"Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid." (Romeinen 10:9-10, HSV)
Israël Het belijden in dit hoofdstuk moet echter in het juiste verband gezien worden. In de zendbrief aan de Romeinen adresseert Paulus vooral de heidenen die tot geloof zijn gekomen, aangezien het natuurlijk een gemeente betrof die zich in het buitenland bevond. Toch waren er in deze gemeente ook veel Joden die vanuit het Jodendom tot geloof waren gekomen, en omdat het goede nieuws over Jezus nu ook naar de heidenen was gekomen, bleven er natuurlijk nog wel wat vragen over bij dit deel van de gemeente over wat er nu moest worden van Gods speciale volk; de fysieke afstammelingen van Jakob. In hoofdstuk 9 opent hij daarom dan met een nieuwe sectie, dat 3 hoofdstukken in beslag zal nemen. Tot en met hoofdstuk 11 bespreekt hij dus primair wat het plan is met zijn "verwanten naar het vlees" (9:3). Ook in hoofdstuk 10 opent Paulus met de woorden dat hij oprecht wenst dat Israël zalig wordt. Wat Paulus verder duidelijk maakt in het hoofdstuk, is dat de Joden net als de Grieken (een soort verzamelnaam voor de dominante Griekssprekende heidenen) zalig kunnen worden. Het enige wat zij moeten doen, is dat evangelie geloven dat ook tot hen gepredikt is. Ze konden het heel goed weten en zijn niet te verontschuldigen. Waar hij eigenlijk op zinspeelt in vers 9 en 10, is het moment waarop Israël uiteindelijk met de mond zal belijden dat Jezus hun Messias is, iets waar onder andere in Zacharia 12:10-14 op gehint wordt, vertelt dr. Andy Woods in zijn commentaar op Romeinen. De individu die in zijn hart gelooft, zal gerechtvaardigd zijn door zijn geloof in Jezus, maar de nationale belijdenis door de Joden dat Jezus de Messias is, zal hen de zaligheid van het beloofde 1000-jarige koninkrijk brengen. Het is dus geen extra voorwaarde voor individuele redding. De rechtvaardigheid die iemand ontving door het geloof in zijn hart, schept immers al de conditie die nodig is om zalig te worden. Het belijden gaat hier over het nationale, collectieve niveau en het koninkrijk.
Glossa Het Griekse woord glossa betekent eigenlijk gewoon onze 'tong', en heeft een tweede betekenis als 'taal', omdat voor taal natuurlijk de tong heel belangrijk is. In de 16e eeuw was ook het woord 'tong' als synoniem van 'taal' in de Angelsaksische wereld nog steeds erg in zwang, en dat is dan ook goed terug te herkennen in de vertalingen uit die tijd, zoals bijvoorbeeld de King James Version (KJV). Overal waar 'taal' gelezen kan worden, staat standaard 'tong'. Kijken we bijvoorbeeld naar de Statenvertaling (SV), dan is die nuance veel duidelijker te zien. In Handelingen 2:3 gaat het immers over letterlijke tongen, en in vers 2:4 over letterlijke andere talen. En dat is dan ook de meest logische manier om deze passage te lezen; de omstanders uit het buitenland bevestigen immers ook dat zij hen hoorden spreken in hun eigen taal. Klaar, toch? Nou, nee. Want waarom dachten sommige omstanders dan dat zij dronken waren? Wel, ze waren in Jeruzalem. De aanwezige Hebreeuwssprekende mensen die deze discipelen kenden, waren natuurlijk verbaasd dat zij opeens in een andere taal begonnen te spreken, en konden dat enkel "verklaren" door te zeggen dat zij dronken waren. Hoe zou u immers reageren als uw buurman opeens Chinees of Swahili ging praten?
Handelingen Tot zover nog steeds geen probleem dus. Het verhaal wordt echter ingewikkelder door wat we lezen in de rest van Handelingen en in 1 Korinthe 12 tot en met 14. Maar ook hier zit de postmoderne charismatische pinksterbril vooral erg in de weg. Deze groep christenen doet het vaak voorkomen alsof het boek Handelingen een aaneenschakeling is van mensen die in klanktaal beginnen te brabbelen. Wanneer we echter nauwkeurig kijken, kunnen we slechts drie momenten vinden, waarvan Handelingen 2 er één is. Ook in Handelingen 10 vinden we het spreken in vreemde talen, wat nog steeds geen problemen hoeft te geven met de meest logische uitleg; dat Cornelius en zijn gezin in een andere taal spraken, als teken aan de vele heidenen die daar aanwezig waren (10:27). Ten slotte vinden we nog een instantie in Handelingen 19, waar Paulus nog 12 Joden uit de diaspora tegenkomt. Ook zij spreken in vreemde talen, wat in een belangrijke stad als Efeze natuurlijk weer een belangrijk teken was aan de heidenen aldaar. Van alle bekeringen in Handelingen zijn dit de enige drie momenten waar in "andere talen" gesproken werd. Dat is dus niet aan de lopende band, zoals sommige charismatischen u willen doen laten geloven. Telkens als er een nieuwe groep in aanraking komt met het evangelie, gaat dit gepaard met tekenen en wonderen. In eerste instantie de Joden uit de verstrooiing (Handelingen 2), daarna de heidenen (Handelingen 10), en ten slotte de Israëlieten in de verstrooiing (Handelingen 19). "Hebben zij soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?" (1 Korinthe 12:30, HSV)
"Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden." Liefde Merk op dat Paulus hier spreekt over zowel talen van mensen als de talen van engelen. Het is een zogenaamde hyperbool, waar Paulus wil laten zien dat zelfs de overtreffende trap van talen nog niet voldoen aan wat God werkelijk verlangt: liefde. Paulus’ uitgangspunt is de talen van mensen, wat een reactie lijkt op het verlangen bij de gemeente van Korinthe om indruk op de ander te maken met zijn of haar geestelijke gaven. We moeten onze geestelijke volwassenheid echter niet afmeten naar de mate waarin wij geestelijke gaven of ervaringen hebben ontvangen, maar naar de liefde die wij hebben, zo lijkt de boodschap. De engelentaal waarover Paulus spreekt is dus een hyperbolische, hypothetische taal, waarvan we ons stellig af kunnen vragen of mensen die überhaupt wel kunnen spreken. Een mogelijke hint daarnaar vinden we in de Tweede Korinthebrief. "Ik ken een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, weet ik niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken."
"In de wet staat geschreven: Door mensen die een andere taal spreken, en door andere lippen zal Ik spreken tot dit volk, en ook dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heere. Zo zijn de andere talen dus tot een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen, en zo is de profetie niet voor de ongelovigen, maar voor hen die geloven." (1 Korinthe 14:21-22, HSV)
"De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden." Gave Welke termijn Paulus precies in gedachten heeft voor het ophouden van deze gaven, is niet helemaal duidelijk. Mogelijk heeft hij hier de eeuwigheid in gedachten, aangezien de volgende verzen aangeven dat “wanneer het volmaakte gekomen is, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden.” Ook kunnen we denken aan de periode dat de apostelen hier op de aarde rondliepen als uitgangspunt. Dat is ergens heel logisch, omdat vreemde talen vooral in die beginperiode een belangrijke communicatiemiddel waren. Om die reden sprak Paulus vermoedelijk ook zo vaak in tongen, omdat híj de aangewezen apostel aan de heidenen was (Rom. 11:13). Anno 2024 spreken de meeste wereldburgers Engels, een andere wereldtaal of kunnen zij gebruik maken van moderne technieken, en weten veel mensen sowieso al iets van het evangelie, dus is er minder noodzaak voor deze gave. Zoals u wellicht hebt opgemerkt, heb ik belangrijke een tekst over “tongentaal” overgeslagen. Dat heb ik bewust gedaan. Met de bredere context die we nu dankzij al de voorgaande teksten hebben, zijn we nu immers pas écht klaar om die tekst goed te begrijpen. "Wie namelijk in een andere taal spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand begrijpt het, maar in zijn geest spreekt hij geheimenissen." (1 Korinthe 14:2, HSV) Profetie Paulus opent het hoofdstuk door als het ware te zeggen dat profetie als “intelligente taal” veel handiger is om te gebruiken tijdens de eredienst, omdat alle aanwezige gelovigen het kunnen verstaan. De “onintelligente taal” van tongen (vreemde talen) is helemaal niet geschikt om tijdens de diensten te gebruiken, tenzij er een vertaler (interpretator) aanwezig is, om de boodschap te vertalen. Als iemand dan tóch in deze taal spreekt, zal niemand van de aanwezigen het verstaan, enkel God. Enkel de persoon zélf wordt erdoor opgebouwd, omdat de rest het niet kan verstaan, als er geen vertaler is. Het is dan ook heel opbouwend om een taal te spreken die je nog niet gestudeerd hebt, en geeft je een heel goed gevoel; het is een teken dat de Heilige Geest met je bezig is en aan jou bevestigt om daar iets mee te doen. Misschien op zending naar dat gebied. Ik heb daar diverse verhalen over gehoord, ook in de tijd van nu. In Handelingen 2 waren er genoeg "vertalers", dus daar was het geen probleem. Maar in de diensten van de Corinthiërs was het blijkbaar wel problematisch aan het worden. Door het spreken van deze vreemde talen leken zij wel buitenlanders (vers 11). "Zij spreken een visioen uit hun eigen hart, Slot
Ziet u nu dat, wanneer we de context uitgebreid uitpluizen, we een veel duidelijker beeld krijgen van wat “tongentaal” nu precies is en ook wat het niet is? Door enkel één vers los uit die context te rukken, krijgen we een vertekend beeld dat een heel eigen leven gaat leiden, en kan resulteren in het gekste gebrabbel en wanorde tijdens de eredienst, iets wat Paulus juist uit alle macht probeert te bestrijden in precies deze brief. In 2000 jaar kerkgeschiedenis is er inmiddels een hele traditie ontstaan, waarbij slechte hermeneutiek en peer-pressure een grote rol spelen. Ik heb persoonlijk ook nog nooit een "vertaling" gehoord van al dat gebrabbel. Vlak ook niet uit wat mensen in hun hart soms menen te horen, maar wat eigenlijk vanuit henzelf komt. Dit gebeurde al in de tijd van Jeremia, dus waarom zou dat nu niet meer kunnen? Soms is de wens de vader van de gedachte. Enfin, dit was even een wat groter uitstapje, omdat dit helemaal vervlochten is geraakt met wat men denkt dat logischerwijs uit onze redding voort zou moeten vloeien en daarmee in feite tot een soort voorwaarde is verworden. Wanneer we echter de tijd nemen om al die teksten in hun oorspronkelijke context te lezen en onze postmoderne bril af te doen, blijft er van het idee van "tongentaal" als onverstaanbaar gebrabbel niets meer over. Ook is duidelijk geworden dat dit fenomeen vooral gebeurde in de apostolische periode, waar het evangelie snel verspreid moest worden over de gehele toenmalige wereld. Voorbeelden daarvan zagen we in Handelingen 2, 10 en 19. Ook nu komt het nog sporadisch voor, ten bate van zendingsgebieden waar amper of geen christenen naar toe geweest zijn. Maar zoals Paulus al zei, is het niet voor iedereen weggelegd en dus geen voorwaarde voor uw redding. Geloven alleen is daartoe voldoende. God bless! :)
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|