Job In het Oude Testament lezen we over het verhaal van Job. In hoofdstuk 1 lezen we dat hij een oprecht man was (vers 1) en ondanks de weddenschap tussen God en Satan niet zondigde (vers 22). God stond het Satan in hoofdstuk 2 vervolgens toe om Job met zweren te treffen (vers 7), maar dit had een heel duidelijk doel; beproeving. Het was om erachter te komen of Job Hem zou blijven prijzen, zelfs in kwade tijden. Er zit een flinke nuance tussen iets kwaads en een vloek. Een ziekte is iets wat absoluut niet goed is, begrijp me goed, maar het kan wél gebruikt worden door God voor Zijn doeleinden. Het is in die zin een middel. Een vloek daarentegen is een oordeel. Dit heeft een veel definitiever karakter. God is in staat om iets wat verkeerd is, te gebruiken voor Zijn doeleinden en er iets goeds mee te bewerkstelligen. We zien dit op verschillende plekken in het Nieuwe Testament. Denk aan de tekst hierboven, uit Romeinen 8, een hoofdstuk dat ook in het vorige deel al instrumenteel was in het begrip van lijden in het leven van de christen. Maar ook kan gedacht worden aan het moment waar Paulus te maken kreeg met een handlanger van Satan die hem "met vuisten sloeg". " 7. En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. 8. Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. 9. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. 10. Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig." (2 Korinthe 12:7-10, HSV) Doorn Het doel van dit lijden is duidelijk; het gaat erom dat Paulus hierdoor nederig blijft en zich niet zal verheffen over het privilege van de openbaringen waarop hij eerder in dat hoofdstuk hintte. Wommack wijdt er een compleet hoofdstuk aan, en probeert daarin duidelijk te maken dat het hier niet om een specifieke ziekte gaat, maar een letterlijke handlanger van Satan. Wommack (p. 23-28) maakt een duidelijk onderscheid tussen deze kwelling en de andere vormen van lijden die Paulus noemt in vers 10, maar doet zijn uiterste best het geen ziekte te noemen. Niemand weet precies wat Paulus hier exact mee bedoelde, hoewel daar zeker wel veel over te zeggen is door schrift met schrift te vergelijken of overleveringen van de kerkvaders te raadplegen. Feit is wel dat het a. betrekking heeft op zijn vlees (dat staat gewoon in de tekst), en b. een vuistslag zeer doet. Het lijkt er dus wel degelijk op dat het hier over een lichamelijke pijn gaat. Wommack speelt hier met definities, maar eigenlijk maakt het niet veel uit of we dit nu kwalificeren als een officiële ziekte of niet. Vers 10 maakt gewoon heel duidelijk dat lijden om Christus wil prijzenswaardig is, omdat al die soorten zwakheden iemand geestelijk machtig maken. Waarom? Omdat ze volharding en derhalve loon uitwerken. Waarom zou Paulus ál deze dingen noemen, maar ziekte niet? Waarom zou God ziekte niet ook voor hetzelfde doeleinde kunnen gebruiken als al die andere zaken die hier genoemd worden? Door deze reeks uit vers 10 te noemen, lijkt Paulus naar woorden te zoeken om duidelijk te maken dat welke zwakheid of lijden dan ook, door God gebruikt kan worden om de kracht van Christus in iemand te laten toenemen (vers 9b). Zoals Wommack zelf al aangeeft, kan het Griekse woord astheneia ook als "ziekte" worden vertaald, zoals in Handelingen 28:9. Wommack ziet ziekte als een geval apart, dat zich onderscheidt ten opzichte van andere vormen van lijden, en dat ligt onder andere besloten in de volgende these.
Clusters Maar er zijn meer fouten te vinden in Wommacks redenatie. Hij stelt bijvoorbeeld op pagina 5 dat "ziekte een vloek van de wet is", en noemt Galaten 3:13 als prooftext. Het hele woord ziekte wordt daar niet eens genoemd! In het hele hoofdstuk niet! Ook zien we dat Wommack regelmatig in andere periodes shopt. Zoals we in het eerste deel duidelijk gezien hebben, zijn er clusters van wonderen te vinden in de periode rondom de introductie van de wet, de periode van de nationale correctie door de profeten en natuurlijk de bediening van Jezus die gevolgd werd door de apostolische periode. Als Jezus de discipelen instrueert, betekent dit dan dat Hij het tegen Henk uit Veenendaal of Frederieke uit Almelo heeft? Natuurlijk niet. Niet elke Bijbeltekst gaat over u. Johannes 13:27 gaat bijvoorbeeld niet over u, als Hij Judas vertelt snel te doen wat hij van plan is. Snapt u wat ik bedoel? Jezus sprak soms tegen de menigte, maar soms in een meer privésetting met de discipelen. Ze leefden bovendien in een tijd waar het koninkrijk dichtbij was (Matth. 4:17), maar dit koninkrijk doordat het Joodse leiderschap de Koning afwees, uitgesteld werd (Matth. 21:43) tot een latere generatie van het volk Israël de vruchten ervan zou voortbrengen. De wonderen die Jezus deed, waren vaak ook een demonstratie van wat men van dat komende koninkrijk kon verwachten. Zo kon men alvast een vleugje krijgen en was het meteen duidelijk dat Híj de beloofde Koning ervan was. Zijn instructies waren dus vaak gericht op het inluiden van dat koninkrijk. Nu het koninkrijk uitgesteld is (het komt pas in Openbaring 11:15), zitten wij christenen dus in een intermezzo en moeten we wachten tot Híj dit koninkrijk zal brengen. Niet wij. Er zal geen mensenhand aan te pas komen (Dan. 2:34, 45). Híj zal Zijn tempel bouwen (Zach. 6:13). Met deze kennis kunnen we duidelijker zien waarom de volgende prooftexts van Wommack (p. 33-45), waaruit zou moeten blijken dat God u altijd gezond wil hebben, gewoon niet altijd werken. Omdat we al veel teksten besproken hebben, doen we een kleine greep: Hebreeën 2:3-4
"En toen Hij in huis gegaan was, en zij alleen waren, vroegen Zijn discipelen Hem: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven? En Hij zei tegen hen: Dit soort kan nergens anders door uitgaan dan door bidden en vasten." (Markus 9:28-29, HSV) Twijfel Hoewel geloof wel degelijk een grote rol speelde in de versie van Mattheüs, geven zowel voornoemde als Markus aan dat het vooral aankwam op het bidden én vasten. Dit was het belangrijkste deel van hun geloof dat blijkbaar niet goed werkte; de praktijk. Vasten is iets waarmee we kunnen laten zien hoezeer we het menen. Wommack legt de tekst uit Mattheüs 21 echter alvast in deze gebeurtenis, alsof twijfel gelijk zou staan aan ongeloof en tegelijk met hun geloof opereerde in deze situatie. Dat staat nergens. Er staat nergens dat de discipelen op dat moment veel geloof demonstreerden. Het woord "geloof" wordt niet eens genoemd in relatie tot de acties van de discipelen, enkel ongeloof. Het "geloven zonder twijfel" is een stijlfiguur; een manier van zeggen die taaltechnisch soms niet juist lijkt, maar waarmee men een accent wil leggen op een bepaald aspect. In dit geval is dat een adiectio. Het geeft aan dat de discipelen moeten geloven zonder ook maar een spoor van twijfel. Denk eraan; dát was Jezus publiek in Mattheüs 21:21. Jezus stelde hoge eisen aan het praktische deel van hun geloof in de apostolische periode. Niet voor niets kostte het ruim 3 jaar voor de discipelen er klaar voor waren. Niet voor niets had Hij hen apart gezet om het woord na Zijn hemelvaart verder te verspreiden. Dit vergde een bepaald karakter, en zelfs tot na Jezus' dood zien we dat er twijfel blijft. De discipelen konden amper geloven dat Hij weer was opgestaan uit de dood. Jezus rustte hen daarom op een speciale manier toe.
" 2. En een man die vanaf de moederschoot kreupel was, werd daarheen gedragen. Men zette hem dagelijks bij de tempelpoort die de Schone genoemd wordt, om een liefdegave te vragen aan hen die de tempel binnengingen. 3. Toen hij Petrus en Johannes zag op het moment dat zij de tempel zouden binnengaan, vroeg hij of hij een liefdegave mocht ontvangen. 4. En Petrus keek hem met Johannes doordringend aan en zei: Kijk ons aan! 5. En hij hield de ogen op hen gericht, omdat hij verwachtte iets van hen te ontvangen. 6. Petrus zei echter: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen! 7. En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en onmiddellijk werden zijn voeten en enkels vast. 8. En met een sprong stond hij overeind en liep rond, en hij ging met hen de tempel in, lopend en springend en God lovend." (Handelingen 3:2-8, HSV) Niki Wonderen gebeuren nog steeds. Daar is voor mij geen twijfel over mogelijk. Ik heb dit zelf heel dichtbij mogen ervaren. Dat betekent echter niet dat God áltijd elk gebed verhoort. De voorbeelden die Wommack noemt, zoals het verhaal van Niki, geloof ik dan ook direct. Soms kunnen zonden in de weg zitten, en dan is het goed om die te belijden. Maar zoals we zagen in het geval van bijvoorbeeld Job en Paulus, verhoort God niet altijd automatisch élk gebed. Soms heeft lijden zoals ziekte een functie. En ik heb gezien wat voor vernietiging het gedram van sommige Bijbelleraren kan aanbrengen in de levens van mensen. Zo hoorde ik eens een verhaal van iemand die als kind een operatie geweigerd werd, omdat zijn ouders wilden dat er eerst op God vertrouwd moest worden. Toen genezing na veel gelovig gebed uitbleef, raakte deze jongeman compleet van zijn geloof af. Is dit wat we willen door zó ver te gaan met onze theologie? Woorden hebben kracht, of het nu goede of slechte woorden zijn. Ze kunnen een zegen of een vloek zijn, vertelt Jakobus 3:10. Laten we toch heel voorzichtig zijn met wat we tegen de ander zeggen. Hoe goed bedoeld ook, soms is het beter om gewoon te luisteren en niet meteen klaar te staan met ons oordeel. Was dat immers ook niet wat de vrienden van Job deden? Wie dit boek heeft gelezen, weet hoe boos God op hen werd vanwege hun domme "adviezen". We kennen die ander vaak niet goed genoeg, en wie zijn wij dan om iets te zeggen over hoe groot of klein hun geloof is? Omdat ik deze serie leesbaar wil houden, wil ik het hierbij laten, hoewel ik er nog veel meer over zou kunnen zeggen. Ik hoop dat het u heeft geholpen in uw geloof. Laat ik besluiten met de woorden van Paulus. God bless! :) "Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft." (Filippenzen 4:11-13, HSV)
1 Comment
Janna
12/29/2022 13:27:43
Dank je wel voor de duidelijke uitleg.
Reply
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Maart 2025
|