"En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden." (Mattheüs 24:11, HSV)
10 Comments
In de wereld van calvinisme wordt nogal eens beweerd dat het geloof op zichzélf een gave is. Door deze positie in te nemen, menen zij te kunnen onderbouwen dat mensen eigenlijk geen vrije wil hebben en dat het dus uiteindelijk God is Die aan de touwtjes trekt. Wij zijn nog te zwak om zelf te kunnen geloven, dus moet God ons daar zelfs nog bij helpen, zo meent men. God kiest in hun beleving dan ook de mensen die Hij voorbestemt, en geeft énkel aan hen dat zaligmakende geloof. Wees eens eerlijk; klinkt dat als de God van de Bijbel? We hebben laatst al een vrij kernachtig artikel gewijd aan de dwaling van calvinisme, maar hebben zij hier dan misschien wél een punt? Is geloof écht een gave? Ja en nee. Laat me dit uitleggen. We lezen er misschien gemakkelijk overheen bij onze stille tijd, als Openbaring 9 aan de beurt is in ons leesschema om de Bijbel in één jaar uit te lezen, maar het staat er toch echt. Tovenarij, zo is het vertaald in veruit de meeste vertalingen, en dat is zeker geen vreemde connectie. Toch is de betekenis van het Griekse woord pharmakeia veel breder dan enkel tovenarij. Als hier over tovenarij gesproken wordt, moet ook meteen gedacht worden aan de geestverruimende drugs die daarmee gepaard gingen. Het één ging niet zonder het ander, zeker in die tijd. Het is als een paard en een wagen. Zonder de wagen kon je al je spullen niet meenemen, maar zonder het paard kwam je niet vooruit. We missen een hoop culturele context als we de Bijbel casual lezen en verder weinig onderzoek doen. En dat is jammer. Want hierdoor kunnen we de fouten uit het verleden wellicht niet herkennen, en precies dezelfde fouten maken of het gevaar van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen niet goed inschatten. Één zo'n gevaar is drugs. En dan bedoel ik vooral één specifieke soort drug: psychedelica. We staan op het punt van een nieuwe revolutie. "Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij [pharmakeia], hun ontucht en het plegen van diefstal." (Openbaring 9:21, HSV) Er is een levendige discussie tussen charismatische christenen aan de ene kant en cessationisten aan de andere kant, over wat we nu precies aan moeten met enerzijds de profetieën waarover we in Handelingen lezen, en anderzijds de "profetieën" die we nu zien. Ook in het midden van die discussie vinden we echter veel christenen met een meer genuanceerde mening, variërend van "de meeste gaven van de Geest zijn nu gestopt" tot "laten we de valse profetieën veroordelen, maar niet meteen de baby met het badwater weggooien." Onlangs bevond ik mij ook in zo'n discussie, en daar kwam het laatstgenoemde argument ook aan de orde. Zelfs de meest doorgewinterde pinksterchristenen beamen dat er inderdaad veel valse profetieën worden gedaan in de heilige Naam van Christus, maar moeten we alles dan meteen over één kam scheren? Toegegeven, het onderwerp over de gaven van de Heilige Geest is een gevoelig onderwerp, dat al snel appelleert aan heftige emoties bij sommige christenen, en dus is het een begrijpelijk argument. Ik vroeg me echter af: is er eigenlijk wel een baby? Dat bedoel ik niet vervelend, maar heel serieus. Want waar is die baby dan precies? Waar zijn al die profetieën die met laserprecisie uitgekomen zijn anno 2024? Niemand op Twitter (nu X) kon het me vertellen.
"Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Hen die U Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard en niemand uit hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf, opdat de Schrift vervuld wordt." (Joh. 17:12, HSV)
"Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is."
" 20. Daarom, hoor het raadsbesluit van de HEERE dat Hij over Edom genomen heeft, en Zijn plannen die Hij bedacht heeft tegen de inwoners van Teman: Voorwaar, de geringsten van de kudde zullen hen wegslepen! Voorwaar, men zal hun woonplaats boven hen verwoesten! 21. Van het geluid van hun val beeft de aarde, het geschreeuw – bij de Schelfzee wordt het geluid daarvan gehoord." (Jeremia 49:20-21, HSV)
"Echter, wij zijn allen als een onreine, al onze rechtvaardige daden zijn als een bezoedeld kleed, wij allen vallen af als een blad en onze misdaden voeren ons weg als de wind." (Jesaja 64:6, HSV) |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|