduid? Het genre en de context zijn hierbij leidend. Dit strikt gescheiden houden van contexten kan zéér belangrijk worden als we bijvoorbeeld naar het Hebreeuwse woord in Numeri 22:22 voor tegenstander kijken. Hier wordt over de Engel des Heeren (vermoedelijk een gepreïncarneerde versie van Jezus Christus) gesproken als een "satan", wat primair "tegenstander" betekent. Hij was op dat moment een tegenstander voor Bileam. We kennen deze term "satan" vooral als eigennaam, en dat is ook de naam en het karakter waarmee de slang uit Genesis 3 later in de Bijbel steeds meer geassocieerd en vereenzelvigd wordt (Matth. 4:10, Openb. 12:9, etc.), maar dat is niet per definitie altijd de betekenis op elke ándere plek in de Bijbel. Het niet strikt gescheiden houden van deze contexten heeft eraan bijgedragen dat notoire preteristen als Anne Salomons inmiddels ontkennen dat Satan bestaat. Voorts is het ook essentieel dat we voor uitleg van bepaalde symboliek letten op wat de context zélf aandraagt, aangezien deze meestal al in hetzelfde hoofdstuk of Bijbelboek wordt uitgelegd. Ingeval dit niet mogelijk is, is er de mogelijkheid om te kijken naar éérdere plekken in de Bijbel, maar uitsluitend in die volgorde. We gaan voor uitleg van het begrip "wateren" in Openbaring 17:1 natuurlijk niet éérst naar Genesis 1:2, maar lezen daarvoor eerst de rest van de context, en lezen dan in vers 15 gewoon wat ermee bedoeld wordt. We leggen niet onze eigen gedachten in een tekst (eisegese), maar halen juist informatie uit wat de gegevens van de context ons aanbieden (exegese).

Prooftexten
Helaas zien we dat veel Bijbeluitleggers vandaag de dag het paard achter de wagen hebben gespannen. Ze hebben vaak al heel intrigerende ideeën over hoe alles in elkaar steekt, en gaan vervolgens "prooftexten" door Bijbelteksten te shoppen bij hun theorie. Die teksten worden dan veelal losgetrokken uit hun oorspronkelijke context en geütiliseerd om hun eigen filosofieën te ondersteunen. Dat is echter gek. Zo lezen we toch geen enkel boek? We halen toch ook geen wetgeving uit een kookboek, of poëzie uit een wiskundeboek? Als we Leviticus (een wetboek) lezen, moeten we in ogenschouw nemen dat hier sprake is van een andere context dan bijvoorbeeld Hooglied. Ja, natuurlijk zijn er soms typologieën die hier en daar verstopt zijn, maar die kunnen natuurlijk nooit de primaire betekenis overrulen. We moeten dan heel duidelijk de grenzen van een typologie afkaderen. In het geval van Jezus als de laatste Adam (1 Kor. 15:45), is er inderdaad een parallel tussen Jezus en Adam te trekken, maar daarbij moeten we zeer goed opletten hoe ver we daarin door willen gaan. Ja, er is een overeenkomst in het feit dat de werken van Adam gevolgen hadden voor de gehele mensheid (in negatieve zin) en dat de werken van Jezus als laatste Adam ook gevolgen had voor de gehele mensheid (in positieve zin), maar we gaan te ver als we zouden zeggen dat beiden zondigden. Paulus legt deze typologie uit in Romeinen 5:12-21. Elke typologie heeft echter zijn grenzen, net zoals elk voorbeeld een keer mank gaat als we die te ver doortrekken. Veel Bijbeluitleggers lijken dit echter niet te (willen) beseffen, en gaan daarom soms wel érg ver in hun theorieën over bijvoorbeeld de eindtijd. Dit brengt me bij het eigenlijke onderwerp waar ik met u over wilde praten. Het leek me echter goed om eerst een solide basis neer te zetten over hoe we met Gods Woord om moeten gaan, alvorens we van start gaan.
Eindtijd
De eindtijd is een vrij allesomvattende term om diverse toekomstige gebeurtenissen te beschrijven waarover de Bijbel het een en ander te zeggen heeft. Er zijn diverse modellen die proberen duidelijkheid te brengen in hoe dit in zijn werk gaat. Bijbeluitleggers maken gebruik van verschillende "kapstokken" om hun theorieën aan op te hangen, en hierdoor ontstaan soms discrepanties die op hun beurt weer leiden tot flinke discussies tussen christenen onderling. Daniël 2, 7 en 9 zijn bijvoorbeeld instrumenteel in het begrijpen van de grote lijn van gebeurtenissen. Ook het laatste deel van Daniël 11 bevat zinvolle aanwijzingen voor de eindtijd, net als het laatste hoofdstuk overigens. In de laatste hoofdstukken van Ezechiël vinden we tevens bruikbare informatie die van betrekking is op het einde van de tijd, of in de latere hoofdstukken van het Bijbelboek Zacharia. In het Nieuwe Testament zien we dat Jezus meer informatie geeft in bijvoorbeeld Mattheüs 24, Markus 13 of in een zeer veel hierop lijkende speech uit Lukas 21. Ook Paulus draagt zijn steentje bij in bijvoorbeeld de brieven aan de Thessaloniërs of Korinthiërs (hoofdstuk 15 van de eerste brief). Ten slotte geeft Johannes misschien wel de meest tot verbeelding sprekende "kapstok" in het laatste boek van de Bijbel, als het ware een frame waarin alle voorgaande puzzelstukjes ingepast zouden moeten kunnen worden
Foto
Het duidelijkste teken dat we vlakbij de eindtijd zijn, is wel de heroprichting van de staat Israël, wat een absolute mijlpaal was in 1948 en het begin van een nieuwe profetische periode markeerde. Op tientallen plekken in het Oude Testament werd hier al over gesproken. Het schudde veel christenen halverwege de vorige eeuw wakker en zorgde voor een frisse wind in de discussie omtrent de eschatologie.
Profetie
Natuurlijk is dit lastig, temeer omdat wij niet alle informatie voorhanden hebben. Als we dat wél zouden hebben, zouden we in feite de toekomst kunnen voorspellen en dat is niet helemaal de bedoeling van profetie, hoewel sommige mensen en zelfs christenen dat wel denken. Profetie is meer bedoeld ter authenticatie van Degene Die de profetie heeft gegeven. Het getuigenis van Jezus is namelijk de Geest van profetie, zo vertelt Openbaring 19:10. Ook Johannes 13:19 laat zien dat de bedoeling van profetie is dat men zal herkennen dat Hij het is om Wie alles draait, zodat wij zullen geloven (zie ook Joh. 14:29) als we de vervulling ervan zien gebeuren. Toen het Joodse volk na 1945 als een stel gebroken botten samenkwam in het oorspronkelijke land van hun vaderen, had dit de hele wereld in 1948 toch moeten shoqueren, als zij bekend waren met de profetieën uit Ezechiël 37? Hoewel er wel degelijk een frisse wind begon te waaien in de wereld van het christendom, getuige boeken als "De Planeet Die Aarde Heette" van Hal Lindsey uit 1970 of "Olie, Armageddon en het Midden-Oosten" van John Walvoord (1974), bleven de meeste mensen en zelfs veel christenen echter in een diepe slaap. Ook nu we de contouren van Openbaring 13 al voor onze ogen zien ontstaan, blijven veel mensen en christenen helaas nog slapen. Dit komt ten eerste omdat God mensen soms overlaat aan hun eigen opstandige gedachten (Jes. 6:9-10, Rom. 1:24-32), maar ook omdat er vermoedelijk bewust een bepaalde vaagheid over profetieën wordt gelegd. Duidelijk genoeg voor de wakkere christen om te herkennen, maar vaag genoeg om niet opgemerkt te worden voor de eigenwijze mens of religieuze elite (Matth. 13:10-17). Om die reden sprak Jezus tot de farizeeërs vaak in gelijkenissen. Sommige profetieën zijn zelfs zó cryptisch dat zelfs satan en zijn handlangers niet eens doorhadden wat Jezus van plan was (1 Kor. 2:8). Door vervulling van de Heilige Geest zullen wij echter in staat zijn om de gebeurtenissen te herkennen als het zover is (nogmaals, lees Joh. 13 en 14).

Jaarweken
Hoewel ik niet beweer dat ik het complete plaatje zie en begrijp, zijn er nu al wel enkele elementen te herkennen in de passages die we 2 alinea's hiervoor al noemden, zoals het boek Daniël en Openbaring. Soms lijken teksten in grote lijnen identiek, maar bevatten ze toch verschillen, zoals we vorige week vaststelden met dit korte uittreksel. Het is daarom soms een heel gepuzzel, en we moeten hierbij uitkijken niet teveel zelf in te vullen omdat we anders juist meer bezig zijn met eisegese in plaats van exegese. We leggen geen theologie ín een tekst, maar halen die er als het goed is uit. In de profetie van Daniël 9:24-27 krijgen we zeer belangrijke informatie over een belangrijke periode van deze eindtijd. De meeste theologen zijn het erover eens dat Daniël hier spreekt over 70 zogenaamde jaarweken (shavua) en niet over gewone weken van 7 dagen, wat neerkomt op 490 jaren waarvan er 483 zijn verstreken totdat de Messias kwam en vermoord werd. Ik wil daar in dit artikel niet te uitgebreid op ingaan, om dit toch al lange artikel niet nodeloos lang te maken, dus daarvoor wil ik u graag verwijzen naar paragraaf 6 van ons gratis e-book over de opname (p. 10-12). De laatste 7 jaren van deze profetie zijn echter nog toekomstig. Vers 27 van Daniël geeft een duidelijke tweedeling aan in deze laatste zgn. jaarweek. De helft van 7 jaren is natuurlijk 3,5 en dat is een periode die we in zowel het boek Daniël als het boek Openbaring meermaals aantreffen (Dan. 7:25, 12:7, Openb. 11:2, 3, 12:6, 14, 13:5).

Dag van de Heer
Een term die vaak in verband wordt gebracht met deze laatste jaarweek, is de zogenaamde "Dag van de Heer", waarover in de Bijbel best veel gezegd wordt. Gezien het bepaalde lidwoord "de" mogen we aannemen dat er maar één "dé dag van de Heer" is, en dat alle verzen die we hierover in de Bijbel vinden over hetzelfde moment spreken. In Zacharia 14:1-2 lezen we bijvoorbeeld dat op deze dag een belegering tegen Jeruzalem plaats zal vinden, de helft van de inwoners als ballingen zal worden weggeleid, de vrouwen verkracht en de huizen worden geplunderd. Hoewel de Heer uit zal trekken tegen de heidenvolken die de stad belegeren (vers 3), zullen de Joden moeten vluchten en zal de wederkomst plaatsvinden (verzen 4-5). De dag van de Heer is dus niet bepaald een leuke tijd voor de Joden. Op de uithoeken van het internet komen we hiervan echter de meest bijzondere uitleggingen tegen. Bijbels Panorama meent bijvoorbeeld dat deze "Dag van de Heer" ná die laatste jaarweek plaatsvindt. Die "dag" zou dan 33 jaar duren, waarmee de eindtijd in zijn totaliteit 40 jaar (7+33 jaar) zou duren. De argumentatie hiervoor is echter zeer dunnetjes, en zorgt ook voor de nodige problemen als we eens goed verder kijken naar wat andere Bijbelteksten vertellen over de eindtijd.

Drieëndertig
Het getal 33 vinden we in de Bijbel nergens in teksten die betrekking hebben op de eindtijd, maar enkel in verhalende teksten of een enkele keer in een tekst over de Joodse wetten. Denk nog eens terug aan wat we in de eerdere alinea's hebben besproken. Hoe gaan we om met de Bijbel? Gaan we gegevens uit een heel ander genre Bijbelboek injecteren in een eschatologische tekst? Natuurlijk niet. Ja, soms is er sprake van typologie, maar dan zou de bewuste tekst daar zelf ankerpunten voor moeten geven, zoals we zagen in het voorbeeld van de Laatste Adam. Net als Bijbels Panorama menen ook veel andere christenen dat de Joodse reinigingswet uit Leviticus 12:4 een typologie is van de eindtijd, waarin het "Zaad van de vrouw" een model is voor Jezus, en waarbij het mannelijke kind model staat voor de kerk, ofwel de heidenen. De vrouw zou bij de geboorte van een jongen 7 dagen onrein zijn, en vervolgens nog eens 33 dagen, wat tezamen natuurlijk 40 dagen maakt. Dit zou dan weer geëxtrapoleerd moeten worden naar de eindtijd, waarbij de 7 eerste jaren van wraak voor rekening van Israël komen (als straf voor haar onreinheid), maar de laatste 33 jaren voor rekening van de heidenen. Het is natuurlijk wel gek dat hierbij één zoon wordt opgedeeld in 2 entiteiten (Israël en dan de heidenen). Volgens de uitleg is de Zoon van de vrouw een verwijzing naar het kind Jezus, wat natuurlijk bestaat uit een hoofd en een lichaam. Dat zou dan weer symboliseren dat Jezus het Hoofd is en de kerk het lichaam (Kol. 1:18). Gek genoeg wordt in het model van Bijbels Panorama de kerk al van tevoren opgenomen naar de hemel, maar gaat de 33 jaar na de grote verdrukking opeens over de heidenen (is dat dan óók het lichaam van Christus?) Snapt u het nog? Het wordt een beetje een moeilijk te begrijpen model, dat aan alle kanten rammelt. Het lijkt er eerder op dat men aan alle kanten aan Bijbelteksten aan het trekken is, om die op een andere plek te kunnen injecteren zodat een van tevoren al bedacht idee geprooftext kan worden. Dat lijkt me niet helemaal de bedoeling bij het bestuderen van de Bijbel. En dit is nog maar het begin van de problemen die zo'n uitleg oplevert.
​Bergen en eilanden
In het model van Bijbels Panorama laat men zien dat het 6e zegel samenvalt met de wederkomst aan het einde van de eerste 7 jaren, terwijl de 7e fiool (een archaïsch woord dat schaal betekent) meer aan het einde van de 33 jaren zal plaatsvinden. Het is belangrijk om vast te stellen dat zowel bij het 6e zegel (Openbaring 6:14) als bij de 7e schaal (Openbaring 16:20) alle bergen en eilanden verdwenen zijn. Hoe vaak denkt u dat dit kan gebeuren? Dat ze bij de wederkomst aan het einde van die 7 jaren verdwijnen, daarna weer teruggroeien om vervolgens bij de ándere wederkomst weer opnieuw te verdwijnen? Zoals ik al eens eerder betoogde, vermoed ik dat het hier over één en dezelfde gebeurtenis gaat, maar gezien vanuit een andere invalshoek. Mijn eigen model staat overigens open voor aanvullingen; ik beweer niet de wijsheid in pacht te hebben, maar ben een enthousiaste Bijbelstudent die op zoek is naar de waarheid.
Foto
Wederkomst
Dit onderwerp brengt me overigens meteen bij mijn volgende punt. Want in het model van Bijbels Panorama wordt niet alleen gesproken over een opname, maar ook over maar liefst twee wederkomsten. Niet expliciet, maar het is wel iets dat we kunnen deduceren uit het schematische overzicht dat bovenaan het document staat. Er wordt aan het einde van de 33 jaren immers gesproken over de verwoesting van Babel (Op. 18:20-21), en dat gaat vooraf aan Openbaring 19:2. Volgens ditzelfde schema wordt de wederkomst gek genoeg echter als voorafgaand aan die 33 jaar weergegeven. Dat is gek, en niet iets wat we in de Bijbel terugvinden. Wanneer we immers verder lezen in Openbaring 19, zien we dat Jezus de wijnpers van de wraak betreedt (vers 15) waarover ook al in Openbaring 14 was gesproken. Dit pleit dus meer voor een Vantage Point-achtige benadering dan voor een zuiver chronologische uitlegging zoals Bijbels Panorama hier lijkt te doen. In Openbaring 14 lezen we dat voorafgaand aan die wijnpers de Mensenzoon op een wolk zit.

Oogsten
Hoewel dit woordbeeld significant anders lijkt dan die van de Mensenzoon Die op een wit paard zit in Openbaring 19, wordt in vers 15 een heel belangrijke opmerking gemaakt: "De oogst van de aarde is geheel rijp geworden." Dit past goed bij het beeld van de oogstcultuur van Israël, waarover we in het Oude Testament lezen. Hierbij is sprake van eerstelingen, een hoofdoogst en een nalezing (Lev. 23:10-22). Jezus wordt door Paulus in de eerste Korinthebrief vergeleken met een Eersteling (1 Kor. 15:20), en daarbij schaart hij ons in een latere categorie (vers 23). In vers 51-52 wordt duidelijk dat hiermee de opname van de gemeente bedoeld wordt. Paulus' publiek zijn gelovige mensen uit Korinthe, wat natuurlijk geen Joden zijn. Voor de Joden geldt namelijk iets anders, als we de woorden van Jezus lezen in Mattheüs 24:27-31. Wanneer alle stammen van de aarde (beter wordt dit Griekse woord vertaald met het land, als we dit vergelijken met Zacharia 12:10-14) rouw bedrijven, zullen de engelen erop uit worden gestuurd om de uitverkorenen (dit is een synoniem voor Israël, dat Zijn oorspronkelijke volk was, is en blijft - wij zijn slechts ingeënt volgens Romeinen 11) vanuit alle hoeken bijeen te brengen. Dit woordbeeld past helemaal bij het beeld van de nalezing waarop ook in Openbaring 14 gehint wordt: "De oogst is geheel rijp." Jezus zit hier op een wolk (vergelijk Op. 14:14 met Matth. 24:30) en stuurt zijn engelen erop uit om te oogsten. Vergelijk ook Mattheüs 24:28 met Openbaring 19:17-18, waar gesproken wordt over de vogels die de lichamen van de dode koningen, machtigen, vrijen en slaven eten. De parallellen tussen al deze passages geven onmiskenbaar aan dat het hier over hetzelfde gaat. Hoewel Jezus in dit geval met een woordbeeld van een Ruiter op een paard aangeduid wordt, zijn de andere gelijkenissen niet te missen. 

Inkorting
Een ander argument dat men aanhaalt, is dat in Mattheüs 24:22, waar staat dat de dagen van de verdrukking ter wille van de uitverkorenen (Israël) ingekort zal worden. Op zichzelf is het niet gek om hierbij inderdaad te denken aan een langer oordeel over de heidenen, maar daarmee is natuurlijk nog niet automatisch gezegd dat het oordeel voor hen dan ook meteen 33 jaar langer duurt. Daniël spreekt bijvoorbeeld over 1290 en 1335 dagen in de context van de eindtijd, wat respectievelijk 30 en 45 dagen langer is dan 3.5 jaar (gerekend naar zgn. profetische jaren). Wordt er in het Nieuwe Testament dan bedoeld dat die dagen voor de uitverkorenen ingekort worden naar 1260 dagen? Toegegeven, we weten nog heel veel dingen niet precies als het gaat om de eindtijd. Maar om met zo'n enorme stelligheid te beweren dat de grote verdrukking 40 jaar duurt op basis van 1 vers uit een heel andere context, is natuurlijk zeer ver gezocht. 
"Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen." (Daniël 12:4, HSV)
Eclips
De laatste strohalm waar een pleitbezorger van deze theorie zich wellicht nog aan zal willen vasthouden, is het feit dat Joël 2:31 spreekt over "de zon die veranderd zal worden in duisternis en de maan in bloed, vóór die Dag van de Heere komt." Hierdoor lijkt het alsof de theorie van Bijbels Panorama kan kloppen, omdat de zon in Openbaring 6:12 inderdaad verduisterd wordt, evenals de maan, zodat er inderdaad gedacht zou kunnen worden aan een grote verdrukking die eindigt met een zonsverduistering en vervolgens wordt opgevolgd met de Dag van de Heer. Mattheüs 24:29 spreekt echter over het feit dat "meteen ná de verdrukking van die dagen" de zon verduisterd zal worden. Hoe zit het nu dan? Is die zons- en maansverduistering nu vóór of juist ná de grote verdrukking? De oplossing hiervoor is echter simpel. Er kunnen meerdere zons- en maansverduisteringen zijn. Wellicht refereert Joël aan een andere eclips dan Jezus in Mattheüs 24? Ook in Openbaring 7:12 lezen we immers over een verduisterde zon, maan en sterren. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat de "Dag van de Heer" 33 jaar zou moeten duren. Eerlijk gezegd lijkt me dat ook wel onwaarschijnlijk lang voor een periode waarin oordelen elkaar juist snel op lijken te volgen. Dat brengt me bij mijn voorzichtige conclusie.

Slot
Gezien de informatie die we hebben opgedaan met betrekking tot de zogenaamde "Dag van de Heer", lijkt het me niet meer dan logisch dat dit ook daadwerkelijk 1 dag duurt, of in elk geval erg kort en heftig is. Vanuit Joël 2:31 weten we dat de dag van de Heere in elk geval ná een serie eclipsen komt, waarbij Openbaring 6:12 natuurlijk als eerst in gedachten komt. Wat volgt zijn enkele korte zinnen, waarbij bergen en eilanden verdwijnen, en zelfs de hemel teruggerold wordt. In vers 17 lijkt dan ook bevestigd te worden dat de dag van Zijn toorn inderdaad de "dag van de Heer" is waarover in Joël 2 werd gesproken. In de hoofdstukken die volgen lijkt het er niet op dat de omstandigheden nog van dien aard zijn dat men hierna nog 33 jaar door kan leven. Er gebeurt ramp na ramp, en het ligt dan ook meer voor de hand dat deze gebeurtenissen elkaar rap opvolgen. Dat lijkt ook het Griekse woord tachos in Openbaring 1:1 te impliceren. Dat de dingen niet per definitie aanstaande zijn in de tijd van Johannes, maar dat wanneer zij gebeuren, dit met een exponentiële snelheid gaat. Denk bijvoorbeeld aan het vlot uit de pinautomaat halen van uw pinpas. Met de melding op het scherm wordt niet bedoeld dat u de pas er noodzakelijkerwijs meteen uit moet trekken, omdat die anders ingeslikt wordt. Er wordt meer bedoeld dat u die er in een vlotte beweging uithaalt. Het is dus de beweging die snel gaat, niet zozeer dat die beweging meteen moet gebeuren. Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel. Op een zelfde manier zullen ook de gebeurtenissen in het boek Openbaring elkaar snel op gaan volgen, als het oordeel eenmaal in gang is gezet. In de eerste helft van de grote verdrukking lijkt er nog ruimte te zijn voor een heel systeem, dat uitvoeriger beschreven wordt in Openbaring 13. Dat is in de praktijk niet haalbaar als er zojuist allerlei rampen hebben plaatsgevonden, waarbij elektriciteitscentrales en dus ook computerservers vermoedelijk niet meer zullen functioneren. Het is ondenkbaar dat zo'n situatie 33 jaar voort kan duren. Halverwege de grote verdrukking zal de antichrist, het beest, een verbond schenden of breken dat te maken heeft met de tempeldienst (Dan. 9:27), en dientengevolge zullen waarschijnlijk de eerste rampen over zijn rijk volgen. Openbaring 6 beschrijft naar mijn mening dan ook de gehele grote verdrukking in woordbeelden, die corresponderen met een bepaald perspectief. Het laatste gedeelte is hierbij naar mijn idee de zogenaamde Dag van de Heer, de ultieme culminatie van al het oordeel en de toorn dat God opgespaard heeft jegens de recalcitrante wereldbewoners. In de woordbeelden van de 7 bazuinen zien we een ander perspectief, en ten slotte in de beelden van de 7 schalen nog weer een ander gezichtspunt. We missen hieromtrent nog veel informatie, en eerlijk gezegd is het voor ons christenen ook niet heel belangrijk, aangezien wij zullen worden weggenomen alvorens deze grote verdrukking losbarst. We weten nog lang niet alles, en als lichaam van Christus kunnen we samen de Bijbel bestuderen om zo van elkaar te leren en tot nieuwe inzichten te komen als het gaat om de eindtijd. Aanvullingen, opmerkingen of correcties zijn welkom! :) God bless!
19 Reacties

Hoe lang duurt de grote verdrukking? 7 jaar of 3,5 jaar?

7/20/2019

4 Reacties

 
Jezus spreekt in Mattheüs 24:21 over de zogenaamde 'grote verdrukking'. Hij noemt dit een verdrukking zoals die nog nooit geweest is vanaf het begin van de wereld, tot dan, en zelfs daarna nooit meer zal zijn. Het gaat hier om een technische term, die dus een specifieke periode aanduidt. Vele christenen denken immers dat verdrukkingen van alle tijden zijn, en daar hebben zij deels gelijk in. Johannes 16:33 vertelt daar bijvoorbeeld over. Maar zoals we in Mattheüs 24:21 al lazen, gaat het hier over een heel specifieke periode. Dit is niet zómaar een verdrukking. Dit is de grote verdrukking. Maar wanneer is die verdrukking dan, en hoe lang zal dat duren?
Foto
Openbaring
Enkele decennia later openbaart Jezus wat Hij van de Vader heeft ontvangen, aan de apostel Johannes. Die schrijft dit alles op in een boek dat wij de Openbaring van Johannes noemen. In dit boek wordt tweemaal deze technische term 'grote verdrukking' genoemd. Het wordt beloofd aan de naamchristenen in Thyatira die 'overspel' plegen met andere goden en zich niet bekeren (Openb. 2:22) en ook zien we het in Openbaring 7:14, waar we een groep 'heiligen' zien die dwars door die grote verdrukking kwam. Een ouderling praat hier met Johannes (vers 13) en vertelt hem dat zij hun kleren wit gemaakt hebben door het bloed van het Lam. Dit is dus een ándere groep heiligen dan die groep waar de ouderling deel van uit maakt. Díe groep, van 24 ouderlingen, is al in de hemel in hoofdstuk 4 en in hoofdstuk 5 zingen zij over wie zij zijn. Zij zijn vrijgekocht uit elk geslacht, elke taal, volk en natie. Kan het nóg duidelijker? Dit kan maar één groep zijn. In welke periode in de geschiedenis kwamen de gelovigen van over de hele wereld, uit elke taal en uit elk volk? Dat past alléén maar in de periode van de afgelopen 2000 jaar. Dit gaat over óns! Die ouderlingen representeren de stamhoofden van 24 priesterordes, net zoals David dat deed in 1 Kronieken 24. Zij zijn al aanwezig in de hemel vóórdat er ook maar één zegel is verbroken. Ze zijn aanwezig bij het verbreken van de zegels, zij blijven in de hemel gedurende de grote verdrukking (Openb. 11:16) en zelfs als de groep van 144.000 Israëlieten zich bij hen voegt, zien we heel duidelijk dat er onderscheid gemaakt wordt in Openbaring 14:1-3. Ten slotte zien we hen weer aan het einde van de grote verdrukking, in de hemel, in Openbaring 19:4. Wij zijn hier dus als oprechte gelovigen níet bij. Maak u daar maar geen zorgen over. In het e-book 49 redenen voor een opname vóór de grote verdrukking vertel ik hier nog veel uitgebreider over. We weten nu dus wannéér die periode is en ook dat wij als kerk daar niet doorheen hoeven. Deze periode is aan het einde van de tijd, vlak voordat Jezus terugkomt om Zijn 1000-jarige rijk op aarde te stichten (Openbaring 20:1-6), gevolgd door het oordeel op de grote witte troon en vervolgens de eeuwigheid. Maar hoe láng duurt die grote verdrukking dan precies?

Dispuut
Er is wat onenigheid onder eschatologen over hoe lang die grote verdrukking nu precies duurt. Er is natuurlijk een groep die helemáál niet in zo'n periode gelooft, maar we zagen zojuist al dat we daar niet omheen kunnen. Er gaat écht zo'n moeilijke periode komen zoals er nooit geweest is en nooit meer zal zijn. Nog zwaarder dan de concentratiekampen in de holocaust. Kunt u zich dat voorstellen? Een andere groep meent dat die periode niet specifiek wordt aangeduid, maar dat is niet helemaal waar. Er wordt regelmatig gesproken over periodes in het boek Openbaring, wat eigenlijk télkens het getal 3,5 jaar communiceert. 42 maanden, in Openbaring 13:5. Of 1260 dagen, in Openbaring 12:6. En zelfs een heel cryptische omschrijving van een tijd (1), tijden (2) en een halve tijd (0,5) in Openbaring 12:14. Betekent dit nu dat de grote verdrukking dan dus 3,5 jaar duurt? Een aantal eschatologen denken van wel. Maar een grotere groep denkt juist aan 7 jaar. Waarom? Hoe komen zij daarbij? Om dat te ontdekken, moeten we weer terug naar de bron van de profetie. Mattheüs 24:15-21 koppelt deze grote verdrukking namelijk aan de 'gruwel' die op de meest heilige plaats zal staan, waar Daniël over sprak. We moeten dus nóg verder terug. Naar Daniël. Hoofdstuk 9 om precies te zijn.

Daniël
Aan het einde van dit hoofdstuk krijgt Daniël een profetie door van Gabriël (vers 21) en daarin worden 70 weken vermeld. We vinden hier in het Hebreeuws het woord shavua, wat óók vertaald kan worden als zogenaamde jaar-weken (een dag voor een jaar, net zoals in Ezechiël 4:4-6 gebeurt). Een week duurt dan dus 7 jaren. Éérst is er een periode waarin er herbouwd wordt, 7 weken ofwel 49 jaren (vers 25a). Daarna breekt er een periode aan van 62 weken, ofwel 434 jaren (7x62). In vers 26a lezen we dat ná die 62 weken (en de voorafgaande 7, dus tezamen 69 weken ofwel 483 jaren) dé Messias zal worden uitgeroeid. Vervolgens gaat het vers verder over een ándere vorst, die de stad en het heiligdom (de tempel) zal vernietigen. Die verwoesting zal tot het einde duren, vertelt de rest van het vers. En dat is inderdaad gebeurd. Titus Vespasianus, die later keizer zou worden, vernietigde de stad en de tempel en dit bleef verwoest tot de dag van vandaag. Vervolgens meldt Daniël 9:27 dat er een verbond versterkt wordt voor één week en dat dat verbond halverwege die week (7 jaren) geschonden wordt. Omdat Jezus ook een verbond versterkt in Matth. 26:27-28, denken bijvoorbeeld de preteristen (een groep mensen die gelooft dat zo'n beetje alle profetieën al uitgekomen zijn in de eerste eeuw) dat Daniël 9:27 het over de Messias heeft Die een verbond sluit. Ook op het YouTube-kanaal genaamd Overwinnaar, vinden we een dergelijke uitleg. Maar er zijn flink wat problemen met zo'n uitleg. Ik som ze even voor u op:

1. Nérgens spreekt Jezus over het versterken van het verbond voor 7 specifieke jaren. Het verbond dat hier bevestigd wordt, is het nieuwe verbond tot vergeving van zonden.

2. Hoe kan dat verbond ooit geschonden worden? Wordt het offer van Jezus, dat voor ééns en altijd gedaan is, ongedaan gemaakt?

3. De schending van dit offer gebeurt, indien we deze logica blijven volgen, na 3,5 jaar. Maar als iemand beweert dat Jezus' kruisiging die schending inhoudt, is dat verbond na een dag al geschonden. Dan klopt de interpretatie van de gegevens uit Daniël 9:27 dus niet meer.

4. Wéér iemand anders zal beweren dat de schending van het verbond in 70 AD plaatsvond, bij de vernietiging van de tempel. Allereerst is dat maar liefst 38 jaren verschil (dus géén 3,5 jaar), maar ook is het helemaal niet relevant voor het offer dat Jezus deed. Dat de slachtoffers toen ophielden, in 70 AD, is geen schending van Jezus' verbond, maar eerder een onderstreping van de noodzaak van dit nieuwe verbond. Het oude stond op het punt te vergaan, dus moest er een nieuw verbond komen, vertelt de schrijver van de Hebreeënbrief (Hebr. 8:13). Een béter verbond. Als u denkt dat u dit verbond kunt schenden, dan heb ik slecht nieuws voor u. Niets of niemand kan u uit de reddende handen van Jezus trekken (Rom. 8:38-39, Joh. 10:28-29).

5. Jezus maakt hier geen vermelding van Daniël en andersom ook niet. Ja, er wordt over de Messias gesproken in vers 26a, maar vanaf vers 26b is het onderwerp die toekomstige vorst. Het zou dus gek zijn om te schakelen van de Messias naar Titus Vespasianus en daarna weer terug naar de Messias. Dat blijkt nergens uit, behalve dan in de hoofden van sommige schrijftuitleggers die hier per sé Mattheüs 26:28 willen injecteren. Het persoonlijk voornaamwoord 'hij' uit vers 27 van Daniël 9 slaat natuurlijk terug op de laatstgenoemde persoon. De vorst van dat toekomstige volk. Dit volk waren de Romeinen. Maar hun vorst zal terugkomen. Hij was er, maar nu niet. Maar hij zal weer komen, vertelt Openbaring 17:8. Dit hoofdstuk praat duidelijk over de Rooms-Katholieke Kerk. Daniël wist al van dit toekomstige volk en hun vorst uit bijv. Daniël 2 of bijvoorbeeld Daniël 7. 

6. Is Jezus het midden van de week vermoord? Dat beweert Niels van het YouTube-kanaal Overwinnaar althans. Dat blijkt echter nergens uit. Daniël 9:26 zegt dat nergens expliciet. Er staat hoogstens dat de Messias ná die 62 (+ de voorafgaande 7) jaarweken vermoord werd. Maar niet dat dit halverwege die laatste jaarweek gebeurde. Dat is een inferentie, die gevoed wordt door het feit dat Jezus inderdaad op Zijn 30e aan Zijn bediening begon (Luk. 3:23), en vermoedelijk zo'n 3,5 jaren later werd gekruisigd. We zien immers dat Jezus aan het begin van Zijn bediening het jubeljaar uitroept (Luk. 4:19), dat altijd in het najaar werd gevierd (Lev. 25:9-10). Dat was aan het einde van 29 AD. In het evangelie van Johannes zien we vervolgens driemaal een paasfeest genoemd. In Joh. 2:13 (30 AD), in Joh. 6:4 (31 AD) en in Joh. 11:55 (32 AD), waarna de kruisigingsweek begint. Eigenlijk zijn dit 2,5 jaren, maar met een beetje creativiteit kunnen we aan 3,5 jaren denken indien we bijvoorbeeld het niet nader gespecificeerde feest uit Joh. 5:1 meerekenen. Maar als het verbond bevestigd wordt aan het begin van deze jaarweek, dan moeten we Matth. 26:28 dus verplaatsen van de kruisigingweek uit 32 AD naar het begin van Jezus' bediening in 28 of 29 AD. Dat zou gek zijn. Want dan klopt het helemaal niet meer! Het verbond werd versterkt aan het begin van de kruisiging, vertelt Daniël 9:27. Oké, halverwege houden de slachtoffers op. Maar ook dat is eigenlijk amper waar te noemen. Want de Joden gingen gewoon nog door met offeren nadat Jezus was gekruisigd, vertelt de Seder Olam. Pas in 70 AD werd de tempel vernietigd, en daarmee de tempeldienst gestopt. Dat was ruim 40 jaar later. 
7. Als de laatste jaarweek 1260+1260 dagen duurt, wordt ook in de andere weken een andere kalender gevolgd. Sir Robert Anderson van Scotland Yard was één van de eersten die dit ontdekte. Telkens opnieuw zien we in Openbaring dat getal 1260. Maar dat zou gek zijn als we de Gregoriaanse kalender volgen. 
Foto
Dan zouden we toch op 365x3 + 182,5 ofwel ongeveer 1268 dagen uitkomen? Daniël 9:24 vertelt ons dat we moeten rekenen vanaf een decreet. Maar wélke? Er worden er 4 genoemd in de Bijbel, die in die periode passen nádat Daniël zijn profetie doorkreeg. Zie het overzicht hierboven. In eerdere pogingen om de 70 weken-profetie van Daniël te plaatsen, ging men vaak uit van 454 BC, zodat men uitkwam in het jaar 29 of 30. Het eerste probleem is alleen dat deze ​datum niet historisch is. Het wijkt 3,5 jaren af. We moeten uitgaan van 457 BC als we het derde decreet zien als het startpunt en níet 454. Preteristen zien hun kans daarom schoon en tellen 3,5 jaren op bij de 483 jaren, zodat ze precies bij het 29 of 30 AD uitkomen en plaatsen dáár de kruisiging. Ook zij zien, net als de YouTuber Overwinnaar, de eerste helft van de jaarweek als vervuld. Maar het tweede probleem is dat dit het verkeerde decreet is. Het gaat hier over het leiden van het volk naar de wetten van God. Daar heeft Daniël het helemaal niet over in vers 24 van hoofdstuk 9. Wél gaat het over het herbouwen van de stad in vers 25. Dít is dus het decreet waar we vanuit moeten gaan in Daniël 9. Het lastige is alleen dat niemand de profetie passend kreeg, als we uitgaan van 445 BC. We komen dan ergens in het jaar 39 of 40 AD uit, véél en veel te laat voor zowel de bediening als kruisiging van Jezus. Maar met de benadering van Sir Robert Anderson kwam dat opeens in een heel nieuw licht te staan. Want wát als we niet uitgingen van jaren van 365 dagen, maar jaren van 360 dagen? 

Decreet

Artachsasta vaardigde zijn decreet uit op 14 maart, in het jaar 445 BC. Wanneer we vervolgens 69 jaarweken ofwel 483 profetische jaren van 360 dagen daarbij optellen, zullen we een correctie moeten hanteren. We hebben het dan over 483x360 ofwel 173.880 dagen. Wanneer we die optellen bij die datum en daarbij rekening houden met de schrikkeljaren, komen we precies uit op 6 april in 32 AD. Dit is de dag dat Jezus de poorten van Jeruzalem in reed, 4 dagen voor Zijn kruisiging. Op de 10e van de Hebreeuwse maand Nisan werd Hij, volgens de traditie die vast was gesteld in Exodus 12:1-6, het "huis" (Jeruzalem) in gebracht. We lezen hierover in Lukas 19:28-44, waar Jezus in vers 42-44 de Farizeeën verwijt dat ze deze dag niet herkend hebben. Hoezo? Hadden ze dit kunnen weten dan? Ja, zéker! Zij kenden de schriften. Zij hadden van die profetie over de 70 jaarweken moeten weten. Zij hadden tot op de dag nauwkeurig uit kunnen rekenen wanneer die Messias zou komen in de poorten van Jeruzalem. Maar zij herkenden die dag niet. Toepasselijk is ook dat Jezus hen meteen nog even herinnert aan de rest van Daniël 9. De vernietiging van de stad en de tempel. Vervolgens zien we dat er naar Joods gebruik een reiniging van het "huis" plaatsvindt. Jezus reinigt de tempel van alle wanordelijkheden in de verzen 45-48. In het volgende hoofdstuk wordt het Offerlam geïnspecteerd, want het moest smetteloos zijn, naar de verordening van Mozes. De schriftgeleerden wilden weten Wie Jezus was en of Hij wel echt de Zoon van God was (Luk. 20:1-8), maar konden geen fout vinden. Telkens waren zij sprakeloos van Zijn onderricht (vers 7, vers 26 en vers 40). Op de 14e van Nisan werd Jezus ten slotte, volgens het model in Exodus 12:1-6, gekruisigd. Dit was dus inderdaad ná die 69 jaarweken, maar niet halverwege die laatste jaarweek.

Prophecy-killer
Het probleem is dus dat Overwinnaar en ook de preteristen met een uitleg komen waarbij 3,5 jaren opgeteld moeten worden, om deze profetie die tot op de dag nauwkeurig uitrekent wanneer Jezus de poorten van Jeruzalem binnen zou rijden om vervolgens naar de slachtbank te worden geleid, 4 dagen later, te vervangen met een zeer onnauwkeurig en discutabel alternatief. En dit alles puur en alléén omdat iemand vindt dat we eigenlijk van 3,5 jaar uit moeten gaan. We noemen dat eisegesis. Het forceren van de eigen perceptie op de tekst. Het tegenovergestelde hiervan is exegesis. Dit houdt in dat we écht onderzoeken wat de tekst zegt. In context. En vervolgens vergelijken met allerlei andere relevante teksten en daarin een verzoenende aanpak hanteren om tot een conclusie te komen waarin nérgens tegenstellingen zijn. Het probleem met de uitleg van Overwinnaar is echter dat deze vol zit met tegenstellingen, zoals we hebben gezien. Om tóch zijn gram te halen, meent hij daarom zelfs de autoriteit van onze huidige Bijbel te moeten betwisten. Naar eigen zeggen vond Overwinnaar een tekst in de zgn. "Qumran 82" die een alternatieve lezing geeft van Johannes 19 en daarin las hij dat de Messias halverwege de laatste jaarweek vermoord zou worden. Dit is voor hem bewijs dat de Bijbel vervalst is door de Katholieken. Maar als dat zo is, wat kunnen we dan nog wél vertrouwen? Is God dan niet bij machte Zijn woord perfect te preserveren? Niels van het Overwinnaar-kanaal beweert dat deze tekst uit de Dode Zeerollen komt en derhalve betrouwbaar is. Laten we dat eens onderzoeken.

Dode Zeerollen
Vanaf 1947 werden in enkele grotten in de omgeving van het Israëlische Qumran diverse boekrollen gevonden, die gepreserveerd waren om in later tijd ontdekt te worden. Deze rollen zijn daar vrijwel zeker geplaatst door een groep Joden die leefden in de tijd vlak voor Jezus, en we de Essenen kunnen noemen. Dit wordt in sommige kerken weleens beschouwd als een sekte, maar dat verdient wat meer nuance. Dr. Ken Johnson, Th.D. legt immers uit dat men heel veel Joodse afscheidingsbewegingen uit die tijd vaak onder dezelfde noemer gooit, namelijk de Essenen. In feite waren er groepen actief in de regio van Egypte die dezelfde naam aannamen, maar hadden verder niets te maken met de Essenen in Israël, Qumran. De "Essenen" uit Egypte waren veelal gnostisch en geloofden daarom niet dat Jezus letterlijk in het vlees gekomen was. Bovendien stond de verwerving van kennis centraal, waarmee men hun zaligheid kon "verdienen". Dit was alleen voor de 'uitverkorenen', de ingewijden. We zien daarom dan ook een duidelijke tweedeling in de geschriften die in Qumran gevonden zijn en de geschriften die uit Alexandrië, het huidige Egypte komen. Dr. Ken Johnson vertelt dat de gevondne fragmenten uit de Dode Zeerollen de Bijbel nergens theologisch tegenspreken. De Essenen die daar leefden, gingen uit van de testamenten van de patriarchen en niet van de mondelinge wet, zoals de Farizeeën deden. Om die reden woonden zij ook apart, omdat ze een minderheid waren in de toen door Farizeeën gedomineerde maatschappij. De boekrollen die in Qumran gevonden zijn, zijn echter allemaal gelabeld met het cijfer van de grot waarin zij gevonden zijn (er zijn er 12), vervolgens een Q (verwijzend naar Qumran) en ten slotte het documentnummer. 

Qumran 82?
Wat meteen dus al opvalt, is de vreemde naam van het document waar 'Overwinnaar' naar verwijst. Er bestaat helemaal geen document dat zo heet in de Dode Zeerollen. Sterker nog, er is helemaal geen nieuwtestamentisch fragment gevonden in de Dode Zeerollen, met de mogelijke uitzondering van een zeer klein fragment (7Q5) dat wellicht uit het evangelie van Markus (dat al relatief vroeg geschreven was) zou kunnen stammen. Maar ook daarover is verschil van mening. Een compleet andere versie van het evangelie van Johannes, zoals Niels voorstelt, is dus heel vreemd. Die is helemaal niet gevonden in Qumran, leert ook de index. Ik besloot te zoeken naar de oorsprong van het document wat Niels aanhaalt en stuitte na enige moeite (er is namelijk helemaal geen Nederlandse vertaling van) op hoofdstuk 82 van een Engelstalig document dat The Gospel of the Holy Twelve heet. Dit is een zeer omstreden werk, zeer waarschijnlijk zelfs een vervalsing van het evangelie van Johannes. Een vegetarische versie van Johannes. Het werd ruim een eeuw terug (1881, dus níet in 1947) uitgegeven door de Sociëteit van Verenigde Tempeliers en werd verondersteld bewaard te zijn in de kloosters van Tibet, gecommuniceerd aan mystici door dromen en visioenen in de nacht. Moet ik nog doorgaan? Als Niels op zo'n manier zijn gelijk wil halen, dan zou ik als volger van zijn YouTube-kanaal zeer verontrust zijn. Unravelations confronteerde hem hier enkele dagen geleden mee, maar er werd niets met deze informatie gedaan. Doordat de naam "Essenen" met dit document in verband gebracht werd, is bij hem vermoedelijk de verwarring ontstaan (ik ga er natuurlijk van uit dat hij dit niet bewust gedaan heeft). Maar gezien de gnostische inslag van het document is het logischer te denken aan de Alexandrijnen in Egypte dan aan de Essenen die in Qumran woonden. Omdat de index van de Dode Zeerollen dit document ook niet noemt, is het uit te sluiten dat dit er onderdeel van uitmaakt. We kunnen hier dus geen enkele autoriteit aan toeschrijven. 

Doorstoken
Niels meent in de video overigens ook dat Johannes 19:36 is aangepast door de Katholieke Kerk omdat er vermelding wordt gemaakt van een profetie die uit haar context lijkt te zijn gerukt. De profetie waarin de Joden massaal op Jezus (Hij Die doorstoken is) zouden zien, uit Zacharia 12:10-14, is primair eschatologisch. Het is een profetie die we in ultieme vorm in de eindtijd terug zullen zien. Maar door de gelaagdheid van profetieën niet te herkennen, geeft Niels er blijk van dat hij helemaal niet begrijpt hoe profetie werkt. Laten we bijvoorbeeld eens naar een profetie kijken uit Mattheüs 2:15. Hier koppelt Mattheüs een tekst uit Hosea 11:1 aan Jezus. Maar dat is niet de directe context van Hosea 11. Het gaat hier namelijk overduidelijk over Israël! Wij als Grieksdenkende Westerlingen zien een profetie en zien één mogelijke vervulling. Maar zo denken Hebreeërs niet, zoals ook blijkt uit deze uitleg van Mattheüs. Een profetie is gelaagd. We zien patronen in de Bijbel, telkens terugkomen. Zo zien we de plagen uit Egypte in een veel sterkere vorm weer terugkomen in het boek Openbaring, maar dan net een beetje anders. In Matth. 2:18 trekt Mattheüs wéér een profetie los uit haar context en koppelt deze aan de kindermoord in Bethlehem. Wanneer we teruggaan naar de originele profetie uit Jeremia 31:15, wordt duidelijk dat het hier eigenlijk gaat over de eindtijd gaat. Blijkbaar is dat geoorloofd. Ook mag een profetie als deels vervuld beschouwd worden, waarbij Jezus zelfs stopt bij een komma in Lukas 4:16-21. Hier citeert Jezus Jesaja 61:1-2a en laat het gedeelte over de wraak achterwege. Er zit een enorme gelaagdheid en tegelijk fragmentatie in het interpreteren van profetie. Wat Johannes hier dus in Joh. 19:36 doet, is legitiem. Er waren immers enkele Joden bij het kruis aanwezig die zagen op Hem Die doorstoken was. Johannes en Maria bijvoorbeeld. En zij rouwden. De ultiem vervulling zal natuurlijk later volgen, compleet met de rest van de context van Zacharia 12:10-14.

Slot
Ik hoop dat u inziet dat de versie van Overwinnaar dus aan alle kanten rammelt. Tegelijk hoop ik dat duidelijk is geworden hoe solide de leer is van een 7-jarige grote verdrukking. Ik hoop dat dit u uitdaagt om verder onderzoek te doen. Ik wil u nogmaals wijzen op het boek 49 redenen voor een opname vóór de grote verdrukking. Het is onze gezegende hoop (Titus 2:13). We mogen elkaar daarmee bemoedigen, vertelt 1 Thess. 4:18. Als wij eerst door de moeilijkste tijd óóit heen moeten gaan, alvorens Jezus te ontmoeten in de lucht, is dat nu niet bepaald een bemoediging of gezegende hoop. Niet voor niets beschrijft Paulus enkele verzen later dat wij niet bestemd zijn tot toorn, maar tot zaligheid (1 Thess. 5:9). In die context is het overduidelijk dat hij hier de opname in het oog heeft. Ik hoop dat dit u troost geeft. We zijn namelijk niet ver meer van de opname verwijderd. Kort geleden berichtte ik u al dat de Palestijnen en de Israëli's wel iets zien in het eerste deel van het vredesplan. Nu blijkt ook dat ze weer willen praten met de VS. Zo blijkt maar weer dat Trumps tactiek heel goed werkt en dat een deal misschien wel ophanden is. En in dat geval gaan de gedachten natuurlijk snel naar het verbond uit Daniël 9:27. Jezus koppelt dit aan de start van de grote verdrukking in Mattheüs 24:15-21. Het zou dus goed kunnen dat we zéér binnenkort een nieuw, verheerlijkt lichaam krijgen (1 Kor. 15:51-52) en voor eeuwig bij onze Verlosser zullen zijn (1 Thess. 4:13-18). Want we hebben zojuist geleerd dat de opname aan de grote verdrukking vooraf gaat. Ik heb er zin in! U ook? God bless! :-)
4 Reacties

    Categorieën

    Alles
    2025
    5G Netwerk
    Aliens & Demonen
    Already - Not Yet
    Bethel Church
    Bijbelstudie
    Buitenste Duisternis?
    China
    Corona / Complot
    Cryptovaluta
    Cyber Polygon
    De 10 Koninkrijken
    De 2 Getuigen
    Debunked: Alverzoening
    Debunked: Calvinisme
    Debunked: Historisme
    Debunked: Part. Rapture
    Debunked: Post Trib.
    Debunked: Preterisme
    Debunked: Pre-Wrath
    De Gap-theorie
    Ezra's Apocalyps
    Factchecks
    Genesis
    Geopolitiek
    Great Reset
    Grote Verdrukking
    Hebrew Roots?
    Hell's Kitchen
    Islam
    Israël
    Jaaroverzichten
    Katholieke Kerk
    Kerk In Verval
    Kingdom Now?
    Klimaat
    Mandela-effect
    Mazzaroth
    Nibiru
    Occultisme
    Opname
    OSAS
    Platte Aarde?
    Prepping
    Profetie
    QAnon
    Recensies
    Redding
    The Last Reformation
    The Shack?
    Transhumanisme
    Update!
    Vijgenboom-generatie
    Wat Is Babylon?
    Wederkomst

Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Openbaring
  • Belangrijk
  • e-Books
    • 49 Redenen
    • 49 Argumenten
    • Physics of Hell
  • AVG
  • Links
  • About