"Ik en de Vader zijn Één. De Joden dan pakten opnieuw stenen op om Hem te stenigen. Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede werken van Mijn Vader laten zien. Vanwege welk van die werken stenigt u Mij? De Joden antwoordden Hem: Wij stenigen U niet vanwege een goed werk, maar vanwege godslastering, namelijk omdat U, Die een Mens bent, Uzelf God maakt. Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden? Als de wet hén goden noemde tot wie het woord van God kwam, en de Schrift niet van kracht beroofd kan worden, zegt u dan tegen Mij, Die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: U lastert God, omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon? Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet, maar als Ik ze doe en u Mij niet gelooft, geloof dan de werken, opdat u erkent en gelooft dat de Vader in Mij is en Ik in Hem." (Joh. 10:30-38, HSV) Publiek Het betreffende vers uit Johannes 10 is echter een citaat uit de Psalmen. En een citaat wordt natuurlijk bij voorkeur létterlijk overgenomen, niet geparafraseerd. En dat is dan ook wat Jezus hier letterlijk doet. U denkt toch niet serieus dat Hij het woord 'u' hier spreekt tegen de ongelovige en rebelse Joden in dit hoofdstuk? Want dát zou de eerste logische gedachte moeten zijn, als u het citaat consequent op Jezus' publiek wil betrekken. Niet de vreemde gedachtensprong die bovenstaande televangelists maken. Zij vullen het 'u' hier in met de kerk. Maar Jezus praat hier helemaal niet tegen de kerk! Juist niet! Eerder het tegenovergestelde! Het publiek zijn schriftgeleerden, Farizeeërs en andere rebelse Joden. In welk parallel universum zijn dat 'goden'? Nee, er is een reden dat Jezus dit vers aanhaalt en het exact zo letterlijk citeert. Hij wordt beschuldigd van godslastering en daarom wil Hij een punt maken, dat Hij langzaam opbouwt. Dit citaat maakt daar een onderdeel van uit. We moeten het dus niet zomaar uit die context gaan trekken en daar een complete theologie op gaan bouwen. Om te ontdekken wie deze 'goden' zijn, moeten we daarom terug naar het precieze citaat. "God staat in de vergadering van God, Hij oordeelt te midden van de goden: Hoelang zult u onrechtvaardig oordelen en de goddelozen bevoordelen? Sela. Doe recht aan de geringe en de wees, bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid. Bevrijd de geringe en de arme, ontruk hem aan de hand van de goddelozen. Zij weten niets en begrijpen niets, zij wandelen steeds in de duisternis rond; daarom wankelen alle fundamenten van de aarde. Ík heb wel gezegd: U bent goden, u bent allen zonen van de Allerhoogste; toch zult u sterven als een mens, zoals iedere andere vorst zult u vallen. Sta op, o God, oordeel de aarde, want Ú bezit alle volken."(Psalm 82, HSV) Elohim De identiteit van deze "goden" ligt verborgen in de rest van deze psalm. Merk bijvoorbeeld het volgende vers (vers 7) op: "Toch zult u sterven als een mens." Daarin vinden we al een enorme clou. Blijkbaar zijn dit dus géén mensen. Misschien twijfelt u nog steeds. En daar bent u niet de enige in. Het merendeel van de theologen, vertalers en andere Bijbelgeleerden denken bij deze elohim aan gewone mensen. Het woord Elohim kennen de meeste christenen denk ik inmiddels al wel als zijnde het Hebreeuwse woord voor God. Maar technisch gezien is dat een onvolledige assertatie. Alle uitgangen die eindigen op -im in het Hebreeuws wijzen op een meervoud. Elohim betekent dus primair Goden. Het feit dat dit woord voor God in het Oude Testament veelvuldig als een enkelvoud wordt vertaald, komt omdat het werkwoord dat bij Elohim hoort, in het enkelvoud is. Eigenlijk is het taalkundig dus een inconsistentie, maar tegelijk heel bijzonder omdat hierin al meteen een dikke hint zit naar de Drieëenheid. Toch zijn er náást het gebruik van dit woord voor God, nog een aantal andere overwegingen die theologen maken. Zo is er bijvoorbeeld de theorie dat elohim (met een kleine letter) verwijst naar de stamoudsten van Israël. Maar die uitleg zorgt wel voor een hoop problemen, zo legt dr. Michaël Heiser in onderstaande seminar uit. Deze uitleg is namelijk voortgekomen uit een eisegese van bovenstaande Bijbeltekst uit Johannes 10, en dat houdt dus in dat zij eerder geforceerd is op de tekst dan dat zij daadwerkelijk voortgekomen is uit een exegese (contextueel geëxtraheerd). Kleine letter Er blijft dus eigenlijk maar één geldige uitleg over. En dat is dat het hier gaat over zeer machtige bovennatuurlijke wezens. Ja, dat leest u goed. Maar bedenk u tegelijk dat dit wel geschapen wezens zijn. Zij zijn natuurlijk nooit gelijk aan God Zélf. Hij is immers de God der goden (Deut. 10:17). We noemen dit daarom ook wel 'goden' met een kleine letter. In het Oude Testament wordt er regelmatig vermelding gemaakt van andere 'goden'. We hebben de neiging daar snel overheen te lezen en af te doen als 'gekke verzinsels van mensen'. Dingen die zij zelf van hout of metaal maken en gaan aanbidden. Maar besef u wel dat hier létterlijke entiteiten achter schuilgaan. Paulus zinspeelt hierop in 1 Korinthe 8:4-5. Ook zien we in de 10 geboden dat wij geen 'andere goden' voor Zijn aangezicht mogen hebben (Ex. 20:3). Het zou gek zijn als God dit zo expliciet noemt en het eigenlijk maar "onschuldige" beeldjes zijn die op zichzelf niks kunnen. Zoiets als: "Kijk uit voor die niet-bestaande gnomen als u door de woestijn reist." Zie het als een no-fly zone. God waarschuwt Zijn volk bij wijze van spreken door te zeggen dat zij dat gebied niet moeten betreden, omdat het daar gevaarlijk is. Ik weet niet of u weleens een bezeten persoon hebt gezien, maar geloof me.. Het occulte is inderdaad geen gebied dat u wilt betreden! Vergadering van de goden Dr. Heiser legt in zijn boek The Unseen Realm uit hoe dit allemaal zo is gekomen. Want heeft God die afgoden dan geschapen? Dat is toch gek? Nee. Heiser legt uit dat deze wezens ooit goed geschapen waren. In Job 38:7 lezen we bijvoorbeeld dat de 'kinderen van God' juichten toen de aarde gegrondvest werd. We kunnen hier onmogelijk mensen lezen, omdat de mens pas werd geschapen toen de aarde al gegrondvest wás, op dag 6. De wezens die hier genoemd worden, moeten wel een soort engelachtige entiteit zijn. Bovennatuurlijke wezens, van een heel hoge orde. Maar het ging mis. In Genesis 6 lezen we daar bijvoorbeeld over. Deze 'zonen van God' gingen zich seksueel te buiten aan de dochters van mensen en in de brief van Judas staat bijvoorbeeld in vers 6 dat die engelen daarom ook geboeid in de duisternis opgesloten zitten. Heiser maakt in zijn boek daarom een zeer krachtig en buitengewoon goed onderbouwd pleidooi voor iets wat we de 'vergadering van de goden' kunnen noemen. We zien dit idee al in Psalm 82, hoewel de HSV dat niet goed gevat heeft. "Elohim staat in de vergadering van elohim", staat er eigenlijk. God heeft volgens Heiser een groep van 70 elohim om Zichzelf heen aangesteld, niet omdat Hij advies nodig heeft, maar omdat God een God van liefde is en blijkbaar dingen samen wil doen, tot op zekere hoogte. Vergelijk het met onze eigen behoefte om familie om ons heen te hebben. Gewoon, omdat het fijn is. Een grondslag hiervoor vindt Heiser in Deuteronomium 32:8, waar de Septuagint een alternatieve lezing geeft van een sleutelvers. "Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal engelen van God." (Deut. 32:8, LXX) Babel Om te ontdekken hoeveel van deze engelen of 'zonen van God' er zijn, kunnen we simpelweg de volken tellen die in Genesis 10 genoemd worden, vlak na de zondvloed. Dit zijn er 70. In die tijd bestond Israël nog niet, dus het zou een gekke lezing van Deuteronomium 32:8 zijn om te infereren dat God toen al het erfelijk bezit uitdeelde aan de hand van het aantal Israëlieten, zoals de Herziene Statenvertaling en eigenlijk de meeste vertalingen vertellen. In Genesis 11 gaat het echter wéér mis. Nimrod stichtte de stad Babel (Gen. 10:10) maar had daar een poort gevonden naar God (Bab-El betekent in het Akkadisch dan ook 'poort naar God') en om die reden is God er dan ook zo gebrand op om dit proces te stoppen (Genesis 11:6-7). Nimrod werd een geweldenaar (Genesis 10:8). Een gibbor, staat er in het Hebreeuws. Ditzelfde woord wordt ook genoemd in verband met de afstammelingen van de gevallen engelen uit Genesis 6. Nu is het niet zo dat gibbor altijd een slechte connotatie heeft, want David wordt in 2 Sam. 17:10 ook een gibbor genoemd. Maar het geeft wel te denken, wanneer we alle informatie rondom Nimrod in ogenschouw nemen. Want ook Genesis 10:9 stelt dat Nimrod een groot jager (van mensen, vertellen diverse andere Joodse geschriften) werd voor het aangezicht van God. Het Hebreeuws hier biedt echter ook ruimte voor een alternatieve lezing. Dat Nimrod een groot jager werd tégen het aangezicht van God, zoals bijvoorbeeld ook Genesis 6:11 vermeldt in soortgelijke termen. Zou het kunnen dat Nimrod een soort apotheosis onderging? Iets wat veel occultisten ook maar al te graag zouden willen en om die reden Nimrod als een van de belangrijkste personen in hun 'theologie' zien? Psalm 82 Enfin, het is deze rebellie waartegen God Zich uitspreekt in Psalm 82, zo stelt Heiser. De 70 elohim maakten misbruik van hun posities en lieten zich aanbidden door mensen zoals Nimrod. De hele Bijbel door wordt dit dan ook een terugkerend thema: Aanbid geen andere goden! "Hoezo, zijn die er dan?" vraagt u zich misschien nog steeds af. Nogmaals, het zou raar zijn als God er zo op gebrand is om Zijn volk dit te verbieden als dit gewoon slechts stukken hout of metaal zijn. Nee, er schuilen échte malafide entiteiten achter en God oordeelt hen dan ook in Psalm 82. Hij vertelt dat ondanks dat zij goden genoemd worden, zij zullen sterven als mensen. Dat is blijkbaar onderdeel van hun straf. En overweeg hier nog eens de alternatieve versies. Zou God tegen de oudsten van Israël zó uitvallen, in de tijd van David en Asaf, de schrijver van deze psalm? Of tegen Zijn kerk, zoals de televangelisten hierboven willen beweren? De context laat duidelijk zien dat er iets anders aan de hand is dan wat zij menen te hebben ontdekt in deze tekst. Hij is juist bóós op hen! Misschien bent u nog niet overtuigd. Dat is begrijpelijk. Ik heb om het artikel niet nodeloos lang te maken, slechts enkele teksten gebruikt om mijn punt te maken. Maar er zijn talloze andere teksten waaruit blijkt dat God een soort vergadering om Zich heen heeft. Bijvoorbeeld in Job 1:6-12, 2:1-7, 1 Koningen 22:19-23, etc. etc. In Heisers boek Unseen Realm vindt u een zeer overweldigend pleidooi, maar ook in bijvoorbeeld de 7-delige miniserie hieronder legt Heiser dit kort en bondig uit. Slot Wáárom noemt Jezus deze tekst dan nu eigenlijk? Simpel. Hij wil een punt maken. De Joden beweerden dat Hij God lasterde door te zeggen dat hij God is. Jezus wilde heel simpel laten zien dat het idee van zonen van God of "goden" niet vreemd is in de Bijbel, en citeert daarom Psalm 82:6. Maar dat niet alleen. Hij bouwt op naar een climax. Want Hij wil Zichzelf niet alleen gelijkstellen met hen, nee. Hij beweert dat Hij méér is dan deze lagere elohim, deze lagere godenzonen. Hij wijst hen in vers 37-38 namelijk op Zijn werken en hoe die werken ervan zouden moeten getuigen dat Hij méér is dan hen. Ook verwijst Jezus in vers 38 impliciet naar Exodus 23:20-22, waar staat dat de Naam van God in de Engel van de Heer is, wat een verwijzing is naar een gepreïncarneerde Jezus. We kunnen dus tot de slotsom komen dat Jezus' citaat onderdeel is van dit geweldige pleidooi om zijn toehoorders te laten zien dat Hij écht de Zoon van God is met een hoofdletter. Ook hebben we ontdekt dat dit citaat niet verwijst naar Zijn tegenwoordige publiek of naar de kerk, maar juist naar de entiteiten die in Psalm 82 genoemd worden, toen de kerk nog niet eens bestond. Bovendien is God boos op die wezens! Om die reden kunnen we het idee dat wij christenen 'kleine goden' zijn, naar de prullenbak verwijzen. Bovendien grenzen veel van de uitspraken van deze evangelicals aan blasfemie, en daarom is het goed om altijd oplettend te blijven en alles goed te onderzoeken (Hand. 17:10-11, 1 Thess. 5:21). Zélfs die sprekers op TV of misschien wel in uw eigen kerk. Ook al zijn ze nog zo aardig (2 Kor. 11:13-15). God bless! :)
5 Comments
Gast
9/2/2019 18:13:48
Op https://www.breakingisraelnews.com/136435/nations-invited-animal-sacrifice-mount-of-olives-renewing-noahs-covenant/ "Nations Invited for Animal Sacrifice on Mount of Olives Renewing Noah’s Covenant":
Reply
Arjo
5/13/2022 19:19:48
Dankjewel! Zeer interessante studie! Goed om me wat verder in te verdiepen om de studies van dr. Heiser eens te beluisteren.
Reply
Arjo
5/13/2022 19:38:45
Jezus verwijst in Joh.10 wel specifiek in vs 34 dat het geschreven staat in uw wet. De wet noemt hen goden. Wordt hier niet gerefereerd aan Ex 4:16 en Ex 7:1 waar Mozes als god genoemd wordt boven Aaron in Ex 4 en boven de Farao in hoofdstuk 7. Dus dat lijkt weer op een gedelegeerd ambt/gezag ..?!
Reply
Gezien het exacte citaat: "Gij zijt goden", kan dat eigenlijk niet anders dan over de Psalmen gaan. Met de "Wet" werd vaak specifiek naar de Wet van Mozes (De Thora) verwezen, maar soms ook meer algemeen naar de eerste boeken (de wet en de geschriften) tegenover de laatste boeken (de profeten). Onder die geschriften vielen ook de poëtische boeken zoals de Psalmen. Dit idee zie je onder andere terug in uitspraken als "de wet en de profeten". Ook in Joh. 12:34 zie je dat er in de "wet" gesproken wordt over de Messias, maar dit citaat komt niet uit de Thora. De HSV geeft de volgende verwijzingen:
Reply
Arjo
5/15/2022 23:18:15
Dankjewel voor je reactie. Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|