"En zij antwoordden en zeiden tegen Hem: Waar, Heere? En Hij zei tegen hen: Waar het lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen." (Lukas 17:37, HSV) Mattheüs Laten we eerst de goede dingen die Annette opschreef benoemen. Ze deed er goed aan om aan te stippen hoe veel pretribbers geen consistentie hebben in hun theologie, wat betreft Mattheüs 24 en parallelpassages althans. Ikzelf heb ook lang geloofd dat we de pretribulationaire opname in Mattheüs 24 konden vinden, tot pretribulationair expert dr. Andy Woods me dit vers beter in context liet zien. Dit leidde me echter niet weg van mijn pretribulationaire overtuigingen, maar maakte die juist veel sterker. Laat me dit uitleggen, en bij het begin beginnen. Bell zegt dat degenen die meegenomen worden in Mattheüs 24:39 worden vergeleken met degenen die weggenomen worden door de zondvloed. Dus, in essentie worden de slechten hier meegenomen. Niet de goeien. U wilt niet in deze opname zijn! Dit is echter precies Woods' punt, en toch gelooft hij dat de pretribulationaire opname een feit is. Hoe dat werkt? Het heeft te maken met context. Bell heeft gedeeltelijk gelijk. Het punt echter, is dat ze een paar grote datapunten heeft gemist. Laten we eens kijken naar de grotere context, en daarna verder in de tekst over karkassen en gieren duiken. Israel Dr. Andy Woods beargumenteert in zijn serie over Mattheüs 24 en 25 dat het geheel van de Rede op de Olijfberg aan een Joods publiek wordt gegeven. De kerk was nog een geheimenis, en hoewel Jezus alreeds wat waarheden omtrent de opname in bijvoorbeeld Johannes 14 begon te openbaren, is dit niet de vijver waar we onze hengel in willen gooien. Het restant van de waarheden omtrent de kerk zou immers veel later geopenbaard gaan worden; zo rond de tijd dat Paulus zijn bediening aan de heidenen aftrapt. Merk op hoe Joods Mattheüs 24 is; het spreekt over de tempel (v ers 1), Judea (vers 16) en de sabbat (vers 20). Zoals we in het vorige deel al bespraken, vergaderen de engelen de uitverkorenen vanuit de vier hoeken van de aarde (vers 31), wat een specifieke vervulling is van Jesaja 11:12. Dit gaat over God Die Zijn speciale natie Israël aan het voorbereiden is om met hun sterfelijke lichamen het 1000-jarige koninkrijk te betreden (ref. Matth. 25:31-46). Israël is altijd Gods uitverkorene geweest. Hun afwijzing van Christus betekende dat ook wij redding zouden kunnen ontvangen, zoals Paulus uitlegt in Romeinen 11 en Efeze 2. De uitverkorene als de kerk moet ín de tekst worden gelegd, het is niet wat de originele context overbrengt. Het primaire publiek is immers Joods en zij vroegen naar hún toekomst. Zoals we de vorige keer ontdekten, betekende hun verwerping dat Jezus hen nogmaals zal bezoeken, maar deze keer zullen ze het juiste doen. Dit zal echter gepaard gaan met een enorme verdrukking, die hen op hun knieën zal brengen. Het heet dan ook niet voor niets "Jakobs benauwdheid". "Vraag toch en zie of een man baren kan? Waarom heb Ik dan iedere man gezien met zijn handen op zijn heupen als een barende vrouw, en waarom zijn alle gezichten lijkbleek weggetrokken? Wee! Want die dag is groot, er is er geen als hij. Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden." (Jeremia 30:6-7, HSV)
Opname Dus, we hebben zojuist geleerd dat er geen opname of wederopstanding te vinden is in Mattheüs 24. Er is ook geen vermelding van de kerk, enkel referenties naar de natie van de Joden. In de Eerste Brief aan de Thessalonicenzen echter, zien we alle drie. Wat is er dan nog meer anders? Bell vergelijkt Mattheüs 24 met Openbaring 19, dus laten we die passage ook in overweging nemen in deze vergelijking. Door dit te doen, lijken de volgende zaken misschien kleinigheden, maar wanneer we ze alle bij elkaar optellen, ontstaat er een heel ander plaatje. In Mattheüs 24 worden de slechten weggenomen (zoals in de vloed, vers 39) en blijven de rechtvaardigen over. In 1 Thess. 4 en 5 worden de rechtvaardigen juist weggenomen en de rest voor onmiddellijke vernietiging achtergelaten (5:3). In Mattheüs 24 verzamelen de engelen de mensen. In 1 Thessalonicenzen 4 verzamelt Jezus de mensen. In 1 Thessalonicenzen 4 komt Jezus vóór Zijn heiligen. In Openbaring 19 komt Jezus mét Zijn heiligen. In 1 Korinthe 15 (u weet wel, dat andere opname-vers), gebeurt de opname in een oogwenk, maar in Mattheüs 24 zal elk oog Hem zien. Kijkt u de hele dag naar de hemel? En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik heb hieronder een korte lijst gemaakt, ter overweging.
" 27. Want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. 28. Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. 29. En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. 30. En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan." (Mattheüs 24:27-31, HSV) Volgorde Wanneer we de chronologie in de tekst volgen, wordt pijnlijk duidelijk dat het teken van de Zoon des mensen gebeurt ná het verzamelen van de gieren (of arenden, in sommige Engelse vertalingen). In feite laat het een grote korrelatie zien met Openbaring 6, en in Openbaring 19 zien we dit zelfs omgekeerd. De Zoon des mensen komt daar in de wolken, in vers 11 tot en met 16, en de karkassen en gieren verschijnen later, nadat Hij de koningen van de aarde heeft overwonnen (17-21). Wat is hier aan de hand? Zoals ik al eerder heb geprobeerd te vertellen, kan Jezus' komst beschreven worden als zowel één gebeurtenis, als een tijdsspanne. Het hangt af van de context. Net zoals Zijn eerste komst, moet de context details geven om ons te helpen ontcijferen wat de beste uitleg is. Laten we hieronder wat voorbeelden verkennen. Weggenomen In deze twee korte zinnen, worden twee gebeurtenissen beschreven, die beide over Jezus' eerste komst verhalen, maar met 30 jaar ertussen. Begrijpt u wat ik bedoel? Profetie is niet altijd zo simpel als men het voor wil laten komen. Er zijn subtiliteiten in de tekst waar we soms gevoel voor moeten krijgen om het écht te leren begrijpen. Laten we nog eens naar Lukas 17 en Mattheüs 24 gaan, en enkele observaties maken in de verzen waar Annette ons op wijst. Ten eerste is wegnemen niet hetzelfde als opgegeten worden door een gier. U wordt niet "opeens" opgegeten door een gier als u bij de molen koren aan het malen bent. Ten tweede, merk de rust op in het plaatje van Lukas 17 en de totale gekte in Openbaring 6 en verder. Waar kunnen we deze zogenaamde "wegname" uit Lukas 17 plaatsen in Openbaring? Laat met het als volgt stellen: Ik denk dat we de verkeerde vragen stellen. De kwestie is niet zozeer dat iemand weggenomen wordt, maar meer dat zij compleet "overgenomen" worden door de verrassing ervan. Dat is namelijk de context van de zondvloed in dit verband. De mensen werden niet alleen weggenomen door de vloed in een letterlijke zin, maar merk ook op dat Jezus wijst op het plotselinge en onvoorspelbare karakter van dit oordeel. Ze waren absoluut onvoorbereid! Daarom is wat we zien in Lukas 17 het beste te plaatsen tussen de gebeurtenissen in 1 Thessalonicenzen 4 en 5, of Openbaring 5 en 6. Achtergelaten Dan is de enige vraag die nog overblijft; wie zijn de overgeblevenen? Wel, terwijl de plotselinge vernietiging die de wereld plotseling overnam verraste, omdat zij dachten dat er vrede en veiligheid was, beschrijft dit ook een periode van gebeurtenissen die zich begint te ontvouwen en daarom een langere periode aangeeft. Geen enkele gebeurtenis. Wanneer u Mattheüs 24 leest, is de volgorde duidelijk; allereerst zien we de gieren de dode lichamen eten. Ten tweede zien we dat ná de verdrukking de zon en maan zullen worden verduisterd. En ten slotte zien we het teken van de Mensenzoon. Dit plaatst het verschijnen van de gieren dus technisch gezien ín de grote verdrukking, niet noodzakelijkerwijs erná. Dat betekent niet dat er geen vogels zullen zijn ná de grote verdrukking die de rest van de dode lichamen opeten. Het kunnen simpelweg twee beschrijvingen zijn van twee gebeurtenissen. Een gebeurtenis in Mattheüs 24 en een gebeurtenis in Openbaring 19, maar wellicht zijn er ook vogels in Openbaring 6, om de lijken op te eten die overblijven nadat de Vierde Ruiter van de Apocalyps langs is geweest. Degenen die overblijven hadden wellicht een idee dat dit kon gebeuren, of waren beter voorbereid. En om die reden is het denk ik goed om ook te kijken naar de gelijkenis van de 10 maagden. Vijf werden overvallen door een verrassing, maar vijf niet. En toch sliepen zij allen. Alle tien. " 1. Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet. 2. Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas. 3. Zij die dwaas waren, namen wel hun lampen maar geen olie met zich mee. 4. De wijzen namen met hun lampen ook olie mee in hun kruikjes. 5. Toen de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en vielen in slaap. 6. En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! 7. Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. 8. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. 9. Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf. 10. Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten. 11. Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! 12. Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet. 13. Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal." (Mattheüs 25:1-13, HSV)
" 33. Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. 34. Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. 35. En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. 36. Nogmaals stuurde hij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde. 37. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. 38. Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. 39. Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem. 40. Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? 41. Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven. 42. Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? 43. Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt." (Mattheüs 21:33-43, HSV) Wijngaard Waar zou de wijngaard naar verwijzen, denkt u? Juist, Israël natuurlijk, als u bekend bent met Jesaja 5. Wie zijn dan de werkers in Gods wijngaard? Op dat moment was dat het Joodse leiderschap. Wanneer Jezus hen in vers 43 vertelt dat ze worden vervangen door een natie die de vruchten voort zal brengen van deze wijngaard, heeft Hij het over een toekomstige natie Israël. Want bedenk nog eens dat het hier ging om een daadwerkelijke fysieke geografische plaats die Israël genoemd werd. Het is geen geestelijke referentie naar hoe de kerk die plek soort van ingenomen heeft, 2000 jaar lang. Net zoals Jesaja's gelijkenis over het fysieke land van Israël ging, bouwde Jezus voort op die parabel en refereerde aan diezelfde geografische plaats. Nogmaals, dit is níet de kerk. De kerk is nog nooit natie genoemd. Het werd het Lichaam van Christus of de Bruid genoemd. De toekomstige natie die de vruchten voort zou brengen van deze wijngaard, is een referentie naar het 1000-jaar durende koninkrijk van Israël. Heeft u gezien dat beide gelijkenissen begonnen met een referentie naar het "Koninkrijk der Hemelen"? "In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden." (Daniël 2:44, HSV) Koninkrijk der Hemelen Eigenlijk is het punt niet zozeer dat dit een referentie is naar een soort van "geestelijk koninkrijk" omdat er het woord "hemel" in staat. Het punt is juist dat dit een indicatie geeft van waar het koninkrijk vandaan komt. Het is het koninkrijk vanuit de hemel, dat op de aarde komt, voor de natie Israël om te beërven. Heidenen kunnen natuurlijk mede-erfgenamen worden, maar dat betekent niet dat het iets puur geestelijks is en dat we momenteel al in dat koninkrijk zijn. Jezus zal de troon van David erven. Dat is een verwijzing naar een fysieke troon. Hij zit momenteel op de troon van Zijn Vader, samen met Hem (Openbaring 3:21), maar zal gezeten worden op Zijn eigen troon in het 1000-jarige koninkrijk. Je kunt dit letterlijk lezen in, jawel.. Mattheüs 25, vers 31. Dit is een referentie naar de troon van David; een échte fysieke troon die in Jeruzalem zal staan gedurende het 1000-jarige rijk. Gelooft u me niet? Luister dan naar wat de engel Gabriël Maria vertelde: Erfenis Welnu, laten we dan weer teruggaan naar onze belangrijkste kwestie. Degenen die achtergebleven zijn, hebben (nog) geen nieuw lichaam ontvangen. Zij zullen het fysieke koninkrijk in hun sterfelijke lichamen beërven. En kinderen krijgen. En ook zij zullen weer kinderen krijgen, en kleinkinderen. Enzovoorts. De aarde zal weer vervuld worden met leven. De omstandigheden zullen optimaal zijn voor leven, maar het grootste probleem voor de mens is nog steeds zonde. Waarom zouden zij anders achter Satan aan gaan als hij het Nieuwe Jeruzalem probeert aan te vallen in Openbaring 20? Waar komen al deze mensen vandaan? Wel, dit zijn de mensen die de grote verdrukking hebben overleefd. De wereld stopt niet opeens na 6000 jaar. Het gaat nog 1000 jaar door! Wij, de kerk, hebben al wél verheerlijkte lichamen, als we overwegen wat Paulus schrijft in 1 Korinthe 15:51-52. De Israëlieten echter, die nog leven aan het einde van de grote verdrukking, zullen worden verzameld vanuit alle hoeken van de wereld, en neergezet worden in hun thuisland. En kijk eens naar wat Jesaja vertelt wat zij zullen doen: " 11. En het zal op die dag gebeuren dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven, dat overgebleven zal zijn in Assyrië en in Egypte, in Pathros, Cusj, Elam, en in Sinear, Hamath en op de eilanden in de zee. 12. Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en hen die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. 13. Dan zal de afgunst van Efraïm verdwijnen, en wie Juda in het nauw drijven, zullen uitgeroeid worden. Efraïm zal niet langer jaloers zijn op Juda, en Juda zal Efraïm niet meer in het nauw drijven. 14. Zij zullen op de schouder van de Filistijnen neerstrijken in het westen, samen zullen zij de mensen van het oosten uitplunderen. Zij zullen hun hand uitstrekken tegen Edom en Moab, en de Ammonieten zullen hun gehoorzaam zijn. 15. Dan zal de HEERE de inham van de zee van Egypte met de ban slaan, en Hij zal Zijn hand opheffen tegen de rivier de Eufraat door Zijn sterke wind. Hij zal haar uiteenslaan in zeven stromen, en maken dat men er met zijn schoenen doorheen kan gaan. 16. Er zal een gebaande weg zijn voor het overblijfsel van Zijn volk, die overgebleven zal zijn in Assyrië, zoals het met Israël gebeurde op de dag dat het wegtrok uit het land Egypte." (Jesaja 11:11-16, HSV) Verzameling Het is vanuit deze tekst heel duidelijk dat dit nog niet de hemel is. Jesaja spreekt over geografische plaatsen. Deze mensen zullen in een fysiek Israël zijn, en zoals we vanuit de voorafgaande context kunnen concluderen, zal er een absolute vrede zijn gedurende Jezus' 1000-jarige regering. Dit is de verzameling waar Mattheüs het over heeft in hoofdstuk 24, vers 31. Het is geen verwijzing naar de opname, en ook geen referentie naar de wederopstanding. Zowel oppervlakkige pretrib-onderzoekers als posttribbers zitten er in dat geval naast, als zij menen dat dit wél het geval is. Het échte antwoord wordt gevonden als wij zorgvuldig exegese plegen in de Bijbel. Hoe overwinnen wij dan in de verdrukking? Simpel. We zijn alreeds overwinnaars door Hem. We hoeven enkel nog te wachten op de opname, of we nu wakker zijn of slapen. Gods zegen! (: "Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad." (Romeinen 8:37, HSV)
3 Comments
B Hardkers
4/2/2023 12:05:39
Hier ontdek ik weer nieuwe inzichten die me tot verdere studie nodigen.
Reply
Jannie Overeem
4/2/2023 13:08:28
Wat een prachtige en duidelijke studie en uitleg. Wat heb ik de gelijkenis van de 10 maagden vaak anders horen uitleggen ( en inderdaad gericht op de kerk).
Reply
L.Overdujn
4/2/2023 13:11:28
Eens met dit artikel. Jezus wordt in de evangeliën voorgesteld als de Messias van Israël en spreekt in die positie tot de joden.
Reply
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Mei 2023
|