"Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien." (Hebreeën 12:14, HSV) 1. Heiliging Een vers als deze kan iemand serieus in de war brengen, als die niet goed gelezen wordt. Maar dat is niet nodig. Merk immers op dat er níet staat "zonder welke JIJ de Heere zal zien", schrijft pastor Dennis Rokser in zijn boek "Shall Never Perish Forever" (p. 292). Het gaat hier over ánderen die de Heere in dat geval niet kunnen zien door jou heen, omdat je geen geheiligd leven leidt. Niets in de hele passage wijst er dan ook op dat zij de Heere in de hemel niet kunnen zien. Ook andere delen van de context geven aanleiding om dit in een breder perspectief van een levende getuigenis van de Heere te zien. Zo vertelt vers 14a al meteen dat we de vrede na moeten jagen (dit is een vorm van getuigen naar buiten toe) en ook vers 15 heeft het over het niet laten opschieten van een wortel van bitterheid, die onrust kan veroorzaken en velen bezoedelen. Ook dit is dus weer een vorm van communicatie naar buiten toe. Laten we nog eens wat andere teksten bekijken, die mensen soms de rilbibbers geven. "U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen." (Galaten 5:4, HSV)
"Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen. Als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen." (2 Tim. 2:12-13, HSV) 3. Verloochenen Dat brengt me meteen bij de volgende tekst. Waar vers 13 heel duidelijk maakt dat God trouw blijft ondanks onze gedragingen, lijkt vers 12 het tegenovergestelde te zeggen. Ook Petrus verloochende de Heer, en wat was hiervoor zijn straf? Niet de ontzegging van het eeuwige leven, maar een tijdelijke ontzegging van zijn leidinggevende verantwoordelijkheden. We leren dit door zijn ambtsherstel uit Johannes 21 te bestuderen. Vanaf vers 15 vraagt Jezus driemaal aan Petrus of hij Hem liefheeft. Deze antwoordt daar drie keer bevestigend op. Dit had alles te maken met de drie instanties waar Petrus Hem had verloochend. De reactie van Jezus is telkens iets in de trant van het hoeden of weiden van de kudde. Wat een genade ontvangt Petrus hier, nietwaar? Merk op dat het hier niet gaat over het weer opnieuw ontvangen van eeuwig leven, dat staat buiten kwestie. Ook het eerste deel van 2 Timotheüs 2:12 heeft alles te maken met leidinggevende verantwoordelijkheden. Die kunnen ons ontzegd worden als wij Jezus verloochenen. Hoewel we gered blijven, zullen we dan niet mee mogen regeren. 4. Volharden Een andere tekst die nogal eens gebruikt wordt om te wijzen op het volharden om onze redding vast te houden, is bovenstaande tekst uit de Rede op de Olijfberg. Het woord "zalig" hier is echter ongelukkig gekozen door de vertalers, en had beter als "gered" kunnen worden vertaald, wat compleet legitiem is als we de semantische opties van het Griekse woord sozo verkennen. Wie immers de context bestudeert, ziet namelijk dat deze redding betrekking heeft op de fysieke toestand van de mensen in de grote verdrukking. Het "einde" hier is immers niet het einde van hun leven, maar het einde van dat tijdperk (zie vers 3, 6 en 14). In vers 3 wordt dan ook het woord aion genoemd, wat ook wel vertaald kan worden als periode of tijdperk. Dat is dan ook wat de vertalers van CEB, CSB, DBY, ESV, GNT, JUB, LEB, NASB, NCV, NIV, NRS, RSV, WNT en de YLT hebben gedaan. De redding hier heeft betrekking op het fysiek kunnen ingaan in het koninkrijk, zoals ook vers 14 duidelijk maakt. Niet iedereen die fysiek dat 1000-jarige koninkrijk ingaat, is echter gered in soteriologische zin, zo wordt duidelijk als we teksten als Jesaja 65:20, Ezechiël 45:17 of Zacharia 14:17 in context bestuderen. Hoewel de omstandigheden dan veel beter zullen zijn, en Christus absoluut regeert, is de natuurlijke mens die de verdrukking fysiek heeft overleefd, nog steeds in staat om te zondigen. Dat blijkt alleen al uit het feit dat aan het einde van die 1000 jaren een grote groep massaal achter Satan aan zal gaan om te rebelleren tegen koning Jezus (Op. 20:7-10).
5. Prijs Ik denk dat de meesten van u na twaalf delen het idee wel een beetje beginnen te snappen. Althans, dat hoop ik. Kijk nog eens naar de drie tijdsbepalingen van onze redding hierboven. Er is een deel wat in het verleden al volbracht is door Jezus en betrekking heeft op onze rechtvaardiging, waardoor wij voor eeuwig gered zijn en blijven. Ook is er nog een deel wat betrekking heeft op onze heiliging, wat het uitwerken van onze redding beoogt. We zijn immers gered tót goede werken, niet dóór goede werken. En ook dat heeft een helend, zaligmakend effect op het hier en nu. Wanneer we wandelen met de Geest, zullen we gaan ervaren dat daar een enorme zegen vanuit gaat. Ten slotte is er de volledige realisatie van onze redding, waar we nu enkel nog maar een onderpand van hebben ontvangen (Ef. 1:13-14). Dit is onze verheerlijking. Waar Paulus in de tekst hierboven over schrijft, heeft dus geen betrekking op onze rechtvaardiging, maar op onze heiliging. De prijs waar hij het hier over heeft, is de uitdeling van ons loon. "Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt." (1 Korinthe 15:1-2, HSV) 6. Tevergeefs In bovenstaande tekst wordt het woord "tevergeefs" genoemd, waardoor veel christenen zenuwachtig kunnen worden. Dit gedeelte maakt in elk geval een aantal dingen heel duidelijk; het gaat hier om a. broeders, die b. het evangelie hebben aangenomen en c. waarin zij ook staan. Het eerste deel van hun redding is dus al voltooid. Niet door henzelf, maar door Jezus, die de wet voor ons vervulde en door Wie wij middels ons geloof in Hem gerechtvaardigd zijn. Zij staan dus vast in hun redding. Echter, het zalig worden in de tegenwoordige tijdsbepaling hier zorgt soms voor onrustige gemoederen bij christenen. Dat is echter niet nodig. Bekijk het schema hierboven nog eens. Het gaat hier over het middelste deel van onze redding, waarop wij ook invloed kunnen uitoefenen. Het is namelijk het doel van onze rechtvaardiging dat wij ook goede werken zullen doen (Ef. 2:8-10), anders is die tevergeefs. Niet dat hiermee onze redding weer ongedaan gemaakt wordt, want dat kan helemaal niet. Maar wel tevergeefs in de zin van niet tot het beoogde doel komen. Het resultaat daarvan is dan ook verlies van loon. 7. Geboden In sommige wettische kringen of bepaalde Hebrew Roots-gemeenschappen wordt deze tekst u weleens voor de voeten gegooid. Men heeft soms het idee dat wie Jezus volgt, ook Zijn geboden moet houden om gered te worden. Hoewel het natuurlijk wel zo is dat Jezus wil dat wij Zijn geboden in acht nemen, is het niet zo dat we daardóór gered worden. Dit zou teksten als Efeze 2:8-9 immers weer tegenspreken. Ook is het geen "test" om voor uzelf te ontdekken of u wel gered bent. Het doel van de Eerste Johannesbrief wordt dan ook glashelder aangegeven in het eerste hoofdstuk: "Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap volkomen wordt." Het doel van de hele brief is dus niet wat we moeten doen om gered te worden, maar om in gemeenschap met Hem te blijven. Het tweede deel van onze redding dus, als we het schema hierboven weer raadplegen. Wie in gemeenschap met Hem wandelt, zal de zegen daarvan ervaren en in die zin zaliging, omdat onze blijdschap daarmee volkomen wordt (vers 4). Het gebod dat Johannes specifiek noemt, wordt echter heel duidelijk weergegeven in het derde hoofdstuk: "En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon, Jezus Christus, en dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij ons een gebod gegeven heeft." Dit raakt de essentie, en hieruit vloeit als het goed is logischerwijs voort dat wij alles uit liefde zullen doen. Het gaat hier dus niet over het houden van de 613 regels uit de Thora of de 10 geboden óm gered te worden, maar over het feit dat wij doordát wij gered zijn, bestemd zijn tot het in acht nemen van de geboden van Jezus. Ook in Johannes 15:12 bevestigt Jezus dit gebod: "Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb." Wat houdt u nog tegen om Hem te volgen, nu u gered bent en daar absoluut zeker van mag zijn? God bless! (: Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van o.a. de studies van dr. Andy Woods en Dennis Rokser
3 Comments
Siska
12/24/2022 16:04:15
Bedankt voor wederom een bemoedigende boodschap. Mijn waardering voor jou, hoe jij de tijd neemt om te onderzoeken en te schrijven. Fijne kerstdagen toegewenst!
Reply
AHvZ
12/24/2022 17:50:36
Hartelijk bedankt voor deze zeer bemoedigende serie. Ik ben niet perfect nadat ik Jezus als mijn Verlosser heb aangenomen. Ik zondig nog steeds door mijn vleselijke mens. Dat wil ik niet meer om Zijn Geest niet te bedroeven en ook niet omdat Jezus zoveel mij heeft overgehad en geleden. Maar het gebeurt soms wel en wat ben ik dan blij met 1 Johannes 1 vers 8-10. Jezus is getrouw en rechtvaardig om deze zonden te vergeven als ik ze belijd aan onze Hogepriester. Bedankt nogmaals voor deze prachtige en bemoedigende serie.
Reply
Janna
12/24/2022 18:00:02
Dank voor de verschillende artikelen mbt dit onderwerp.
Reply
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Categorieën
Alles
Archieven
Augustus 2024
|